Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen, de wijziging van diverse bepalingen van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013 en de heffing op directe lijnen, de 30 novembre 2018

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in het achtste lid wordt de zinsnede "en het Vlaams Agentschap voor Samenwerking rond Gegevensdeling tussen de Actoren in de Zorg," vervangen door de zinsnede ", het Vlaams Agentschap voor Samenwerking rond Gegevensdeling tussen de Actoren in de Zorg en het Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid,";

  2. er wordt een dertiende lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "De onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen als gevolg van de taken van het Fonds Culturele Infrastructuur worden ingevorderd door personeelsleden van de Vlaamse Belastingdienst.".

    HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013

    Art. 2. In artikel 2.1.6.0.1, eerste lid, van het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013 wordt de zinsnede "artikel 2.1.6.0.2, eerste lid, 1° en 2° " vervangen door de zinsnede "artikel 2.1.6.0.2, eerste lid, 1°, 2° en 3° ".

    Art. 3. In artikel 2.1.6.0.2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. tussen de zinsnede "artikel 2.1.6.0.2, eerste lid, 1° " en de zinsnede ", van de Vlaamse Codex Fiscaliteit" wordt de zinsnede "en 2° " ingevoegd;

  4. in punt 1° worden de woorden "stedenbouwkundige vergunning of" opgeheven;

  5. er wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:

    "4° een afschrift van de stedenbouwkundige verordening of het ruimtelijk uitvoeringsplan dat het kernwinkelgebied of het winkelarm gebied afbakent waarin het onroerend goed ligt."

    Art. 4. Artikel 2.1.6.0.3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 en 24 maart 2017, wordt vervangen door wat volgt:

    "Art. 2.1.6.0.3. De aanvrager voegt de volgende documenten bij zijn aanvraag om de vrijstelling van de onroerende voorheffing, vermeld in artikel 2.1.6.0.2, eerste lid, 3°, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, te verkrijgen:

  6. een afschrift van de omgevingsvergunning of meldingsakte voor de sloopwerkzaamheden en de vervangbouw;

  7. een afschrift van het proces-verbaal van voorlopige oplevering van de vervangbouw dat is opgemaakt tussen de bouwheer en de aannemer of architect;

  8. een attest waaruit blijkt dat het onroerend goed waarvoor de vrijstelling van de onroerende voorheffing wordt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT