Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2020 over erkenning van de Corona crisis en tot afwijking van de waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen, de 10 avril 2020

Artikel 1. Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2020 over erkenning van de Corona crisis en tot afwijking van de waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen wordt vervangen door wat volgt :

"Art. 2. De verbintenissen van de kredietnemer die voortvloeien uit de financieringsovereenkomsten of andere verrichtingen, vermeld in artikel 7/1, eerste lid, 1°, van het tweede Waarborgbesluit van 18 februari 2005, kunnen onder toepassing van een waarborg worden gebracht.

De verbintenissen die voorvloeien uit kaskredieten en werkkapitaallijnen toegestaan door de waarborghouder vóór de inwerkingtreding van dit besluit en waarvan de verbintenissen nog niet onder de waarborg zijn gebracht kunnen onder de waarborg worden gebracht.

De verbintenissen die voortvloeien uit de leasingovereenkomsten of andere verrichtingen, toegestaan vóór de inwerkingtreding van dit besluit en waarvan de verbintenissen nog niet onder de waarborg zijn gebracht kunnen onder de waarborg worden gebracht.

De verbintenissen van een onderneming, vermeld in het eerste, tweede en derde lid, kunnen enkel onder de toepassing van een waarborg worden gebracht voor zover op datum van 31 december 2019 er tegen de onderneming geen collectieve insolventieprocedure loopt en zij niet voldoet aan de criteria volgens het nationale recht om, op verzoek van zijn schuldeisers, aan een collectieve insolventieprocedure te worden onderworpen.

De verbintenissen, vermeld in het tweede en derde lid, kunnen enkel onder toepassing van de waarborg worden gebracht mits de verbintenissen nog niet opeisbaar werden gesteld. Het dekkingspercentage van de waarborg voor deze verbintenissen mag niet meer bedragen dan 50%.

Voor de verbintenissen, vermeld in het tweede lid, dient de waarborghouder zich schriftelijk te verbinden om deze kredieten gedurende minimum drie maanden te behouden en niet opeisbaar te stellen.

Voor de verbintenissen, vermeld in het derde lid, dient de waarborghouder zich schriftelijk te verbinden een uitstel van betaling te verlenen van minimum drie maanden.

Voor de toepassing van dit besluit worden de bepalingen van artikel 7, § 2, tweede en derde lid, van het tweede Waarborgbesluit van 18 februari 2005, buiten toepassing geplaatst.

Voor de verbintenissen die voortvloeien uit de bestaande financieringsovereenkomsten, leasingovereenkomsten en andere verrichtingen die reeds eerder onder de waarborg zijn gebracht, zal een verlenging van de waarborg...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT