Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere leden van het personeel van het Overheidsbedrijf voor de Digitale Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC), de 16 janvier 2019

TITEL I. - Algemene bepalingen

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient verstaan te worden onder :

  1. "decreet" : het decreet van 25 oktober 2018 betreffende het Overheidsbedrijf voor de Digitale Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC);

  2. "het Overheidsbedrijf" : betreffende het Overheidsbedrijf voor de Digitale Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC), zoals georganiseerd bij het decreet van 25 oktober 2018 bedoeld in 1 ° ;

  3. "Minister" : het lid van de Regering van de Franse Gemeenschap dat administratieve informatica in zijn bevoegdheden heeft;

  4. "communicatiekosten" : alle uitgaven in verband met geschreven, audiovisuele en elektronische publicaties, voorlichtings- en bewustmakingsactiviteiten ten gunste van het publiek en de daarmee samenhangende bijkomende kosten;

  5. "vertegenwoordigingskosten" : alle uitgaven in verband met restaurant-, receptiekosten en/of relatiegeschenken die de behoeften van de dienst vereisen in verband met betrekkingen met vertegenwoordigers van externe organisaties buiten het Overheidsbedrijf.

    HOOFDSTUK 2. - Subdelegaties

    Deel 1. - Voorwerp en vorm van subdelegatie

    Art. 2. § 1. Behalve in gevallen waarin dit besluit deze mogelijkheid uitdrukkelijk verbiedt of beperkt, kunnen de delegatiehoudende overheden, door middel van een schriftelijke en voorafgaande subdelegatie, opgesteld overeenkomstig de procedures van artikel 3, de door dit besluit toegewezen bevoegdheden of een deel daarvan delegeren aan de personeelsleden die zij aanwijzen.

    De delegatiehoudende overheden mogen alleen delegeren aan de personeelsleden over wie zij hun hiërarchische gezag uitoefenen.

    § 2. In geval van afwezigheid of verhindering van de subgedelegeerde, en van de persoon die op grond van de subdelegatie voor zijn vervanging moet zorgen, wordt de delegatiehoudende bevoegdheid uitgeoefend door de bevoegde delegatiehoudende overheid.

    Indien de delegatiehoudende overheid zelf afwezig is, wordt voor de plaatsvervanging gezorgd overeenkomstig hoofdstuk 4 van deze titel.

    § 3. De bevoegdheid tot subdelegatie als bedoeld in het eerste lid kan, behoudens in gevallen waarin dit besluit daarin uitdrukkelijk voorziet, niet worden gesubdelegeerd.

    Art. 3. § 1. Elke subdelegatie is gebaseerd op een schriftelijke en voorafgaande akte.

    Om geldig te worden opgesteld, vermeldt de subdelegatie :

  6. de datum waarop deze is vastgesteld;

  7. de jurisdictie die het voorwerp uitmaakt van de overeenkomst en haar wettelijke of regelgevende basis;

  8. de regelgevende basis die subdelegatie verleent;

  9. de identiteit, het ambt en de rang van de delegatiehoudende overheid en de subgedelegeerde;

  10. desgevallend, indien de delegatiehoudende instantie dit gepast acht of indien dit besluit erin voorziet, de identiteit, het ambt en de rang van de plaatsvervanger (s) die is/zijn aangewezen om de delegatiehoudende bevoegdheid uit te oefenen in geval van afwezigheid of verhindering van de subgedelegeerde.

    § 2. Hij bevat ook de handtekening van de delegatiehoudende overheid en de subgedelegeerde (n).

    § 3. De akte vermeldt ook de datum van inwerkingtreding, maar deze mag niet vroeger zijn dan de datum van de vaststelling ervan en, in voorkomend geval, de datum waarop deze eindigt.

    Bij gebrek aan vermelding van de datum van inwerkingtreding van de in lid 1 bedoelde akte, wordt deze geacht in werking te treden op de datum van bekendmaking ervan, overeenkomstig artikel 7.

    § 4. De bepalingen van dit besluit die uitdrukkelijk van paragraaf 1 afwijken, worden strikt geïnterpreteerd.

    Afdeling 2. - Herroepen en wijziging van subgedelegeerde

    Art. 4. § 1. De delegatiehoudende instantie kan te allen tijde besluiten de verleende subdelegatie geheel of gedeeltelijk te herroepen door middel van een schriftelijke en voorafgaande herroepingsakte waarin de identiteit, ambt en rang worden vermeld van het personeelslid met betrekking tot wie een dergelijk ontslag is verleend, alsook de datum waarop deze van kracht wordt.

    § 2. In geval van definitieve herroeping eindigt de overeenkomstig artikel 3 vastgestelde subdelegatie-akte van rechtswege met ingang van de datum van inwerkingtreding van de akte van herroeping.

    § 3. In geval van vervanging van de subgedelegeerde of van een van zijn plaatsvervangers, vermeldt de herroepingsakte de identiteit van het personeelslid dat hem vervangt. Deze vervanging gaat in op de dag van de inwerkingtreding van de akte van herroeping.

    In dit geval wordt een speciale melding van de identiteit van de opvolger en van de datum waarop de vervanging van kracht wordt, op de subdelegatie aangebracht, die vervolgens opnieuw wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 7.

    Art. 5. Onverminderd artikel 3, lid 3, wordt de subdelegatie van rechtswege beëindigd op de datum waarop de gesubdelegeerde het ambt van subdelegatie definitief ophoudt te bekleden.

    Afdeling 3. - Wijziging van delegatiehoudende overheid

    Art. 6. Indien de delegatiehoudende overheid gewijzigd wordt, blijven de akten van subdelegatie die door de eerdere delegatiehoudende overheid werden genomen, geldig totdat deze wordt herroepen of vervangen door de nieuwe delegatiehoudende overheid.

    Afdeling 4. - Bekendmaking van de gesubdelegeerde akten

    Art. 7. Het Overheidsbedrijf zal voldoende bekendheid geven aan de subdelegaties die op grond van dit besluit zijn verleend.

    HOOFDSTUK 3. - Algemene voorwaarden waaraan personeelsleden moeten voldoen om een delegatie uit te oefenen

    Art. 8. De delegaties van bevoegdheid en ondertekening bedoeld bij of krachtens dit besluit kunnen alleen worden uitgeoefend door personeelsleden.

    Wanneer dit besluit een administratieve rangvoorwaarde vaststelt, moet het niet-statutaire personeelslid een beloningsschaal genieten in een bereik van niet minder dan deze van een ambtenaar die dezelfde delegatie kan uitoefenen door of krachtens dit besluit.

    Voor de toepassing van dit besluit, oefent een lid van het personeel dat is aangewezen om een hoger ambt te vervullen, in de zin van het besluit van de Regering van 5 december 2008 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de Instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVIIre>ssorteren, met uitzondering van het Algemeen Commissariaat voor Internationale Betrekkingen, alle prerogatieven uit die met dit ambt gepaard gaan.

    Art. 9. De bepalingen van dit besluit die betrekking hebben op het ontbreken van een delegatiehoudende of subdelegatie-overheid, hebben betrekking op alle hypotheses van ambtelijke afwezigheid van de betrokken persoon, met uitzondering van de definitieve beëindiging van de ambten.

    Art. 10. De delegaties van bevoegdheden die bij of krachtens dit besluit worden verleend, worden uitgeoefend onverminderd :

  11. de controle en uitoefening door de delegatieverlenende overheden of de delegatiehoudende overheden van de bevoegdheden die zij hebben gedelegeerd;

  12. de uitoefening door een ambtenaar-generaal van hogere rang van de bevoegdheden van de delegatiehoudende overheden onderworpen aan zijn hiërarchische gezag.

    Elk voorstel van een personeelslid met betrekking tot de uitvoering van een akte waarvoor hij geen delegatie heeft, wordt noodzakelijkerwijs doorgegeven aan de bevoegde delegatiehoudende overheid via elk van de hiërarchische meerderen langs de hiërarchische lijn tussen dat personeelslid en die overheid.

    HOOFDSTUK 4. - Bepalingen die van toepassing zijn in geval van afwezigheid of verhindering van een ambtenaar-generaal en de onmogelijkheid om het directiecomité bijeen te roepen

    Art. 11. De plaatsvervangingsvoorwaarden waarin dit hoofdstuk voorziet, doen geen afbreuk aan de mogelijkheid om artikel 10 toe te passen in geval van afwezigheid of verhindering van een delegatiehoudende overheid.

    Art. 12. § 1. Als de administrateur-generaal afwezig is of verhinderd is, vervangt de plaatsvervangend administrateur-generaal hem.

    § 2. In geval van afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal, wordt voor de vervanging van de administrateur-generaal door de directeur-generaal voor Informatica of door de aangewezen ambtenaar van minstens rang 12 die de oudste in graad is, met dien verstande dat, als de anciënniteit van rang gelijk is, eerst rekening wordt gehouden met de dienstanciënniteit, dan met de leeftijd, en die door de administrateur-generaal is benoemd door een schriftelijke en voorafgaande akte opgesteld in overeenstemming met artikel 3, ter informatie aan de Minister meegedeeld.

    § 3.In geval van afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal, de adjunct-administrateur-generaal en de directeur-generaal voor Informatica, wordt voor de vervanging van de administrateur-generaal door een lid van het personeel van klasse C + dat ten minste is aangewezen door een overeenkomstig artikel 3 opgestelde schriftelijke en voorlopige akte, ter informatie aan de administrateur-generaal meegedeeld, ofwel, in afwezigheid van een dergelijke aanstelling, door een personeelslid van de betrokken dienst van minstens klasse B, met dien verstande dat het steeds zal gaan om het personeelslid van de hoogste klasse en dat bij gelijkheid van klasse, er rekening zal worden gehouden, eerst met de anciënniteit in de klasse, en daarna de dienstanciënniteit en eindelijk de leeftijd.

    Art. 13. Het personeelslid dat ad interim is benoemd om voorlopig in de vervanging van een ambtenaar-generaal te voorzien, beschikt over alle prerogatieven die door dit besluit worden toegekend aan de ambtenaar-generaal die hij vervangt.

    Art. 14. § 1. Het Overheidsbedrijf dient voldoende bekendheid te geven aan de schriftelijke en eerdere schriftelijke handelingen die zijn vastgesteld met toepassing van deze afdeling.

    § 2. In afwijking van paragraaf 1 moeten de akten met betrekking tot perioden van afwezigheid die niet één maand overschrijden niet worden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT