Besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de organisatie van begrafenissen in het kader van de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus Covid-19 te beperken, de 19 juin 2020

Artikel 1. Het transport van overledenen mag enkel uitgevoerd worden door erkende begrafenisondernemingen naar een rouwkamer die zij hebben ingericht. Het is strikt verboden om de overledene thuis te houden.

Art. 2. Het is tot 30 juni 2020 aan maximaal honderd personen toegestaan om deel te nemen aan de uitvaart van een overledene, vanaf het verlaten van het rouwcentrum tot de teraardebestelling of verassing.

Dit maximum wordt op tweehonderd personen gebracht vanaf 1 juli 2020.

Voor de toepassing van dit artikel dient het aantal personen als een absoluut maximum te worden beschouwd, op voorwaarde dat de social distancing-maatregelen, zowel binnen als buiten, nageleefd kunnen worden.

Als de familie of de rechthebbenden van de overledene de wens uiten een confessionele of niet-confessionele plechtigheid te organiseren, zal de begrafenisonderneming erop toezien aan deze wens tegemoet te komen. Daartoe legt zij de nodige contacten met de verantwoordelijken van de plaats van de plechtigheid, of het nu gaat om een gebedsplaats of een andere, om ervoor te zorgen dat de plechtigheid in goede omstandigheden verloopt. Het wordt overigens sterk aanbevolen de plechtigheden in tijd te beperken, opdat zij onder de voorwaarden van dit artikel en voor iedereen georganiseerd kunnen worden.

Voor plechtigheden en momenten van bezinning in een gesloten ruimte, of het nu gaat om een gebedsplaats of een andere, en wanneer het onmogelijk blijkt om maximaal honderd mensen gelijktijdig aanwezig te laten zijn (tweehonderd vanaf 1 juli 2020) met inachtneming van de social distancing-maatregelen, wordt het sterk aanbevolen er, in overleg met alle betrokken actoren, zowel de families als de operatoren, voor te zorgen dat de deelnemers afwisselend aanwezig kunnen zijn.

Art. 3. De gemeentelijke overheden en de politiediensten worden belast met de handhaving van dit besluit.

Art. 4. De Syndicale Kamer der Begrafenisondernemers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt ermee belast de informatie en de goede praktijken onder al haar leden te verspreiden en desgevraagd praktische begeleiding te bieden.

Art. 5. Elke begrafenisonderneming ziet erop toe dat de kosten voor het organiseren van begrafenissen strikt beperkt blijven tot de werkelijk verzekerde dienst en zonder meerkosten, rekening houdend met de beperkingen opgelegd door dit besluit.

Art. 6. Overtredingen tegen dit besluit worden bestraft met de straffen bepaald in artikel 1 van de wet van 6 maart 1818, gewijzigd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT