Besluit van de Vlaamse Regering over de financiering van vernieuwende projecten die inzetten op een doorgaande lijn tussen kinderopvang van baby's en peuters, kleuteronderwijs en kleuteropvang, de 16 juillet 2021

Hoofdstuk 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. Agentschap voor Onderwijsdiensten: het agentschap opgericht bij het besluit van de Vlaamse regering van 2 september 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap `Agentschap voor Onderwijsdiensten';

  2. beleidsvoerend vermogen: de mate waarin de partner in staat is om een zelfstandig beleid te voeren, rekening houdend met de beschikbare beleidsruimte, met de eigen doelstellingen en met de specifieke context, en de mate waarin de activiteiten van de verantwoordelijke en van de medewerkers op elkaar zijn afgestemd in functie van de doelstellingen, vermeld in dit besluit;

  3. decreet van 20 april 2012: het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters;

  4. decreet van 29 november 2013: het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning;

  5. decreet van 3 mei 2019: het decreet van 3 mei 2019 over de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten;

  6. integriteit: de geldende normen en waarden naleven, minstens in de omgang met gezinnen, kinderen en medewerkers, met specifieke aandacht voor de positieve omgang met diversiteit en het voorkomen van en gepast reageren op discriminatie en grensoverschrijdend gedrag;

  7. kleuteropvang: de opvang, vermeld in artikel 2, 3°, van het decreet van 3 mei 2019;

  8. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien;

  9. onderwijspartner: het personeel en het schoolbestuur van de basisschool zoals bepaald in artikel 3, punt 6, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 of de kleuterschool zoals bepaald in artikel 3, punt 26, van hetzelfde decreet;

  10. Opgroeien regie: het intern verzelfstandigd agentschap Opgroeien regie, opgericht bij het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie;

  11. organisator buitenschoolse activiteiten: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een aanbod van buitenschoolse activiteiten organiseert in de zin van artikel 2, 1° van het decreet van 3 mei 2019 houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten;

  12. organisator kinderopvang: de organisator met een vergunning voor de kinderopvang van baby's en peuters, vermeld in artikel 4, eerste lid, 1° en 2°, van het decreet van 20 april 2012;

  13. stuurgroep: een groep, samengesteld uit medewerkers van Opgroeien regie en het Agentschap voor onderwijsdiensten, de afgevaardigden van het Gemeenschapsonderwijs en van de representatieve verenigingen van de schoolbesturen of inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs, en afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties voor onderwijs, belangenbehartigende vertegenwoordigers van organisatoren kinderopvang, Onderwijsinspectie, Zorginspectie en eventuele externe experten.

    Hoofdstuk 2. - Subsidie

    Art. 2. Opgroeien regie kan een subsidie van 45.000 (vijfenveertigduizend) euro op jaarbasis toekennen aan twaalf lokale samenwerkingsverbanden, als vermeld in artikel 6, voor de realisatie van een vernieuwend project Doorgaande Lijn dat voldoet aan de bepalingen, vermeld in dit besluit.

    De subsidie, vermeld in artikel 2, wordt besteed aan personeels- of werkingsmiddelen.

    Art. 3. De beslissing over de toekenning van de subsidies wordt genomen op basis van een oproep.

    Art. 4. Opgroeien regie kent de jaarlijkse subsidie, vermeld in artikel 2, toe voor een projectperiode van drie jaar.

    De projectperiode loopt van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2024.

    Hoofdstuk 3. - Doelstelling en opdrachten

    Art. 5. De doelstelling van het vernieuwend project Doorgaande Lijn, vermeld in artikel 2, bestaat erin om te komen tot een concept voor het verwezenlijken van een doorgaande lijn tussen kinderopvang, kleuteronderwijs en kleuteropvang.

    Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, lokaal te realiseren, wordt onderzocht hoe een breed aanbod van onderwijs en opvang kan worden vormgegeven:

  14. dat kinderen de kans biedt op rijke en gevarieerde ontplooiingskansen en speelmogelijkheden;

  15. dat een continuïteit in tijd en ruimte biedt, wat betekent dat:

    1. de dagindeling in een goede balans van inspanning en ontspanning voorziet en verzekerd is doorheen de hele dag en doorheen het hele jaar, met inbegrip van de schoolvakanties;

    2. de werking plaatsvindt in de fysieke nabijheid van elkaar;

  16. dat kwaliteitsvol en toegankelijk is.

    Het realiseren van de doelstelling, vermeld in het eerste lid, houdt ook in dat er aandacht is voor continuïteit met thuis en de buurt, meer bepaald door:

  17. het ontwikkelen van een gedeelde visie en praktijk met betrekking tot ouderparticipatie en ouderbeleid met aandacht voor samenwerking en communicatie met alle ouders over hun kinderen;

  18. de verbinding met preventieve gezinsondersteuning, waaronder het Huis van het Kind, en met cultuur en vrije tijd, de lokale besturen en met de CLB's.

    Het realiseren van de doelstelling, vermeld in het eerste lid, doet geen afbreuk aan de vrije keuze voor kinderopvang of aan de vrije schoolkeuze van ouders en ook niet aan de bepalingen betreffende het opnamebeleid in het decreet van 20 april 2012 of aan het decreet van 25 november 2011 betreffende het inschrijvingsrecht.

    Art. 6. Het vernieuwend project, vermeld in artikel 2, bestaat uit twee fases:

  19. een eerste fase die loopt van 1 januari 2022 tot en met 31 augustus 2023;

  20. een tweede fase die loopt van 1 september 2023 tot en met 31 december 2024.

    Art. 7. De eerste fase, vermeld in artikel 6, 1°, is een exploratieve fase, waarin niet wordt afgeweken van de bestaande sectorale regelgeving. In deze fase voert het lokale samenwerkingsverband onderstaande opdrachten uit:

  21. het goedgekeurde project verder uitwerken in een ondernemingsplan en er uitvoering aan geven;

  22. het draagvlak versterken voor de uitvoering van het vernieuwend project bij partners en andere relevante actoren;

  23. het detecteren en analyseren van de drempels en essentiële voorwaarden om de doelstelling, vermeld in artikel 5, de opdrachten vermeld in artikel 10, en de beoogde resultaten, vermeld in het ondernemingsplan, ten volle te kunnen realiseren. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar drempels in de sectorale regelgeving op het vlak van kinderopvang, onderwijs, preventieve gezinsondersteuning en buitenschoolse activiteiten.

    Art. 8. Met het oog op de tweede fase, vermeld in artikel 6, 2°...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT