Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 50 betreffende de schietsport en de in de Franse Gemeenschap georganiseerde sportbeweging, de 2 mars 2021
Hoofdstuk 1. - Bepalingen die afwijken van het decreet van 20 december 2011 betreffende de beoefening van de schietsport
Artikel 1. De periode van 13 maart 2020 tot en met 28 februari 2021 wordt geacht niet uitwerking te hebben gehad.
Dit heeft de volgende gevolgen:
-
elke aanvraag tot hernieuwing van een schutterslicentie, ingediend in de periode tussen 13 maart 2020 en 28 februari 2021, wordt geacht te zijn ingediend met ingang van 1 maart 2021;
-
de duur van een schutterslicentie wordt geschorst in de periode tussen 13 maart 2020 en 28 februari 2021. De duur wordt derhalve automatisch verlengd met de dagen die hadden moeten verstrijken gedurende de perioden van schorsing of op de wijze bedoeld in artikel 2, indien aan de voorwaarden van artikel 2, lid 2, is voldaan. Schietsessies verricht in de periode tussen 13 maart en 28 februari 2021 worden niettemin geregistreerd in het schietsportboekje;
-
de duur van de voorlopige vergunning van een sportschutter, al dan niet verlengd, wordt geschorst in de periode tussen 13 maart 2020 en 28 februari 2021. De duur wordt dus automatisch verlengd met de dagen die tijdens de perioden van schorsing hadden moeten verstrijken;
-
de afgifte van schutterslicenties en de vernieuwing van die licenties die in de periode tussen 13 maart 2020 en 28 februari 2021 had moeten plaatsvinden, worden uitgesteld tot 1 maart 2021;
-
de afgifte van voorlopige vergunningen voor sportschutters en de aanvraag tot verlenging van deze vergunningen, die in de periode van 13 maart 2020 tot en met 28 februari 2021 hadden moeten plaatsvinden, worden geacht te hebben plaatsgevonden op 1 maart 2021, welke datum overeenkomt met de begindatum van de vergunning of van de verlenging daarvan;
-
indien een vergunning voor een sportschutter is afgegeven in de periode van 13 maart 2020 tot en met 28 februari 2021, wordt deze vergunning pas op 1 maart 2021 van kracht. De schietsessies die in deze periode worden verricht, worden niettemin in het schietsportboekje opgenomen en worden geacht met een geldige vergunning te zijn verricht, indien de schutter over een dergelijke vergunning beschikte op het ogenblik dat hij deze schietsessies verrichtte;
-
indien een voorlopige sportschutterslicentie werd afgeleverd in de periode tussen 13 maart 2020 en 28 februari 2021, treedt deze voorlopige sportschutterslicentie pas in werking vanaf 1 maart 2021. De schietsessies die tijdens deze periode worden uitgevoerd, worden niet in aanmerking genomen in het kader van artikel 9 van het decreet van 20 december 2011 betreffende de beoefening van de schietsport, maar worden geacht te zijn uitgevoerd in het kader van een geldige voorlopige vergunning indien de schutter over een dergelijke vergunning beschikte op het ogenblik dat hij deze schoten heeft uitgevoerd.
Art. 2. Voor het jaar 2020 wordt, in afwijking van artikel 3, eerste lid, van voormeld decreet van 20 december 2011, een sportschutter als regelmatige schutter beschouwd indien hij jaarlijks deelneemt aan minstens zes schietsessies voor de enige of de eerste categorie van gebruikte wapens en aan minstens één schietsessie voor alle andere categorieën van gebruikte wapens.
Indien de sportschutter om redenen die verband houden met de gezondheidscrisis van COVID-19 niet heeft kunnen deelnemen aan de in lid 1 bedoelde schietsessies, en mits zo...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI