Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de voorwaarden voor de nascholing met e-learning in het kader van een proefproject en tot wijziging van artikel 4, 45 en 47 van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E, de 16 juillet 2021

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);

  2. deelnemer: de persoon die een nascholingsmodule met behulp van e-learning volgt;

  3. gemiddelde doorlooptijd: de tijd die een testpubliek van minstens tien personen gemiddeld nodig heeft om het onderdeel e-learning van de nascholingsmodule volledig te doorlopen;

  4. interactieve werkvorm: de wijze waarop de onderwijsleersituatie wordt vormgegeven, waarbij van de deelnemers een actie die anders is dan zuiver lezen, luisteren of kijken, wordt gevraagd;

  5. looptijd van het proefproject: van 1 september 2021 tot en met 31 augustus 2022, in voorkomend geval verlengd als vermeld in artikel 5;

  6. praktijkonderricht: het onderdeel van de nascholingsmodule waarbij de deelnemer met een voertuig op de openbare weg rijdt;

  7. proefproject: het proefproject, vermeld in artikel 2;

  8. systeem: het digitale platform dat gebruikt wordt om het onderdeel e-learning te geven van de nascholingsmodule die daarvoor is erkend.

    HOOFDSTUK 2. - Inleidende bepalingen

    Afdeling 1. - Algemene bepalingen

    Art. 2. Een erkend opleidingscentrum kan nascholingsmodules, die een deelnemer volgt met het oog op de verlenging van het bewijs van vakbekwaamheid, tijdens de looptijd van een proefproject gedeeltelijk met e-learning geven.

    Art. 3. Een erkend opleidingscentrum kan tijdens het proefproject een nascholingsmodule met e-learning geven als de nascholingsmodule door het hoofd van het departement conform artikel 6 tot en met 22 erkend is en de nascholingsmodule conform artikel 33 erkend blijft.

    Afdeling 2. - Evaluatie en verlenging

    Art. 4. Het proefproject wordt geëvalueerd na overleg met de erkende opleidingscentra en de representatieve werkgeversorganisaties van de transportsector.

    Art. 5. Het proefproject kan, op basis van de evaluatie, vermeld in artikel 4, maximaal tweemaal telkens met maximaal een jaar door de Vlaamse minister, bevoegd voor de weginfrastructuur en het wegenbeleid, worden verlengd.

    Als de looptijd van het proefproject wordt verlengd, worden de opleidingscentra daarvan onmiddellijk op de hoogte gebracht en wordt de erkenning van de nascholingsmodules met e-learning verlengd tot het einde van de bijkomende duurtijd van het proefproject.

    HOOFDSTUK 3. - Erkenning van de nascholingsmodule met e-learning

    Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden

    Onderafdeling 1. - Voorwaarden voor de nascholingsmodule

    Art. 6. De volgende nascholingsmodules komen in aanmerking om gedeeltelijk met behulp van e-learning te worden geven:

  9. ecodriving;

  10. defensief rijden;

  11. wegcode;

  12. EHBO.

    Art. 7. De nascholingsmodule bestaat steeds uit de volgende twee onderdelen:

  13. het onderdeel e-learning;

  14. het onderdeel klassikaal onderricht of praktijkonderricht.

    Art. 8. Het onderdeel e-learning, vermeld in artikel 7, 1°, heeft een gemiddelde doorlooptijd van drie uur.

    Het onderdeel klassikaal onderricht of praktijkonderricht, vermeld in artikel 7, 2°, duurt minstens drie uur.

    De nascholingsmodule duurt in totaal zeven uur.

    Nadat de deelnemer de nascholingsmodule volledig heeft gevolgd, worden zeven kredietpunten van de nascholingsmodule aan de deelnemer toegekend.

    Art. 9. Als de nascholingsmodule uit een onderdeel e-learning en een onderdeel praktijkonderricht bestaat, wordt het onderdeel e-learning eerst gegeven.

    Als de nascholingsmodule uit een onderdeel e-learning en een onderdeel klassikaal onderricht bestaat, kan het opleidingscentrum vrij kiezen in welke volgorde de onderdelen worden gegeven.

    Het eerste onderdeel van de nascholingsmodule moet voltooid zijn voordat met het tweede onderdeel van de nascholingsmodule gestart kan worden. Het tweede onderdeel wordt uiterlijk zestig dagen na de start van het eerste onderdeel voltooid.

    Onderafdeling 2. - Voorwaarden voor het onderdeel e-learning van de nascholingsmodule

    Art. 10. Het onderdeel e-learning van de nascholingsmodule wordt opgedeeld in minimaal zes blokken.

    Er worden minstens zes verschillende interactieve werkvormen gebruikt in het onderdeel e-learning van de nascholingsmodule.

    Art. 11. In het onderdeel e-learning van de nascholingsmodule worden minimaal zes verschillende herhalingstesten ingebouwd waarmee wordt nagegaan of de deelnemer de leerstof uit de blokken heeft begrepen.

    De herhalingstesten worden over het onderdeel e-learning van de nascholingsmodule verspreid. In elke herhalingstest worden vragen gesteld over de geziene leerstof uit de blokken die daarvoor zijn afgelegd.

    Een herhalingstest kan pas afgelegd worden nadat de deelnemer de volledige benodigde leerstof heeft doorlopen.

    Na het laatste blok wordt een eindtest afgenomen, die minstens tien vragen bevat die handelen over de volledige leerstof en die niet in eerdere herhalingstesten zijn gesteld.

    Art. 12. Als een deelnemer tijdens een herhalingstest of tijdens de eindtest, vermeld in artikel 11, een fout antwoord geeft, wordt na elke vraag of op het einde van de test het juiste antwoord gegeven en wordt toegelicht waarom dat antwoord juist is.

    Art. 13. Het onderdeel is pas voltooid als de deelnemer alle blokken, vermeld in artikel 10, heeft doorlopen en alle herhalingstesten en de eindtest, vermeld in artikel 11, heeft afgelegd.

    Onderafdeling 3. - Voorwaarden voor het systeem

    Art. 14. Om toegang tot het systeem te kunnen krijgen, wordt een deelnemer via e-ID of met unieke aanmeldgegevens geïdentificeerd.

    Art. 15. De toegang van een deelnemer tot het systeem is gekoppeld aan een erkend opleidingscentrum en aan een specifieke nascholingsmodule die het hoofd van het departement heeft erkend.

    Art. 16. Het systeem is zodanig ontworpen dat de toegang en de acties van de deelnemers vanaf de eerste verbinding tot de voltooiing van de e-learning traceerbaar zijn.

    Het systeem registreert al de volgende gegevens:

  15. de tijd die de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT