Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de mondmaskerplicht in het openbaar vervoer en in zorginstellingen, de 22 avril 2022

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder mondmasker: een masker zonder uitlaatventiel, uit stof of wegwerpmateriaal, dat nauw aansluit op het gelaat, en de neus, mond en kin bedekt, bestemd om besmettingen bij contact tussen personen te voorkomen.

Art. 2. § 1. Iedere persoon van 12 jaar en ouder is verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker in de binnenruimten van het openbaar vervoer. Onder openbaar vervoer wordt verstaan: de bus die wordt ingezet in het openbaar vervoer, de (pre)metro, de tram en de trein.

In afwijking van het eerste lid is de bestuurder van de openbare vervoersmaatschappijen en van alle bussen die diensten uitvoeren in het kader van het openbaar vervoer niet verplicht om de mond en de neus te bedekken op voorwaarde dat hij goed afgeschermd is in de bestuurderspost.

§ 2. Het mondmasker mag occasioneel worden afgezet om te eten en te drinken.

§ 3. Wanneer het dragen van een mondmasker niet mogelijk is om medische redenen, mag een gelaatsscherm worden gebruikt.

De verplichtingen, vermeld in dit artikel, zijn niet van toepassing op personen die in de onmogelijkheid zijn een mondmasker of een gelaatsscherm te dragen wegens een beperking, gestaafd door middel van een medisch attest.

Art. 3. Art. 3. § 1. Iedere persoon van 12 jaar en ouder is verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker in de binnenruimten van de volgende plaatsen:

  1. in ziekenhuizen;

  2. in apotheken;

  3. op alle plaatsen waar medische en paramedische zorg wordt verstrekt, met uitzondering van zorg die verleend wordt door logopedisten en psychologen;

§ 2 - Elk personeelslid en elke bezoeker van 12 jaar en ouder is verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker in de voorzieningen voor opvang of huisvesting van ouderen.

De bewoners en patiënten van de instellingen die in het eerste lid worden opgesomd, zijn vrijgesteld van de plicht om hun mond en neus te bedekken met een masker.

§ 3. Het mondmasker mag occasioneel worden afgezet om te eten en te drinken en wanneer de aard van de activiteit, waaronder de zorgverlening, het onmogelijk maakt om een mondmasker te dragen.

§ 4. Wanneer het dragen van een mondmasker niet mogelijk is om medische redenen, mag een gelaatsscherm worden gebruikt.

De verplichtingen, vermeld in dit artikel, zijn niet van toepassing op personen die in de onmogelijkheid zijn een mondmasker of een gelaatsscherm te dragen wegens een beperking, gestaafd door middel van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT