Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de financiële actoren, de 20 décembre 2018

TITEL I. - ALGEMENE BEPALING.

Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. "Ordonnantie" : de ordonnantie van 21 november 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;

  2. "Toezichtorgaan voor de diensten van het Verenigd College" : de directie Boekhouding en Begroting van de diensten van het Verenigd College;

  3. "Toezichtorgaan voor de autonome instelling": de financiële directie van de autonome bestuursinstelling, in het bijzonder is dit voor Iriscare de dienst Budget, Financiën en Monitoring;

  4. "Bicommunautaire entiteit": de entiteit zoals bedoeld in artikel 2, 3°, van de ordonnantie;

  5. "Boekhoudkundige entiteit": een entiteit zoals bedoeld in artikel 2, 3°, van de ordonnantie;

  6. "Kassier" : de kredietinstelling die de dagstaat bijhoudt van de thesaurie van de diensten van het Verenigd College;

  7. "Autonome bestuursinstelling": een rechtspersoon zoals bepaald in artikel 2, 2° van de ordonnantie;

  8. "Autonome bestuursinstelling van eerste categorie": een rechtspersoon zoals bedoeld in artikel 96bis, 1°, van de ordonnantie;

  9. "Autonome bestuursinstelling van tweede categorie": een rechtspersoon zoals bedoeld in artikel 96bis, 2°, van de ordonnantie;

  10. "Diensten van het Verenigd College": de administratie bedoeld in artikel 2, 1° van de ordonnantie;

  11. "Vastgesteld recht" : het vastgesteld recht zoals bedoeld in artikel 36 van de ordonnantie.

  12. "Boekhouder": de persoon bedoeld in artikel 44 van de ordonnantie.

    § 2. Dit besluit is van toepassing op de bicommunautaire entiteit.

    TITEL II. - DE DIENSTEN VAN HET VERENIGD COLLEGE EN DE BESTUURSINSTELLINGEN VAN EERSTE CATEGORIE.

    HOOFDSTUK I. - De ordonnateur.

    Art. 2. De functie van primaire ordonnateur wordt uitgeoefend door het Verenigd College.

    De functie van secundaire ordonnateur wordt uitgeoefend door de Leden van het Verenigd College, volgens de bepalingen tot verdeling van de bevoegdheden vastgesteld door het Verenigd College.

    Art. 3. De functie van gedelegeerde ordonnateur wordt uitgeoefend door :

  13. de Leidend Ambtenaar van de diensten van het Verenigd College;

  14. de leidend ambtenaar van de autonome bestuursinstelling van eerste categorie;

  15. de ambtenaren met name aangesteld voor specifieke functionele bevoegdheden.

    Art. 4. De gesubdelegeerde ordonnateur van de diensten van het Verenigd College en de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie wordt aangesteld door de secundaire ordonnateur, overeenkomstig artikel 7 van dit besluit, op voorstel van de gedelegeerde ordonnateur.

    Art. 5. De Leden van het Verenigd College kunnen respectievelijk een gedelegeerde en een gesubdelegeerde ordonnateur aanstellen binnen de leden van hun kabinet.

    Art. 6. De secundaire, gedelegeerde of gesubdelegeerde ordonnateurs mogen enkel handelen binnen de grenzen vastgesteld door de delegatie- of subdelegatiebesluiten.

    Art. 7. Het delegatie- of subdelegatiebesluit bepaalt voor elke delegatie minimaal :

    - haar toepassingsgebied,

    - haar aard,

    - haar grenzen.

    Met toepassingsgebied worden de ambtenaren, functies, diensten en directies bedoeld die onderworpen zijn aan het delegatie- of subdelegatiebesluit.

    Onder aard wordt verstaan het voorwerp van de in termen van volmachten en handtekening verleende delegatie.

    Onder grenzen wordt verstaan de opsomming van de drempels die per uitgavencategorie dienen te worden gerespecteerd.

    Art. 8. De gedelegeerde ordonnateur voert de organisatiestructuur alsook de systemen en de procedures van beheer en interne controle in die afgestemd zijn op de uitoefening van zijn taken.

    Art. 9. Wanneer een gedelegeerde of gesubdelegeerde ordonnateur van oordeel is dat een beslissing die hem toekomt ingaat tegen de wettelijke of reglementaire bepalingen, of als hij noch de diensten die van hem afhangen over de nodige informatie beschikken, dan stuurt hij deze terug naar de delegerende autoriteit.

    Er kan geen maatregel worden opgelegd aan gedelegeerde of gesubdelegeerde ordonnateurs die als dusdanig optreden, zonder voorafgaand advies van de Inspectie van Financiën. Dat advies wordt gegeven binnen de acht dagen na de kennisgeving van het dossier aan de Inspectie van Financiën.

    Art. 10. Onverminderd de eventuele strafrechtelijke aansprakelijkheid van de ordonnateurs, stelt de gedelegeerde of gesubdelegeerde ordonnateur zich aansprakelijk in het geval :

  16. hij een onwettige activiteit, fraude of corruptie zou begaan;

  17. hij bevelen tot invordering of betaling zou opstellen die ongegrond zijn;

  18. hij zou nalaten invorderingsbevelen op te stellen voor ontvangsten die verschuldigd zijn.

    HOOFDSTUK II. - De boekhouder.

    Art. 11. De boekhouder van de diensten van het Verenigd College of van de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie maakt deel uit de dienst Boekhouding en Begroting van de betrokken diensten van het Verenigd College of van de financiële dienst van de betrokken autonome bestuursinstelling van eerste categorie.

    Hij wordt aangesteld door het Verenigd College, op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en de Begroting.

    De boekhouder beschikt voor de uitoefening van zijn opdrachten over ambtenaren die onder zijn hiërarchische verantwoordelijkheid staan.

    Door zijn aanstelling, is de boekhouder van de diensten van het Verenigd College of van de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie verplicht geregeld verslag uit te brengen bij de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en de Begroting, volgens de modaliteiten die door hen zijn bepaald, van de verrichtingen die hij uitvoert.

    Art. 12. De boekhouder boekt de vastgestelde rechten opgesteld door de bevoegde ordonnateurs.

    Art. 13. De boekhouder ontvangt van de ordonnateurs, die garant staan voor de betrouwbaarheid ervan, alle informatie die nodig is voor het opstellen van rekeningen die een getrouw beeld geven van het vermogen en van de uitvoering van de begroting van de boekhoudkundige entiteit.

    HOOFDSTUK III. - De rekenplichtigen.

    Afdeling 1. - Aanstelling.

    Art. 14. De centraliserende rekenplichtigen, de rekenplichtige van de geschillen, de rekenplichtige van de liggende gelden en de rekenplichtige van de derdengelden van de diensten van het Verenigd College of van de autonome bestuursinstelling van eerste categorie worden, in functie van hun ervaring en hun vakbekwaamheid, door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en de Begroting aangesteld. Deze rekenplichtigen maken deel uit van het personeel van de betrokken diensten van het Verenigd College of de betrokken autonome bestuursinstelling van eerste categorie.

    De rekenplichtigen van de ontvangsten en de beheerders van de voorschotten van het Verenigd College of de betrokken autonome bestuursinstelling van eerste categorie worden op de voordracht van de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College aangesteld door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en de Begroting.

    De beheerders van de voorschotten van de kabinetten worden op voordracht van de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College aangesteld. Het aanstellingsbesluit wordt ook getekend door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en de Begroting.

    Art. 15. § 1. Voor elke titelvoerende rekenplichtige van de diensten van het Verenigd College of van de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie wordt er door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en de Begroting, op de voordracht van de functioneel bevoegde Leden van het Verenigd College, gelijktijdig een plaatsvervangende rekenplichtige aangesteld. Een tweede plaatsvervanger kan worden aangesteld voor de centraliserende rekenplichtige van de uitgaven.

    Enkel de titelvoerende rekenplichtigen zijn verantwoording verschuldigd aan het Rekenhof, voor de thesaurieverrichtingen die ze uitvoeren, zoals bepaald in artikel 67, § 1, derde lid, van de ordonnantie.

    § 2. Het aanstellingsbesluit van de rekenplichtigen wordt opgemaakt door het toezichtorgaan. Dit besluit omschrijft de specifieke taken van de rekenplichtige en vermeldt de datum waarop hij het beheer op zich neemt.

    Het Rekenhof, de bevoegde ordonnateur en de boekhouder ontvangen onverwijld een kopie van de aanstellingsbesluiten.

    Afdeling 2. - Vervanging van de rekenplichtige.

    Art. 16. Bij afwezigheid van korte duur van de titelvoerende rekenplichtige worden zijn functies onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefend door de plaatsvervangende rekenplichtige tot op het ogenblik dat de titelvoerende rekenplichtige zijn beheer weer opneemt.

    De titelvoerende rekenplichtige stelt de instructies op voor de uitoefening van de vervanging.

    Art. 17. Bij afwezigheid van meer dan 60 kalenderdagen van de titelvoerende of plaatsvervangende rekenplichtige, wordt deze door de boekhouder tijdelijk of definitief ontheven van zijn beheer.

    Een titelvoerende of plaatsvervangende rekenplichtige wordt door de boekhouder aangesteld ter vervanging van de afwezige rekenplichtige.

    Deze aanstelling wordt voor de diensten van het Verenigd College of van de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie binnen de maand bekrachtigd door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en de Begroting. Indien dit niet gebeurt, dan gaan laatstgenoemden over tot een nieuwe aanstelling.

    De titelvoerende rekenplichtige blijft verantwoording verschuldigd tegenover het Rekenhof tot op de datum van de infunctietreding van zijn vervanger.

    Art. 18. Wanneer de titelvoerende of plaatsvervangende rekenplichtige onverwacht in de onmogelijkheid verkeert om zijn functie uit te oefenen, dan stelt de boekhouder onmiddellijk een tijdelijke titelvoerende rekenplichtige aan.

    De tijdelijke titelvoerende rekenplichtige van de diensten van het Verenigd College of van de autonome bestuursinstelling van eerste categorie is verantwoording verschuldigd aan het Rekenhof tot op de dag dat de titelvoerende rekenplichtige terugkomt of dat een nieuwe titularis, aangesteld door de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT