Besluit van de secretaris-generaal van het Departement Buitenlandse Zaken tot subdelegatie van sommige beslissingsbevoegdheden aan personeelsleden van het departement, de 8 mars 2019

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het Departement Buitenlandse Zaken.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. de secretaris-generaal: het personeelslid dat belast is met de leiding van het Departement Buitenlandse Zaken;

  2. de afdelingshoofden: de personeelsleden, houder van een managementfunctie van N-1 niveau, die belast zijn met de leiding van een entiteit op N-1 niveau in het Departement Buitenlandse Zaken;

  3. de stafdirecteur: het personeelslid dat belast is met de leiding van de ondersteunende stafdiensten in het Departement Buitenlandse Zaken, m.u.v. het personeel van het stafsecretariaat van de secretaris-generaal, de chauffeur en de leden van het projectsecretariaat Wereldoorlog I;

  4. de organisatiebeheersing: het geheel van de door de directieraad van het Departement Buitenlandse Zaken goedgekeurde maatregelen die gericht zijn op het bereiken van de opgelegde doelstellingen en het effectief en efficiënt beheer van risico's; de naleving van regelgeving en procedures; de betrouwbaarheid van de financiële en beheersrapportering; de efficiënte werking van de diensten en het efficiënt inzetten van de middelen; en de bescherming van de activa en de voorkoming van fraude. Deze maatregelen hebben betrekking op de thema's doelstellingen, procesmanagement en risicomanagement; belanghebbendenmanagement; monitoring; organisatiestructuur; HR-management; organisatiecultuur; informatie en communicatie; financieel management; facility management; en ICT.

    Art. 3. § 1. De bij dit besluit aan de afdelingshoofden, de stafdirecteur en andere personeelsleden gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtneming van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van de relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, instructies, richtlijnen en beslissingen.

    § 2. De bij dit besluit aan de afdelingshoofden en stafdirecteur gedelegeerde beslissingsbevoegdheden kunnen enkel uitgeoefend worden binnen de perken van de taakstelling van de betrokken afdeling of -stafdiensten en van de kredieten en middelen die onder het beheer ervan ressorteren.

    § 3. Als het gebruik van de bij dit besluit verleende delegaties gepaard gaat met de gunning van een overheidsopdracht, zijn artikelen 7 en 8 van dit besluit van toepassing.

    Art. 4. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot:

  5. de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;

  6. de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;

  7. het sluiten van overeenkomsten.

    HOOFDSTUK 2. - Delegatie inzake organisatiebeheersing

    Art. 5. Het afdelingshoofd en de stafdirecteur hebben delegatie om de beslissingen te nemen die nodig zijn voor het realiseren van de organisatiebeheersing in de betrokken afdeling of -stafdiensten.

    Art. 6. Voor het personeelsmanagement hebben het afdelingshoofd en de stafdirecteur delegatie om op het niveau van de betrokken afdeling of stafdiensten beslissingen te nemen over:

  8. de indienstneming van personeelsleden, na goedkeuring van de vacature en de functiebeschrijving op hoofdlijnen door het hoofd van het departement;

  9. de toewijzing van de functie aan personeelsleden;

  10. de goedkeuring van toelagen en vergoedingen die het VPS voorziet, behoudens de beslissingen die in het VPS worden voorbehouden voor een ander orgaan;

  11. het toestaan van de verloven en dienstvrijstellingen die het VPS voorziet, behoudens de verloven waarvoor het VPS bepaalt dat ze door het hoofd van de entiteit of de minister worden toegestaan.

    HOOFDSTUK 3. - Delegatie inzake overheidsopdrachten

    Art. 7. Het afdelingshoofd en de stafdirecteur hebben delegatie om overheidsopdrachten en raamovereenkomsten te plaatsen voor werken, leveringen en diensten, tot een bedrag dat de onderstaande bedragen niet overschrijdt:

  12. in geval van een openbare of niet-openbare procedure: 100.000 euro;

  13. in geval van een mededingingsprocedure met onderhandeling: 75.000 euro;

  14. in geval van een (vereenvoudigde) onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging en de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking: 32.500 euro;

  15. in geval van een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking en de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging: 17.500 euro.

    Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op:

  16. de geraamde waarde van de opdracht voor:

    1. alle voorbereidende beslissingen, waaronder minstens de principiële beslissing tot uitvoering van de opdracht, de keuze van de gunningsprocedure, de goedkeuring van de opdracht documenten en de selectiebeslissing;

    2. de beslissing tot niet-plaatsing;

  17. het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing.

    Het afdelingshoofd en de stafdirecteur hebben naast de delegatie, vermeld in het eerste lid, delegatie om overheidsopdrachten van beperkte waarde die tot stand komen met aanvaarde factuur als vermeld in artikel 92 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, te plaatsen tot een bedrag dat de 10.000 euro niet overschrijdt.

    Het afdelingshoofd en de stafdirecteur hebben delegatie om opdrachten te plaatsen in het kader van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan tot een bedrag per opdracht van respectievelijk:

  18. 650.000 euro voor werken;

  19. 400.000 euro voor leveringen;

  20. 120.000 euro voor diensten.

    De in dit besluit vermelde bedragen zijn bedragen, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

    Art. 8. Als het afdelingshoofd of de stafdirecteur...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT