Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende steun aan de ondernemingen van de sectoren van de discotheken, de restaurants en cafés en sommige van hun leveranciers, de evenementen, de cultuur, het toerisme, de sport en het personenvervoer in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, de 27 mai 2021

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. minister: de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie;

  2. de-minimisverordening: de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, bekend gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie L352 van 24 december 2013;

  3. KBO : de Kruispuntbank van Ondernemingen;

  4. BEW: Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.

    Art. 2. De minister verleent steun aan de ondernemingen van de sectoren van de discotheken, de restaurants en cafés en hun voornaamste leveranciers, de evenementen, de cultuur, het toerisme, de sport en het personenvervoer onder de voorwaarden bepaald in dit besluit, voor hun inkomensverlies in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19.

    De gezondheidscrisis COVID-19 wordt erkend als een buitengewone gebeurtenis, als bedoeld in artikel 28 van de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen.

    De steun wordt verleend onder de voorwaarden bedoeld in de de-minimisverordening. De steun bedraagt maximaal 200.000 euro, rekening houdend met de andere onder de de-minimisverordening of andere de-minimisverordeningen vallende steun die de onderneming gedurende de twee voorafgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar heeft ontvangen.

    De in dit besluit vastgestelde steunvoorwaarden zijn van toepassing onverminderd de in de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen vastgestelde voorwaarden.

    HOOFDSTUK 2. - Algemene steunvoorwaarden

    Art. 3. De begunstigde:

  5. is ingeschreven in de KBO op 31 december 2020;

  6. heeft, op 31 december 2020, een vestigingseenheid ingeschreven in de KBO op het grondgebied van het Gewest, oefent er een economische activiteit uit en beschikt er over personele middelen en eigen goederen die specifiek voor hem bestemd zijn;

  7. geniet de btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen bedoeld in artikel 56bis van het Btw-Wetboek niet;

  8. leeft zijn verplichtingen inzake de neerlegging en bekendmaking van zijn jaarrekeningen en zijn sociale balans bij de Nationale Bank van België na en leeft zijn verplichtingen inzake btw na;

  9. heeft een of meer van de premies bedoeld in de volgende besluiten niet genoten:

    1. het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/42 van 18 juni 2020 betreffende de toekenning van een premie voor de creatieve en culturele instellingen zonder winstoogmerk getroffen door COVID-19-crisis;

    2. het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 oktober 2020 treffende de steun tot vergoeding van de creatieve en culturele instellingen zonder winstoogmerk getroffen door de dringende maatregelen om de verspreiding van het COVID-19-virus te beperken.

    Art. 4. De begunstigde heeft in 2019 een omzet verwezenlijkt die hoger is dan de bedragen opgenomen in de volgende tabel, berekend in functie van het aantal actieve vestigingseenheden in het Gewest waarvan de begindatum in de KBO 1 januari 2020 voorafgaat:

    Aantal vestigingseenheden Omzet 2019
    1 25.000 euro
    2 35.000 euro
    3 45.000 euro
    4 55.000 euro
    5 en meer 65.000 euro

    Het eerste lid is niet van toepassing op de begunstigden ingeschreven in de KBO vanaf 1 januari 2019.

    Art. 5. De omzet bedoeld in de artikelen 4, 11, 13 en 15 wordt bepaald op basis van de gegevens opgenomen in de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes van uiterlijk 19 april 2021.

    In afwijking van het eerste lid wordt de omzet bedoeld in de artikelen 4, 11, 13 en 15 bepaald op basis van de gegevens opgenomen in de ontvangstbewijzen van de btw-aangiftes van de btw-eenheid van uiterlijk 19 april 2021 en een getuigschrift van een gecertificeerd accountant, een gecertificeerd belastingadviseur of een bedrijfsrevisor, dat de lijst van alle leden van de btw-eenheid en de maandelijkse of trimestriële omzet voor 2019 en 2020 van alle leden van btw-eenheid bevat, voor wat betreft de btw-eenheden in de zin van artikel 4, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde.

    Het percentage van het omzetverlies bedoeld in de artikelen 11 en 15 wordt berekend als volgt:

    (omzet verwezenlijkt tussen 1 oktober 2019 en 31 december 2019 - omzet verwezenlijkt tussen 1 oktober 2020 en 31 december 2020) / omzet verwezenlijkt tussen 1 oktober 2019 en 31 december 2019.

    Het percentage van het omzetverlies bedoeld in artikel 13 wordt berekend als volgt:

    (omzet verwezenlijkt tussen 1 april 2019 en 31 december 2019 - omzet verwezenlijkt tussen 1 april 2020 en 31 december 2020) / omzet verwezenlijkt tussen 1 april 2019 en 31 december 2019.

    Art. 6. Het aantal voltijdsequivalenten bedoeld in de artikelen 11, 13 en 15 wordt bepaald op basis van het gemiddeld aantal werknemers totaal in voltijdse equivalenten opgenomen in de sociale balans van de begunstigde afgesloten op 31 december 2019 of een eerdere datum in 2019, neergelegd en bekendgemaakt bij de Nationale Bank van België, overeenkomstig de wettelijke verplichtingen, ten laatste op de dag van de dag van de inwerkingtreding van dit besluit.

    Voor de begunstigden die niet verplicht zijn hun sociale balans neer te leggen en bekend te maken of waarvan de neerleggings- en bekendmakingstermijn nog niet verstreken is, wordt het aantal voltijdsequivalenten bepaald op basis van een getuigschrift afgeleverd door een sociaal secretariaat dat het gemiddeld aantal werknemers in voltijdse equivalenten voor het jaar 2019 herneemt.

    Art. 7. Enkel de gegevens ingeschreven in de KBO op de datum van de steunaanvraag gelden.

    Art. 8. De begunstigde die wordt gesanctioneerd op basis van artikel 26 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken of elke bepaling die het vervangt, is uitgesloten van de steun of, desgevallend, gehouden ze terug te betalen.

    De begunstigde voldoet gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van toekenning van de steun aan de voorwaarde bepaald in het eerste lid.

    Art. 9. Indien de begunstigde al een premie heeft ontvangen op grond van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2021 betreffende steun aan de ondernemingen van de sectoren van de discotheken, de restaurants en cafés en sommige van hun leveranciers, de evenementen, de cultuur, het toerisme en de sport in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, wordt het bedrag van die premie afgetrokken van het bedrag van de premie toegekend in het kader van dit besluit.

    HOOFDSTUK 3. - Steun voor de discotheken

    Art. 10. Komt in aanmerking...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT