Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de mate waarin bij het bepalen van een onteigeningsvergoeding rekening wordt gehouden met de waardevermeerdering die voortvloeit uit vergunde, gemelde of vrijgestelde handelingen uitgevoerd in een reservatiestrook, de 10 mai 2019

Artikel 1. Dit besluit bepaalt de mate waarin, met toepassing van artikel 4.3.8, § 2, derde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, bij het vaststellen van een onteigeningsvergoeding rekening gehouden wordt met de waardevermeerdering die voortvloeit uit vergunde, gemelde of vrijgestelde handelingen, uitgevoerd in een reservatiestrook.

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. bevoegde administratie: de administratie die bevoegd is voor de realisatie van de openbare infrastructuren, openbare wegen of nutsvoorzieningen waarvoor de reservatiestrook is aangeduid;

  2. bouwvolume: het bouwvolume, vermeld in artikel 4.1.1, 2°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

  3. constructie: een constructie als vermeld in artikel 4.1.1, 3°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;

  4. herbouwen: herbouwen als vermeld in artikel 4.1.1, 6°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

    Art. 2. Er wordt geen rekening gehouden met de eventuele waardevermeerdering die voortvloeit uit de volgende handelingen:

  5. het oprichten van een nieuwe vrijstaande constructie;

  6. het herbouwen van constructies, met uitzondering van vergunde herstelwerken na vernietiging of beschadiging door vreemde oorzaak;

  7. het uitbreiden van het bouwvolume van een bestaande constructie met meer dan 25 %, met uitzondering van handelingen als vermeld in artikel 4.4.19, § 1, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

    Art. 3. Met behoud van de toepassing van artikel 4.3.8, § 2, vierde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt voor alle andere handelingen dan de handelingen, vermeld in artikel 2 van dit besluit, de waardevermeerdering voor 75 % in rekening gebracht als een onteigening plaatsvindt meer dan vijf jaar na de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg.

    Voor de toepassing hiervan, en voor de toepassing van artikel 4.3.8, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt de datum van het voorlopig onteigeningsbesluit, vermeld in artikel 10 van het het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017, beschouwd als tijdstip van de onteigening.

    Art. 4. § 1. Als een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor het herbouwen van een constructie in een reservatiestrook, en de bevoegde administratie brengt over die aanvraag een gunstig of voorwaardelijk gunstig advies uit met toepassing van artikel 4.3.8, § 2, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dan kan de bevoegde administratie de vergunningsaanvrager verzoeken een beëdigd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT