Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies in de vorm van bijzondere crisissteun internationalisering en starterspakketten internationalisering voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen, de 28 octobre 2022

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. aanvrager: de kleine, middelgrote of grotere onderneming die initiatieven neemt om het internationaal ondernemen te bevorderen en daarvoor een aanvraag tot subsidiëring indient;

  2. agentschap: het agentschap, vermeld in artikel 2 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen";

  3. administratie: de administratie, vermeld in artikel 1, 12°, van het besluit van 11 maart 2016;

  4. besluit van 11 maart 2016: het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2016 tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen;

  5. binnenlands netwerk: de afgevaardigden van het agentschap in de verschillende Vlaamse provincies en op de hoofdzetel;

  6. buitenlands netwerk: de afgevaardigden van het agentschap in het buitenland;

  7. gedelegeerd bestuurder: de gedelegeerd bestuurder, vermeld in artikel 1, 11°, van het besluit van 11 maart 2016;

  8. grotere onderneming: de grotere onderneming, vermeld in artikel 1, 3°, van het besluit van 11 maart 2016;

  9. kleine en middelgrote onderneming: de onderneming die voldoet aan de definitie van kleine en middelgrote onderneming, vermeld in bijlage 1 van verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;

  10. kostenraming: een overzicht van de geplande uitgaven voor het project, inclusief personeelskosten, maar met uitzondering van investeringen in onroerend goed en van kosten die betrekking hebben op de klassieke bedrijfsinterne werking van de onderneming;

  11. market fit: product market fit is een model tussen het businessmodel, het product en de klant, en bepaalt de mate waarin het product voldoet aan een sterke behoefte in de markt;

  12. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het internationaal ondernemen;

  13. onderneming: een onderneming als vermeld in artikel 1, 1°, van het besluit van 11 maart 2016;

  14. personeelskosten: de personeelskosten van personeelsleden die ingeschreven zijn op de loonlijst van de aanvrager die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van het project. De personeelskosten worden berekend op basis van het uurtarief en het aantal gepresteerde uren. De standaard uur tarief methode (SUT) wordt toegepast. De SUT-factor bedraagt 1,2. Het bruto maandloon is het loon dat vermeld is op de loonstrook van de maand januari van het kalenderjaar waarin de prestaties worden geleverd;

  15. project: een initiatief of geheel van initiatieven dat de aanvrager onderneemt ter bevordering van het internationaal ondernemen;

  16. selectiecommissie: de personeelsleden van het agentschap die de gedelegeerd bestuurder aanwijst om de subsidieaanvragen te beoordelen

  17. voltijdse equivalenten: het gemiddeld aantal werknemers op de loonlijst van het laatst afgesloten boekjaar uitgedrukt in deze rekeneenheid.

    Art. 2. Dit besluit valt onder de toepassing van verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.

    Art. 3. De volgende ondernemingen komen niet in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 4:

  18. ondernemingen die zich in een van de volgende rechtstoestanden bevinden:

    1. ontbinding;

    2. stopzetting;

    3. faillissement;

    4. vereffening;

  19. de ondernemingen die behoren tot de volgende groepen in de NACE-BEL-code 2008: 01.1, 01.2, 01.3, 01.4, 01.6, 01.7, 03.1, 25.4, 30.4, 45.1, 46.2, 55.1, 55.2, 55.3, 56.1, 56.2, 56.3, 64.1, 64.2, 64.3, 64.9, 65.1, 65.2, 65.3, 66.3, 68.1, 68.2, 68.3, 78.2, 79.1;

  20. de openbare besturen, verenigingen van openbare besturen en ondernemingen waarvan het aandelenkapitaal rechtstreeks of onrechtstreeks voor meer dan 50% in handen van de overheid is.

    De minister kan de lijst van NACE-BEL-codes, vermeld in het eerste lid, 2°, aanpassen naargelang de steunregimes waarop de groepen, vermeld in het eerste lid, 2°, respectievelijk een beroep kunnen doen of bij wijziging van de Europese regelgeving.

    Als een onderneming tegelijk onder een uitgesloten en een toegelaten NACE-BEL-code valt, primeert het laatste als het project betrekking heeft op de activiteiten van die toegelaten NACE-BEL-code.

    HOOFDSTUK 2. - Subsidies

    Art. 4. Binnen de perken van de jaarlijkse begrotingskredieten, kunnen aan kleine en middelgrote ondernemingen de volgende subsidies worden toegekend voor de volgende projecten om het internationaal ondernemen te bevorderen:

  21. bijzondere crisissteun internationalisering;

  22. starterspakket internationalisering.

    Voor de subsidie vermeld in het eerste lid, 1°, kunnen ook grotere ondernemingen een aanvraag indienen.

    De forfaitaire subsidie of projectsubsidie vermeld in het eerste lid, 1°, bedraagt 90% van de kostenraming die de administratie aanvaardt. Het aandeel personeelskosten in de aanvaarde kostenraming kan maximaal 20% bedragen. De administratie behoudt zich het recht voor om gebudgetteerde kosten die buiten de scope of de doelstelling van het project vallen, te weigeren.

    Art. 5. Het subsidiebedrag voor het project vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, is afhankelijk van de grootte van de aanvrager en wordt op de volgende wijze gedifferentieerd:

  23. 2 tot en met 4 voltijdse equivalenten: een forfaitaire subsidie van 10 000 euro per aanvraag;

  24. 5 tot en met 9 voltijdse equivalenten: een maximale projectsubsidie van 20 000 euro per aanvraag;

  25. 10 tot en met 49 voltijdse equivalenten: een maximale projectsubsidie van 30 000 euro per aanvraag;

  26. 50 tot en met 99 voltijdse equivalenten: een maximale projectsubsidie van 30 000 euro per aanvraag;

  27. Vanaf 100 voltijdse equivalenten: een maximale projectsubsidie van 50 000 euro per aanvraag.

    Per aanvrager kunnen maximaal drie subsidies als vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, per finaliteit zoals vermeld in dit besluit worden toegekend.

    Aan ondernemingen die in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2020 tot vaststelling van de voorwaarden en de regels voor de toekenning van subsidies in de vorm van bijzondere exportsteun en starterspakketten internationalisering voor activiteiten ter bevordering van het internationaal ondernemen, gewijzigd bij ministerieel uitvoeringsbesluit van 25 januari 2021, reeds een forfaitaire subsidie van 10 000...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT