Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen over de handhaving van het integraal handelsvestigingsbeleid, de 26 octobre 2018

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. bestuurlijke maatregel: een maatregel als vermeld in artikel 24, § 1, van het decreet van 15 juli 2016;

  2. beveiligde zending: een van de volgende betekeningswijzen:

    1. een aangetekende brief;

    2. een afgifte tegen ontvangstbewijs;

    3. elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze, waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld.

  3. bevoegde administratie: het Agentschap Innoveren en Ondernemen, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen;

  4. decreet van 15 juli 2016: het decreet van 15 juli 2016 betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid;

  5. departement: het Departement Omgeving, vermeld in artikel 29 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

  6. gewestelijk toezichthouder: een gewestelijk toezichthouder als vermeld in artikel 15, § 1, van het decreet van 15 juli 2016;

  7. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de economie.

    HOOFDSTUK 2. - Toezichthouders

    Art. 2. De leidend ambtenaar van de bevoegde administratie is bevoegd om gewestelijk toezichthouders aan te wijzen.

    De leidend ambtenaar van de bevoegde administratie kan de bevoegdheden, vermeld in het eerste lid delegeren tot op het meest functionele niveau.

    Art. 3. De toezichthouder draagt een legitimatiebewijs als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2008 betreffende de legitimatiekaarten van de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid die belast zijn met inspectie- of controlebevoegdheden.

    Art. 4. De minister kan nadere regels bepalen over de inhoud en de vorm van het verslag van vaststelling, vermeld in artikel 15, § 2, van het decreet van 15 juli 2016.

    HOOFDSTUK 3. - Bestuurlijke handhaving

    Art. 5. De leidend ambtenaar van de bevoegde administratie wordt aangesteld als ambtenaar als vermeld in artikel 19, eerste lid, van het decreet van 15 juli 2016.

    De leidend ambtenaar van de bevoegde administratie is bevoegd om andere ambtenaren van de bevoegde administratie aan te stellen als ambtenaar zoals vermeld in het eerste lid.

    De leidend ambtenaar van de bevoegde administratie kan de bevoegdheid, vermeld in het tweede lid, delegeren tot op het meest functionele niveau.

    Art. 6. De gemotiveerde verzoeken om kwijtschelding, vermindering of uitstel van betaling, vermeld in artikel 21, § 1, van het decreet van 15 juli 2016, worden gericht aan het departement.

    Art. 7. De leidend ambtenaar van het departement wordt aangewezen als de ambtenaar, vermeld in artikel 21, § 2, van het decreet van 15 juli 2016.

    De leidend ambtenaar van het departement is bevoegd om andere ambtenaren van het departement aan te stellen als ambtenaar als vermeld in het eerste lid.

    De leidend ambtenaar van het departement kan de bevoegdheid, vermeld in het tweede lid, delegeren tot op het meest functionele niveau.

    HOOFDSTUK 4. - Bedrag van de exclusieve bestuurlijke geldboete

    Afdeling 1. - Basisbedrag van de exclusieve bestuurlijke geldboete

    Art. 8. De aard van de inbreuk bepaalt het basisbedrag van de exclusieve bestuurlijke geldboete.

    Voor elke inbreuk op artikel 11, eerste lid, 1°, van het decreet van 15 juli 2016 wordt een basisbedrag van de exclusieve bestuurlijke geldboete van 500 euro opgelegd.

    Voor elke inbreuk op artikel 11, eerste lid, 2°, van het decreet van 15 juli 2016 wordt een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT