Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de procedure voor de aanvraag van toelating met het oog op de vestiging van de wettelijke erfdienstbaarheid van openbaar nut inzake het metro- en premetronetwerk, de 15 juillet 2021

HOOFDSTUK I. - Definities en voorafgaande bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van huidig besluit, wordt begrepen onder :

  1. ordonnantie van 22 november 1990 : de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;

  2. toelating : de voorafgaandelijke toelating voor de tenuitvoerlegging van de wettelijke erfdienstbaarheid van openbaar nut bedoeld in artikel 16/1, § 3, 4°, van de ordonnantie van 22 november 1990;

  3. Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid Mobiliteit behoort;

  4. Maatschappij : de Maatschappij voor het Intercommunaal vervoer te Brussel;

  5. erfdienstbaarheid : de erfdienstbaarheid bedoeld in artikel 16/1, § 3, 4°, van de ordonnantie van 22 november 1990;

  6. zone non aedificandi: de zone in de omgeving van de werken en inrichtingen opgericht ten voordele van de erfdienstbaarheid waarbinnen, wegens veiligheidsredenen, geen enkel bouwwerk mag worden opgericht.

  7. AVG: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).

    Art. 2. Behoudens andersluidende bepaling worden de aanvragen, bekendmaking en schriftelijke mededelingen die al dan niet van een overheid uitgaan en behelsd worden door huidig besluit, verstuurd bij aangetekende verzending tegen ontvangstbewijs.

    Lid 1 is niet van toepassing op een verzoek tot inlichtingen.

    Art. 3. De termijnen bepaald in huidig besluit worden opgeschort tussen 15 juli en 15 augustus.

    HOOFDSTUK II. - Aanvraag en verlening van de toelating

    Art. 4. De Maatschappij dient de aanvraag tot toelating in bij de Minister en voegt hierbij de volgende documenten :

  8. de lijst van de percelenwaarop de aanvraag betrekking heeft, met vermelding van de kadastrale gegevens van deze terreinen;

  9. de lijst met de naam, de voorna(a)m(en) en het adres van de eigenaars van de percelen en de eventuele andere houders van zakelijke of genotsrechten hierop;

  10. het kadasterplan van het betrokkenperceel;

  11. een nota met een globale beschrijving van de beoogde werken, installaties en inrichtingen waarvoor de aanvraag wordt ingediend en die aantoont dat de werken en inrichtingen van de metro- en premetro geen volledige buitenbezitstelling van het of de bezwaarde percelen of geen eigendomsontzetting, meebrengen;

  12. het plan of de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT