Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 15 oktober 2021 over de uitoefening van zelfstandige beroepsactiviteiten door buitenlandse onderdanen, de 17 décembre 2021

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. bevoegde overheid: de dienst Economische Migratie van het departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie van Werk en Sociale Economie, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

  2. decreet van 15 oktober 2021: het decreet van 15 oktober 2021 over de uitoefening van zelfstandige beroepsactiviteiten door buitenlandse onderdanen;

  3. verblijfsbesluit: koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

  4. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor werk;

  5. verblijfswet: de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

  6. wet van 30 april 1999: de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.

    HOOFDSTUK 2. - Vrijstellingen

    Art. 2. § 1. In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  7. activiteiten in de bouwsector: de werkzaamheden aan onroerende goederen uit hun aard, door incorporatie of door bestemming, zoals vermeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 20 maart 2007 tot uitvoering van het Hoofdstuk 8 van Titel IV van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot voorafgaande melding voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen;

  8. gedetacheerde zelfstandige: de buitenlandse onderdaan die gewoonlijk zelfstandige beroepsactiviteiten verricht op het grondgebied van een of meer andere landen dan België en op het grondgebied van het Vlaamse Gewest tijdelijk of gedeeltelijk een of meer zelfstandige beroepsactiviteiten uitoefent zonder er permanent te verblijven;

  9. zakenreizigers: de buitenlandse onderdanen die geen hoofdverblijfplaats hebben in België en die zich, voor eigen rekening of voor rekening van hun vennootschap, op het Belgische grondgebied verplaatsen voor een van de volgende doeleinden:

    1. het bezoeken van professionele partners;

    2. het onderzoeken en ontwikkelen van professionele contacten;

    3. contracten onderhandelen of afsluiten;

    4. de deelname aan:

      1) salons, beurzen en tentoonstellingen om er hun producten of diensten voor te stellen en te verkopen;

      2) raden van bestuur of algemene vergaderingen van vennootschappen;

      3) conferenties;

    5. het organiseren of bijwonen van vergaderingen met getuigen en experten;

    6. het geven of volgen van opleidingen.

      De volgende categorieën van buitenlandse onderdanen zijn vrijgesteld van de verplichting, vermeld in artikel 3 van het decreet van 15 oktober 2021, als ze wettig in België verblijven en hun prestaties beperkt zijn tot maximaal negentig dagen binnen een periode van honderdtachtig dagen, berekend conform artikel 6, tweede en derde lid, van de verblijfswet:

  10. zakenreizigers;

  11. gedetacheerde journalisten die geen hoofdverblijfplaats hebben in België en er activiteiten verrichten in het kader van hun beroep;

  12. gedetacheerde artiesten en, in voorkomend geval, hun gedetacheerde zelfstandige begeleiders van wie de aanwezigheid vereist is voor de activiteiten, die geen hoofdverblijfplaats hebben in België en er prestaties verrichten in het kader van hun beroep;

  13. gedetacheerde sportlui en, in voorkomend geval, hun gedetacheerde zelfstandige begeleiders van wie de aanwezigheid vereist is voor de activiteiten, die geen hoofdverblijfplaats hebben in België en er prestaties verrichten in het kader van hun beroep;

  14. gedetacheerde zelfstandigen, die de initiële assemblage of de eerste installatie uitvoeren van een goed dat ze leveren, op voorwaarde dat de assemblage of installatie een wezenlijk bestanddeel uitmaakt van een overeenkomst voor de levering van goederen en die noodzakelijk is voor het in werking stellen van het geleverde goed. Die afwijking geldt evenwel niet voor activiteiten in de bouwsector;

  15. gedetacheerde zelfstandigen die dringende onderhoudswerken of dringende reparatiewerken uitvoeren aan machines of apparatuur die door hen zijn geleverd aan de onderneming waar de reparaties of het onderhoud plaatsvindt en die gevestigd is op het grondgebied van het Vlaamse Gewest.

    § 2. De volgende categorieën van buitenlandse onderdanen zijn vrijgesteld van de verplichting, vermeld in artikel 3 van het decreet van 15 oktober 2021, als ze wettig in België verblijven:

  16. studenten die in het kader van hun studies een verplichte stage vervullen in België voor hun studies in België, in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of in de Zwitserse Bondstaat.

    De vrijstelling is beperkt tot de duurtijd van de verplichte stage;

  17. de houders van een universitair diploma behaald in België, in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of in de Zwitserse Bondstaat, die een verplichte stage vervullen in België ter vervolmaking van het behaalde universitair diploma.

    De vrijstelling is beperkt tot de duurtijd van de verplichte stage;

  18. stagiairs die in België een stage verrichten die is goedgekeurd door de bevoegde overheid in het kader van ontwikkelingssamenwerking of van uitwisselingsprogramma's gebaseerd op wederkerigheid, voor de duur van de stage;

  19. advocaten die ingeschreven zijn op het tableau van de Orde van Advocaten of op de lijst van stagiairs;

  20. zelfstandige dienstverrichters die geen onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die gevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of de Zwitserse Bondsstaat en die zich tijdelijk naar België begeven om diensten te verrichten, en aan al de volgende voorwaarden voldoen:

    1. ze beschikken in de lidstaat van de Europese Economische Ruimte of de Zwitserse Bondsstaat waar ze verblijven over een recht op verblijf of een verblijfsvergunning van meer dan drie maanden;

    2. ze zijn op een rechtsgeldige wijze actief als zelfstandige in de lidstaat waar ze verblijven en de vergunning is ten minste geldig voor de duur van de in België uit te voeren prestaties;

    3. ze beschikken over een paspoort en een verblijfsvergunning van een duur die minstens gelijkwaardig is met de duur van de dienstverlening om hun terugkeer naar hun land van oorsprong of verblijf te verzekeren;

  21. bestuurders van een vennootschap die aan al de volgende voorwaarden voldoen:

    1. ze beschikken over een onbezoldigd mandaat;

    2. ze zijn voor een voltijdse tewerkstelling toegelaten tot arbeid overeenkomstig artikel 17, 1°, 2°, en 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;

    3. de activiteiten die het voorwerp uitmaken van de toelating tot arbeid, vermeld in b), zijn voldoende onderscheiden van de taak als bestuurder;

    4. de vrijstelling is beperkt tot de geldigheidsduur van de toelating tot arbeid.

    HOOFDSTUK 3. - Aanvraagprocedure

    Art. 3. De bevoegde overheid stelt het aanvraagformulier om een beroepskaart te verkrijgen, te hernieuwen of te wijzigen ter beschikking op haar website.

    Bij een aanvraag om een beroepskaart te verkrijgen of te hernieuwen voegt de aanvrager al de volgende bewijsstukken toe, tenzij de bevoegde overheid, in geval van een hernieuwing, al over de bewijsstukken beschikt en deze ongewijzigd zijn gebleven:

  22. een kopie van een geldig paspoort...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT