Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 193/1 en artikel 261/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, wat betreft compenserende maatregelen voor de revalidatievoorzieningen en de revalidatieziekenhuizen, de 2 avril 2021
Artikel 1. Aan artikel 193/1 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, zoals ingevoegd door het besluit van 17 april 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
-
in het derde lid wordt tussen de woorden "artikel 191, § 1, 1°. " en "Als de revalidatievoorziening", de zin "Vanaf april 2021 is het bedrag dat gefactureerd wordt op basis van een reguliere activiteit het bedrag dat door het agentschap werd berekend voor de overeenstemmende maand van het jaar 2020." ingevoegd;
-
het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt:
"Er kan een laatste keer een compenserend budget worden aangerekend voor de maand juni 2021."
-
aan het artikel, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, met twee leden, die luiden als volgt:
" § 2. In september 2021 doet het agentschap een eindafrekening voor het in paragraaf 1 bepaalde compenserend budget van het jaar 2020. Het agentschap berekent het verschil tussen de voor het jaar 2020 betaalde bedrag aan compenserend budget en het bedrag dat de revalidatievoorziening voor 90 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen, vermeld in artikel 191, § 1, 3°, zou kunnen hebben factureren. Als een revalidatievoorziening in 2019 meer dan 90 % van het theoretisch aantal eenheidsprestaties heeft gefactureerd, wordt in de berekening van het verschil rekening gehouden met het percentage dat in 2019 werd gefactureerd. Het bedrag dat aldus werd berekend wordt hetzij teruggevorderd van de revalidatievoorziening, hetzij betaald door het agentschap.
In september 2022 doet het agentschap een eindafrekening voor het in paragraaf 1 bepaalde compenserend budget van het jaar 2021. Hiervoor wordt dezelfde methodologie gevolgd als in het eerste lid, toegepast op de eerste zes maanden van het jaar 2021."
Art. 2. In artikel 261/1 van hetzelfde besluit wordt het vierde lid vervangen door wat volgt:
"Er kan een laatste keer een compenserend budget worden aangerekend voor de maand juni 2021."
Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Handtekening
Brussel, 2 april 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON
De Vlaamse...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI