Besluit van de Regering houdende verdeling van de bevoegdheden onder de ministers, de 20 juin 2019

Artikel 1. - Voor de toepassing van dit besluit wordt onder "bijzondere wet" de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen verstaan.

Art. 2. - Dit besluit verdeelt de taken binnen de Regering met het oog op de voorbereiding en de uitvoering van haar beslissingen.

Art. 3. - § 1 - De heer Oliver PAASCH, minister-president, is bevoegd voor :

  1. de coördinatie van het beleid van de Regering;

  2. de financiën en de begroting;

  3. de administratieve organisatie, met inbegrip van het administratief toezicht en het personeel;

  4. de betrekkingen met het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap;

  5. de internationale betrekkingen en de betrekkingen tussen de gemeenschappen met de nationale en gewestelijke instellingen, met uitzondering van de buitenlandse betrekkingen in de afzonderlijke aangelegenheden die tot de bevoegdheid van een ander lid van de Regering behoren;

  6. de coördinatie en het beheer van Europese stimuleringsprogramma's, met uitzondering van onderwijs- en jeugdprogramma's;

  7. de gewestelijke aangelegenheden op het gebied van de ondergeschikte besturen, zoals de uitoefening ervan bij het decreet van het Waalse Gewest van 27 mei 2004 en het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 1 juni 2004 overgedragen is;

  8. de gemeenschapscentra;

  9. het strafrechtelijk beleid, zoals vermeld in artikel 11bis van de bijzondere wet;

  10. de initiatieven op het gebied van duurzame ontwikkeling en locatie-ontwikkeling, met inbegrip van de promotie van streekproducten;

  11. de infrastructuur in de aangelegenheden waarvoor hij krachtens dit besluit bevoegd is evenals de infrastructuur waarvan de Duitstalige Gemeenschap eigenaar, mede-eigenaar of beheerder is, met uitzondering van de schoolgebouwen van het gemeenschapsonderwijs;

  12. de algemene uitvoering en begeleiding van de institutionele hervormingen.

    De heer Oliver PAASCH, minister-president, is bovendien bevoegd voor de volgende kernthema's: klimaatbescherming en biodiversiteit.

    § 2 - De heer Oliver PAASCH draagt de titel "Ministerpräsident, Minister für lokale Behörden und Finanzen" (Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën).

    Art. 4. - § 1 - De heer Antonios ANTONIADIS, minister, is bevoegd voor :

  13. het gezondheidsbeleid, zoals vermeld in artikel 5, § 1, I, van de bijzondere wet, met inbegrip van verslavingspreventie en gezondheid op school;

  14. het gezinsbeleid, zoals vermeld in artikel 5, § 1, II, 1°, van de bijzondere wet, met inbegrip van de voorlichting en bewustmaking inzake de rechten van het kind, met uitzondering van de kinderopvang;

  15. het beleid inzake maatschappelijk welzijn, zoals vermeld in artikel 5, § 1, II, 2°, van de bijzondere wet, met inbegrip van de initiatieven op het gebied van huisvesting;

  16. het beleid inzake onthaal en integratie van inwijkelingen, zoals vermeld in artikel 5, § 1, II, 3°, van de bijzondere wet;

  17. het gehandicaptenbeleid, met inbegrip van de beroepsopleiding, omscholing en bijscholing van gehandicapten, alsook de mobiliteitshulpmiddelen, zoals bedoeld in artikel 5, § 1, II, 4°, van de bijzondere wet, met inbegrip van het toezicht op de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven;

  18. het bejaardenbeleid, zoals vermeld in artikel 5, § 1, II, 5°, van de bijzondere wet;

  19. de jeugdbescherming, zoals vermeld in artikel 5, § 1, II, 6°, van de bijzondere...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT