Besluit van de Regering tot invoering van telewerk en tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het personeel van het Ministerie en van bepaalde instellingen van openbaar nut van de Duitstalige Gemeenschap, de 15 septembre 2022

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Regering van 20 januari 1993 tot vaststelling van de spilbedragen voor de toekenning van een haardtoelage of van een standplaatstoelage aan het personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en van de paragemeenschappelijke instellingen

Artikel 1 - Artikel 1, 3°, van het besluit van de Regering van 20 januari 1993 tot vaststelling van de spilbedragen voor de toekenning van een haardtoelage of van een standplaatstoelage aan het personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en van de paragemeenschappelijke instellingen, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 20 februari 2003, wordt vervangen als volgt:

"3° de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven;"

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren

Art. 2. - In artikel 10 van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren, vervangen bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. het derde lid wordt vervangen als volgt:

    "De Regering wijst voor een verlengbare termijn van vijf jaar hoogstens twee plaatsvervangers van de secretaris-generaal aan onder de ambtenaren of contractuele personeelsleden van niveau I die een positieve evaluatie hebben gekregen en die op het tijdstip van de aanstelling een algemene dienstanciënniteit van minstens 15 jaar hebben."

  2. in het vierde lid worden de woorden "plaatsvervangende secretaris-generaal" vervangen door de woorden "plaatsvervanger van de secretaris-generaal";

  3. het artikel wordt aangevuld met een vijfde lid, luidende:

    "Als de secretaris-generaal wegens ziekteverlof of een andere vorm van verlof afwezig is of niet in de mogelijkheid verkeert om het Ministerie te leiden, worden de specifieke beslissingsbevoegdheden van de secretaris-generaal van ambtswege overgedragen aan zijn plaatsvervanger. Als de Regering meer dan één plaatsvervanger voor de secretaris-generaal aanwijst, worden de beslissingsbevoegdheden overdragen aan de plaatsvervanger met de hoogste algemene dienstanciënniteit. De onmogelijkheid om het Ministerie te leiden, wordt vastgesteld door twee leden van de directieraad, met uitzondering van de secretaris-generaal; de beslissing wordt unaniem genomen."

    Art. 3. - In artikel 10.1 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  4. in het eerste lid worden de woorden "plaatsvervangende secretarissen-generaal" vervangen door de woorden "plaatsvervangers van de secretaris-generaal";

  5. in het tweede lid worden de woorden "plaatsvervangende secretaris-generaal" vervangen door de woorden "plaatsvervanger van de secretaris-generaal".

    Art. 4. - Artikel 11, § 1, van hetzelfde besluit van de Regering, vervangen bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, wordt vervangen als volgt:

    " § 1 - De directieraad van het Ministerie telt minstens drie leden en bestaat uit de secretaris-generaal, de plaatsvervangers van de secretaris-generaal en de bestuursdirecteurs. De secretaris-generaal bekleedt het voorzitterschap."

    Art. 5. - In artikel 11.3 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 28 oktober 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  6. in het eerste lid worden de woorden "plaatsvervangende secretaris-generaal bevoegd voor Personeel" telkens vervangen door de woorden "secretaris-generaal of diens plaatsvervanger";

  7. in het derde lid worden de woorden "plaatsvervangende secretaris-generaal bevoegd voor Personeel" vervangen door de woorden "secretaris-generaal of diens plaatsvervanger".

    Art. 6. - In hoofdstuk I, afdeling 2, van hetzelfde besluit van de Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 17 januari 2013, 19 januari 2017 en 28 oktober 2021, wordt een artikel 11.4 ingevoegd, luidende:

    "Art. 11.4 - De directieraad wijst de onmiddellijke hiërarchische meerderen aan en de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger maakt hun naam zo snel mogelijk na de aanwijzing en na elke wijziging bekend. Hierbij kan het gaan om ambtenaren, om contractuele personeelsleden of om personeelsleden uit het onderwijs die met een opdracht voor het Ministerie zijn belast."

    Art. 7. - Artikel 39, § 1, derde lid, van hetzelfde besluit van de Regering, vervangen bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, wordt opgeheven.

    Art. 8. - In artikel 71 van hetzelfde besluit van de Regering, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 23 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  8. het tweede lid wordt opgeheven;

  9. het tiende lid wordt vervangen als volgt:

    "De ambtenaar die door de Regering als plaatsvervanger van de secretaris-generaal wordt aangewezen, wordt voor de duur van zijn aanwijzing ingeschaald in weddeschaal M2. Deze bepaling heeft geen enkele uitwerking op de regeling inzake bevorderingen."

  10. het elfde lid wordt vervangen als volgt:

    "De ambtenaar die door de Regering als departementshoofd wordt aangewezen, wordt voor de duur van zijn aanwijzing ingeschaald in weddeschaal M4. Deze bepaling heeft geen enkele uitwerking op de regeling inzake bevorderingen."

    Art. 9. - Artikel 87.5 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 19 januari 2017, wordt opgeheven.

    Art. 10. - In artikel 91 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, wordt de tweede zin opgeheven.

    Art. 11. - In artikel 105, tweede lid, van hetzelfde besluit van de Regering, vervangen bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, worden de woorden "het departementshoofd" telkens vervangen door de woorden "de onmiddellijke hiërarchische meerdere" en worden de woorden "van zijn departement" opgeheven.

    Art. 12. - In hetzelfde besluit van de Regering, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 28 oktober 2021, wordt een hoofdstuk VIII.1 ingevoegd, dat de artikelen 191.1 tot 191.6 bevat, luidende:

    "HOOFDSTUK VIII.1 - TELEWERK"

    Art. 13. - In hoofdstuk VIII.1 van hetzelfde besluit van de Regering wordt een artikel 191.1 ingevoegd, luidende:

    "Art. 191.1 - Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  11. structureel telewerk: het in het kader van de arbeidsverhouding regelmatig verrichten van het werk in de door de ambtenaar gebruikte privéruimten, waarbij de verrichting van het werk vooraf wordt vastgelegd in een overeenkomst die overeenkomstig artikel 191.2 is opgemaakt;

  12. occasioneel telewerk: het in het kader van de arbeidsverhouding occasioneel verrichten van het werk in de door de ambtenaar gebruikte privéruimten met schriftelijke toestemming van de onmiddellijke hiërarchische meerdere, zonder overeenkomst die vooraf overeenkomstig artikel 191.2 is opgemaakt."

    Art. 14. - In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 191.2 ingevoegd, luidende:

    "Art. 191.2 - Een ambtenaar kan te allen tijde een aanvraag indienen om structureel telewerk te verrichten. Daartoe dient hij minstens één maand vóór het geplande begin van het structureel telewerk een schriftelijke aanvraag in bij:

  13. zijn onmiddellijke hiërarchische meerdere als het structureel telewerk tot 40 % van de arbeidstijd van de ambtenaar zal bedragen;

  14. de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger, indien het structureel telewerk meer dan 40 % van de arbeidstijd van de ambtenaar zal bedragen.

    De onmiddellijke hiërarchische meerdere of, naargelang van het geval, de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger onderzoekt of de voorstellingen van de ambtenaar verenigbaar zijn met het belang van de dienst. In geval van een positieve beoordeling sluit hij met de ambtenaar een schriftelijke overeenkomst waarin de modaliteiten van het structureel telewerk worden vastgelegd voor een periode van minstens drie tot hoogstens twaalf maanden.

    Die overeenkomst bevat ten minste de volgende gegevens:

  15. het percentage telewerk;

  16. de tijdsplanning, uitgedrukt in uren of dagen;

  17. de vormen van bereikbaarheid tijdens het telewerk."

    Art. 15. - In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 191.3 ingevoegd, luidende:

    "Art. 191.3 - § 1 - Voor structureel telewerk ontvangt de ambtenaar per maand een vergoeding van 100 euro, vermenigvuldigd met het percentage telewerk ten opzichte van een voltijdse betrekking dat is vastgelegd in de overeenkomstig artikel 191.2 opgestelde overeenkomst.

    De vergoeding wordt samen met de maandwedde uitbetaald.

    Als tijdens ten minste dertig opeenvolgende dagen geen werkelijke diensten verricht worden, wordt de vergoeding vanaf de 31e dag voor de duur van de afwezigheid niet uitbetaald.

    § 2 - De ambtenaar ontvangt geen vergoeding voor occasioneel telewerk."

    Art. 16. - In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 191.4 ingevoegd, luidende:

    "Art. 191.4 - Tijdens het telewerk zijn de regels van het arbeidsreglement en de arbeidstijdregeling van toepassing.

    Tijdens het telewerk is de ambtenaar bereikbaar in de kerntijden zoals die in het arbeidsreglement zijn vastgelegd.

    Een ambtenaar heeft geen absoluut recht op structureel telewerk. Hij is verplicht gevolg te geven aan een uitzonderlijke terugroeping door een meerdere om fysiek aanwezig te zijn en in de gebouwen van de werkgever te werken."

    Art. 17. - In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 191.5 ingevoegd, luidende:

    "Art. 191.5 - § 1 - Elke wijziging in de toewijzing van de ambtenaar aan een onmiddellijke hiërarchische meerdere maakt van ambtswege een einde aan de overeenkomst die overeenkomstig artikel 191.2 is opgesteld.

    § 2 - Indien de onmiddellijke hiërarchische meerdere tekortkomingen vaststelt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT