Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 23 betreffende de annulering van de externe proeven die met een getuigschrift bekrachtigd worden in het kader van de COVID-19-crisis, de 11 juin 2020

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. " Het decreet externe evaluatie " : het decreet van 2 juni 2006 betreffende de externe evaluatie van de verworven kennis van leerlingen van het leerplichtonderwijs en het getuigschrift van basisonderwijs na het lager onderwijs;

  2. " de examencommissie binnen de school " : de examencommissie bedoeld in artikel 28, § 1, van het decreet externe evaluatie ;

  3. " de examencommissie artikel 26 " : de examencommissie bedoeld in artikel 26, van het decreet externe evaluatie.

    HOOFDSTUK II. - De toekenning van het getuigschrift van basisonderwijs

    Art. 2. Voor het schooljaar 2019-2020 wordt de gemeenschappelijke externe proef georganiseerd met het oog op het behalen van het getuigschrift van basisonderwijs, zoals bepaald in titel III van het decreet externe evaluatie, geannuleerd.

    Art. 3. In afwijking van artikel 29, § 5, vierde lid, van het decreet externe evaluatie, mogen voor het schooljaar 2019-2020 de nuttige elementen die als basis voor de beslissing over de toekenning of weigering van het getuigschrift van basisonderwijs, in het dossier van de leerling worden opgenomen door de examencommissie binnen de school of door de klassenraad van de inrichtingen voor gespecialiseerd onderwijs waarvan leerlingen moesten deelnemen aan de gemeenschappelijke externe proef, in toepassing van artikel 28, § 3 van het decreet externe evaluatie of, in het geval van een gemeenschappelijke externe proef die door leerlingen van de eerste graad van het secundair onderwijs moest worden afgelegd, geen betrekking hebben op:

    1. de resultaten van de samenvattende evaluaties die in de vorm van een examenzitting op het einde van het schooljaar worden georganiseerd;

    2. de resultaten van de samenvattende evaluaties in het kader van het huiswerk dat door de leerling moest worden uitgevoerd tijdens de periode van schorsing van de lessen en activiteiten, zoals vastgesteld bij het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, of bij elk ander besluit dat daarvoor in de plaats komt. De positieve betrokkenheid bij de voltooiing van dit werk kan echter het voorwerp uitmaken van een algemene beoordeling ten behoeve van de leerling.

    Art. 4. Voor het schooljaar 2019-2020 is de Algemene Inspectiedienst verantwoordelijk voor het ontwerpen van een specifieke externe evaluatie met het oog op het behalen van het getuigschrift van basisonderwijs.

    De specifieke externe evaluatie is toegankelijk voor studenten die aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen:

    1. vóór 30 april 2020 ingeschreven zijn voor de gemeenschappelijke externe proef op grond van artikel 20, tweede lid, van het decreet externe evaluatie;

    2. niet ingeschreven zijn in het 6e leerjaar basisonderwijs in een door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde of georganiseerde onderwijsinrichting;

    3. niet ingeschreven zijn voor de gemeenschappelijke externe proef door een inrichting voor gespecialiseerd onderwijs gesubsidieerd of georganiseerd door de Franse Gemeenschap;

    4. niet ingeschreven zijn in een buitenlandse " Ecole à programmes " van de Franse Gemeenschap waarvan de diploma's en getuigschriften overeenkomstig de wet van 19 maart 1971 betreffende de gelijkwaardigheid van de buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften een beslissing tot gelijkwaardigheid genieten.

    Art. 5. In afwijking van artikel 28, § 4, van het decreet externe evaluatie geeft de examencommissie artikel 26 voor het schooljaar 2019-2020 het getuigschrift van basisonderwijs af aan de leerling die door annulering ervan niet kon deelnemen aan de gemeenschappelijke externe proef en die geslaagd is voor de specifieke externe evaluatie bedoeld in artikel 4 van dit besluit.

    Art. 6. § 1. De beslissing om het getuigschrift van basisonderwijs al dan niet toe te kennen moet per aangetekende brief of per e-mail met ontvangstbevestiging aan de ouders van de leerling of aan de persoon met het ouderlijk gezag tegen ten laatste 30 juni 2020 worden meegedeeld door:

    - de examencommissie in het geval bedoeld in artikel 29, § 5, van het decreet externe evaluatie;

    - de klassenraad in de inrichtingen voor gespecialiseerd onderwijs waarvan leerlingen zouden deelnemen aan de gemeenschappelijke externe proef in toepassing van artikel 28, § 3, van het decreet externe evaluatie, of in het geval van een gemeenschappelijke externe proef die zou worden afgelegd door leerlingen van de eerste graad van het secundair onderwijs;

    - de examencommissie artikel 26 voor de leerlingen bedoeld in artikel 4, tweede lid, van dit besluit.

    § 2. Wanneer de examencommissie in de school of de klassenraad weigert het getuigschrift van basisonderwijs af te geven, stuurt de directie van de school of haar afgevaardigde de ouders van de leerling of de persoon met het ouderlijk gezag onverwijld een kopie van het dossier van de leerling, met inbegrip van met name:

  4. de met redenen omklede beslissing van de examencommissie in de school of de klassenraad;

  5. een kopie van de schoolrapporten voor de laatste twee jaar van het basisonderwijs van de leerling;

  6. een gedetailleerd verslag van de onderwijzer of de klassenleraar met een gunstig of ongunstig advies over de toekenning van het getuigschrift van basisonderwijs aan de betrokken leerling.

    De kopie van het dossier wordt per e-mail of per post of tijdens het gesprek met de directie van de school meegedeeld, waarbij aan de ouders of de persoon met het ouderlijk gezag wordt uitgelegd waarom het getuigschrift van basisonderwijs niet aan hun kind kon worden uitgereikt.

    HOOFDSTUK III. - Nadere regels voor het afleggen, verbeteren en beveiligen van de specifieke externe evaluatie die met het getuigschrift van basisonderwijs wordt bekrachtigd

    Art. 7. De specifieke externe evaluatie vindt plaats op 22 en 23 juni 2020. De evaluatie is gespreid over twee ochtenden en bestaat uit 8 periodes van elk 50 minuten.

    Art. 8. De in artikel 4, tweede lid, bedoelde leerlingen worden 15 kalenderdagen voor de beoordeling per post opgeroepen. In de uitnodiging worden de plaatsen, data en tijdstippen van het afleggen van de beoordeling vermeld.

    Art. 9. De Algemene Inspectiedienst is verantwoordelijk van het toezicht op het afleggen van de evaluaties.

    Art. 10. De keuze van de plaats waar de specifieke externe...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT