Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de werkingssubsidies voor centra voor dagopvang en centra voor dagverzorging, de 20 janvier 2022

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder:

  1. Erkend: met een erkenning zoals bedoeld in artikel 11 van de ordonnantie of een voorlopige werkingsvergunning zoals bedoeld in artikel 13 van de ordonnantie;

  2. Begunstigden: bejaarde personen opgevangen in een centrum voor dagopvang of een centrum voor dagverzorging;

  3. Centrum voor dagopvang: voorziening voor bejaarde personen in de zin van artikel 2, 4°, e) van de ordonnantie;

  4. Centrum voor dagverzorging: voorziening voor bejaarde personen in de zin van artikel 2, 4°, d) van de ordonnantie;

  5. Beheerraad: de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van Iriscare, in de zin van artikel 21 van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;

  6. Iriscare : de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, zoals bedoeld in artikel 2, § 1 van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;

  7. Ministers: de leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Gezondheid en Bijstand aan Personen;

  8. Ordonnantie: de ordonnantie van 24 april 2008 betreffende de voorzieningen voor opvang en huisvesting van bejaarden.

    HOOFDSTUK 2. - Werkingssubsidies voor de centra voor dagopvang

    Art. 2. Binnen de grenzen van de begrotingskredieten wordt, overeenkomstig dit besluit, een werkingssubsidie van een maximaal forfaitair jaarlijks bedrag van 4.000 euro per erkende plaats toegekend aan de erkende centra voor dagopvang.

    Art. 3. Om voor een subsidie zoals bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen, moet het centrum voor dagopvang erkend zijn op 1 januari van het jaar van activiteit waarvoor de subsidie wordt verleend.

    Art. 4. De volgende categorieën van kosten komen in aanmerking voor de in artikel 2 bedoelde subsidie:

  9. personeelskosten;

  10. huurkosten en -lasten;

  11. onderhoudskosten;

  12. administratieve kosten;

  13. communicatiekosten;

  14. kosten voor activiteiten en animatie;

  15. opleidingskosten;

  16. diefstal- en brandverzekeringskosten;

  17. afschrijvingen.

    De ministers kunnen de categorieën van de kosten, bedoeld in het eerste lid verduidelijken, met inbegrip van het vaststellen van de kosten voor elke categorie die voor subsidie in aanmerking komen, en van een percentage per categorie van kosten.

    HOOFDSTUK 3. - Werkingssubsidies voor de centra voor dagverzorging

    Art. 5. Binnen de grenzen van de begrotingskredieten en onverminderd de tegemoetkoming in de centra voor dagverzorging, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt, overeenkomstig dit besluit, een werkingssubsidie voor een maximaal forfaitair jaarlijks bedrag van 3.000 euro toegekend per erkende plaats aan de erkende centra voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT