Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 28 januari 2021 tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van 25 oktober 2007 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de diensten voor thuiszorg, de 28 janvier 2021

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van het Verenigd College van 25 oktober 2007 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de diensten voor thuiszorg, worden de bepalingen onder 4°, 5° en 6° vervangen als volgt :

"4° "administratie" : de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, zoals bedoeld in artikel 2 van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;

  1. "ambtenaren" : de personeelsleden van de diensten van het Verenigd College aangesteld bij de inspectiedienst;

  2. "afdeling" : de Beheerraad voor gezondheid en bijstand aan personen van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, zoals bedoeld in artikel 21 van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag;"

    Art. 2. Artikel 39 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "De Ministers bepalen het forfait per niet-gepresteerd uur door de gezins- of bejaardenhelpers en de poetshulpen die een vermindering van de arbeidstijd genieten voor de compenserende aanwerving. Dat forfaitair bedrag wordt aan de werkgever toegekend met het oog op de aanwerving van een nieuw personeelslid of de uitbreiding van de arbeidsduur van een al aangeworven werknemer met een identiek aantal uren. Na de wettelijke pensioenleeftijd genereert de vermindering van de arbeidsduur deze subsidie niet langer."

    Art. 3. In artikel 41 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. In § 1, eerste lid, worden de woorden "en niet-gepresteerde uren" ingevoegd tussen de woorden "subsidieerbare prestatie-uren" en de woorden "het zogenaamde urenquotum";

  4. § 2 wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "In afwijking van het vorige lid, kunnen de Ministers voor de begrotingsjaren 2020 en 2021, na advies van de afdeling, elk van deze urenquota tijdens het respectieve lopende jaar herzien."

    Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.

    In afwijking van het vorige lid, heeft artikel 3, 2°, uitwerking met ingang van 1 januari 2020.

    Art. 5. De Leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid worden belast met de uitvoering van dit besluit.

    Handtekening

    Brussel, 28 januari 2021.

    Het lid van het Verenigd College,

    bevoegd voor Welzijn en Gezondheid,

    E. VAN DEN...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT