Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten over de rijopleiding en de rijexamens, de 2 juillet 2021

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs

Artikel 1. Aan artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, het laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 januari 2019, worden een punt 14° tot en met 18° toegevoegd, die luiden als volgt:

"14° audiovertaling: het vertaalhulpsysteem waarbij voor de vragen en de antwoordmogelijkheden die in het Nederlands op het scherm verschijnen en door middel van geluidsondersteuning in het Nederlands worden voorgelezen, bijkomend een vertaling in het Frans, Duits of Engels wordt voorgelezen, die een beëdigd vertaler heeft gemaakt;

  1. onregelmatigheid: een van de volgende gedragingen:

    1. elk gedrag waarmee de orde wordt verstoord;

    2. elke vorm van fraude of poging tot fraude;

    3. elke vorm van verbale of fysieke agressie ten aanzien van zaken of personen voor, tijdens of na het theoretische of het praktische examen;

    4. de niet-naleving van richtlijnen of instructies die worden gegeven door examinatoren of medewerkers van het examencentrum;

  2. beveiligde zending: een van de volgende betekeningswijzen:

    1. een afgifte tegen ontvangstbewijs;

    2. een aangetekende brief met ontvangstbewijs;

  3. werkdag: elke dag, uitgezonderd zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen als vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen;

  4. algemene verordening gegevensbescherming: de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).".

    Art. 2. In artikel 5, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 maart 2004, 15 juli 2004 en 28 april 2011, wordt punt 2° vervangen door wat volgt:

    "2° de houders van een Europees of een buitenlands nationaal rijbewijs als vermeld in artikel 23, § 2, 1°, van de wet, dat afgegeven is voor ten minste dezelfde categorie van voertuigen of voor een categorie die gelijkwaardig is aan die waarvoor de geldigverklaring gevraagd wordt, en dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 27, 2°, van dit besluit;".

    Art. 3. In artikel 15, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juli 2006, 1 september 2006, 28 april 2011 en 8 januari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  5. in punt 3° wordt punt c) vervangen door wat volgt:

    "c) voor de kandidaat die twee keer niet geslaagd is voor het praktische examen voor categorie B, vermeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B;";

  6. aan punt 3° wordt een punt d) toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "d) voor de houder van een voorlopig rijbewijs B als vermeld in artikel 3, 4 en artikel 5/1, § 1/1, van het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B, waarvan de geldigheid verstreken is;";

  7. in punt 6° wordt tussen de woorden "zoals bedoeld in" en de woorden "het koninklijk besluit" de zinsnede "artikel 4 van" ingevoegd.

    Art. 4. In artikel 25 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 september 2006, 4 mei 2007 en 30 augustus 2008 en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2015, wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, die luidt als volgt:

    " § 2/1. De instellingen die instaan voor het afnemen van examens om een rijbewijs te behalen, delen de informatie die vermeld is in de documenten die ze afgegeven aan kandidaten, elektronisch mee aan het Departement. Het Departement bepaalt de modaliteiten daarvoor en bepaalt de vorm waarin de informatie wordt opgesteld en aan het Departement wordt bezorgd.".

    Art. 5. In artikel 26bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 april 2011 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  8. in paragraaf 1, tweede lid, worden punt 1° en 2° vervangen door wat volgt:

    "1° programma A voor categorieën A1, A2 en A;

  9. programma B voor categorieën AM, B, B+E en G;";

  10. aan paragraaf 1 wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "De examinatoren die tussen 1 mei 2013 en 1 augustus 2021 het basisopleidingsprogramma B hebben gevolgd, kunnen examens voor de categorie AM afnemen als zij een bijscholing volgen die zich richt op het verkrijgen van de kennis en vaardigheden beschreven onder de punten B en C van bijlage 19, specifiek voor de categorie AM. De bijscholing wordt gegeven door de opleidingscentra erkend door de Vlaamse minister of zijn gemachtigde.".

    Art. 6. In artikel 32 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  11. in paragraaf 2 wordt de zinsnede "een van de documenten voor die opgesomd zijn in artikel 3, § 1" vervangen door de zinsnede "een bewijs voor dat hij voldoet aan een van de voorwaarden, vermeld in artikel 3, § 1";

  12. aan paragraaf 2 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "De kandidaat die wegens een onregelmatigheid uitgesloten is van het afleggen van een examen, mag gedurende de periode waarin hij uitgesloten is, niet worden toegelaten tot het theoretische examen.";

  13. in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:

    "Een kandidaat die het Nederlands niet machtig is, kan het theoretische examen met behulp van een audiovertaling afleggen.";

  14. in paragraaf 3 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:

    "Kandidaten hebben recht op redelijke aanpassingen waarin het examencentrum voorziet. Kandidaten met een gehoorhandicap, namelijk dove of slechthorende kandidaten, kunnen zich laten bijstaan door een beëdigd doventolk die het examencentrum aanwijst, onverminderd de eventuele toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 houdende de vaststelling van overkoepelende regels voor het centraal tolkenbureau voor de beleidsdomeinen Onderwijs en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De tolk mag geen betrekking uitoefenen in een erkende rijschool of op welke wijze ook professioneel rijonderricht geven.";

  15. in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "Deze examens mogen" vervangen door de zinsnede "In het geval, vermeld in het tweede lid, mogen de examens";

  16. in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "of idioom" opgeheven;

  17. in paragraaf 4 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:

    "Als de kandidaat een onregelmatigheid begaat, wordt de evaluatie opgeschort en wordt hij onmiddellijk uit de zaal verwijderd.".

    Art. 7. In artikel 34 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2006, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:

    "Een kandidaat die voldoet aan al de volgende voorwaarden, kan tot het praktische examen worden toegelaten:

  18. de kandidaat is sinds minder dan drie jaar geslaagd voor het theoretische examen of is daarvan vrijgesteld;

  19. de kandidaat heeft de minimumleeftijd voor het behalen van een rijbewijs, vermeld in artikel 18 en 19, bereikt;

  20. de kandidaat is niet wegens een onregelmatigheid uitgesloten van het afleggen van een examen;

  21. de kandidaat biedt zich aan met een begeleider, een instructeur of een stagiair-instructeur die niet wegens een onregelmatigheid uitgesloten is van het begeleiden van kandidaten tijdens een examen.".

    Art. 8. In artikel 35 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 november 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  22. punt 1° wordt vervangen door wat volgt:

    "1° een bewijs dat hij voldoet aan een van de voorwaarden, vermeld in artikel 3, § 1;";

  23. in punt 2° wordt punt a) vervangen door wat volgt:

    "a) het bewijs dat de kandidaat geslaagd is voor het theoretische examen van de categorie waarvoor hij het praktische examen aflegt, of dat hij daarvan vrijgesteld is.

    Met uitzondering van de kandidaat voor een rijbewijs voor categorie G legt de kandidaat hetzij een getuigschrift van praktisch onderricht voor dat afgegeven is door een rijschool, hetzij het bewijs dat hij is vrijgesteld van scholing.

    De kandidaat legt bovendien de verklaring, vermeld in artikel 41, § 1, voor, in voorkomend geval samen met, naargelang het geval, een of twee van de attesten, vermeld in artikel 41, § 2 en § 3, of in artikel 45, tweede lid;";

  24. in punt 4° wordt de zinsnede "behalve wanneer het gaat om een voertuig van de categorie AM," opgeheven;

  25. punt 6° wordt opgeheven;

  26. in punt 8° wordt de zinsnede "het document bedoeld in artikel 3, § 1 waarvan de begeleider of de bestuurder houder is" vervangen door de zinsnede "een bewijs dat hij voldoet aan een van de voorwaarden, vermeld in artikel 3, § 1".

    Art. 9. In artikel 35/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2013 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 november 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  27. in het eerste lid wordt punt 1° vervangen door wat volgt:

    "1° een bewijs dat hij voldoet aan een van de voorwaarden, vermeld in artikel 3, § 1;";

  28. aan het eerste lid, 2°, a), worden de woorden "of het bewijs dat hij is vrijgesteld van scholing" toegevoegd;

  29. in het eerste lid, 2°, wordt punt b) opgeheven;

  30. in het eerste lid wordt punt 3° vervangen door wat volgt:

    "3° het bewijs dat de kandidaat geslaagd is voor het theoretische examen van de categorie waarvoor hij het praktische examen aflegt, of dat hij daarvan vrijgesteld is.

    De kandidaat legt bovendien de verklaring, vermeld in artikel 41, § 1, voor, in voorkomend geval samen met, naargelang het geval, een of twee van de attesten, vermeld in artikel 41, § 2 en § 3, of in artikel 45, tweede lid;";

  31. in het tweede lid wordt punt 1° vervangen door wat volgt:

    "1° een bewijs dat hij voldoet aan een van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT