Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van de artikelen 35, § 5, tweede lid, en 53, § 6, van het decreet van 18 januari 2018 houdende het Wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming, de 25 août 2022

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient verstaan te worden onder:

  1. adviseur aanwezigheidsdienst: een adviseur voor hulpverlening aan de jeugd of een adjunct-adviseur voor hulpverlening aan de jeugd die voor de aanwezigheidsdienst zorgt;

  2. decreet: decreet van 18 januari 2018 houdende het Wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;

  3. directeur van de aanwezigheidsdienst: directeur van de jeugdbescherming of adjunct-directeur van de jeugdbescherming die voor de aanwezigheidsdienst zorgt;

  4. bewaringsperiode: periode gedurende dewelke de aanwezigheidsdienst voor een aanwezigheid zorgt;

  5. SAJ : Dienst voor hulpverlening de jeugd;

  6. SPJ: Dienst voor de bescherming van de jeugd;

  7. aanwezigheidsdienst: de verplichting voor de adviseur, de adjunct-adviseur voor hulpverlening aan de jeugd en de directeur, de adjunct-directeur voor jeugdbescherming, om telefonisch bereikbaar en beschikbaar te zijn op vrijdag van 17 tot 22 uur en op zaterdag en zondag van 9 tot 17 uur, alsook op feestdagen van 9 tot 17 uur ;

  8. toestand gekend door de adviseur van de aanwezigheidsdienst: de toestand waarvoor de adviseur van de aanwezigheidsdienst, die zelf titularis is van het dossier, met de betrokkenen een hulpverleningsprogramma heeft opgesteld overeenkomstig de artikelen 21 en 23 van het decreet;

  9. toestand gekend door de directeur van de aanwezigheidsdienst: de toestand waarvoor de directeur van de aanwezigheidsdienst, die zelf titularis is van het dossier, de maatregel heeft uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 51 en 53 van het decreet;

  10. toestand niet gekend door de adviseur van de aanwezigheidsdienst: de toestand waarvoor geen verzoek aan de adviseur is gericht, of waarvoor de adviseur van de aanwezigheidsdienst zelf niet titularis is van het dossier, of waarvoor de adviseur van de aanwezigheidsdienst zelf titularis van het dossier is maar nog geen hulpverleningsprogramma met de betrokkenen heeft opgesteld overeenkomstig de artikelen 21 en 23 van het decreet;

  11. toestand niet gekend door de directeur van de aanwezigheidsdienst: de toestand waarvoor de dienstverantwoordelijke zelf niet over het dossier beschikt, of waarvoor de dienstverantwoordelijke zelf wel over het dossier beschikt maar de maatregel nog niet heeft uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 51 en 53 van het decreet.

    Art. 2. Voor elke bewaringsperiode zijn een adviseur of adjunct-adviseur voor hulpverlening aan de jeugd en een directeur of adjunct-directeur voor jeugdbescherming aanwezig voor elke in artikel 6 bedoelde aanwezigheidsdienstzone.

    Art. 3. Het openbaar ministerie neemt telefonisch contact op met de adviseur van de aanwezigheidsdienst wanneer het voornemens is de artikelen 37, 37/1, 52 of 52/1 van het decreet toe te passen tijdens de periodes waarop de aanwezigheidsdienstplicht betrekking heeft.

    De adviseur van de aanwezigheidsdienst verwijst de vervolging door naar de directeur van de aanwezigheidsdienst als het verzoek betrekking heeft op een toestand die wordt beheerd door een directeur of adjunct-directeur van jeugdbescherming.

    Art...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT