Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de algemene en bijzondere uitbatingsvoorwaarden van toepassing op parkings, de 3 mars 2021

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities

Afdeling 1.1. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Huidig besluit zet gedeeltelijk de richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en de richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie om.

Dit besluit is van toepassing op parkings zoals bedoeld in rubriek 68 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, en rubriek 224 van de ordonnantie van 22 april 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IA van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.

Het is niet van toepassing:

  1. op parkings met geautomatiseerd parkeren;

  2. op parkings die uitsluitend worden gebruikt voor het parkeren van voertuigen van klasse M3, N2, N3, T, C, S, voertuigen voor speciale doeleinden en hun aanhangwagens, zoals bepaald door het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen.

    Afdeling 1.2. - Definities

    Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  3. parking: geheel van plaatsen waar motorvoertuigen zijn geparkeerd;

  4. overdekte parking: parking voorzien van een bedekking, d.w.z. een luchtdicht dak;

  5. niet-overdekte parking: parking zonder dak, of geheel van garageboxen die individueel toegankelijk zijn via een niet-overdekte manoeuvreerruimte;

  6. ingrijpende renovatie: de renovatie of de opeenvolgende renovaties over een periode van 5 jaar waarbij de totale kosten van de renovatie met betrekking tot de bouwschil of de technische bouwsystemen of de parking hoger zijn dan 25% van de waarde van het gebouw, exclusief de grond waarop het gebouw zich bevindt.

  7. bestaande parking: parking die voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit een milieuvergunning heeft ontvangen of die gedekt was door een milieuvergunning die sinds minder dan 2 jaar vervallen is, of waarvan de milieuvergunningsaanvraag werd ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit en die, na de inwerkingtreding van dit besluit, geen ingrijpende verbouwingen heeft ondergaan.

  8. nieuwe parking: parking die niet beantwoordt aan de definitie onder artikel 2, 5° ;

  9. parking met geautomatiseerd parkeren: parking waar de voertuigen met behulp van al dan niet automatische machines worden geparkeerd, zonder medewerking van de bestuurder in het voertuig, en die geen publiek ontvangt;

  10. parking voor openbaar gebruik: parking bestemd voor handelszaken, openbare parking of elke andere parking, parkeerverdieping of gedeelte van een parking, togankelijk voor publiek ;

  11. bevoegde overheid: overheid die het milieu-attest of de milieuvergunning aflevert krachtens de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;

  12. Leefmilieu Brussel: Leefmilieu Brussel opgericht door het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van Leefmilieu Brussel;

  13. brandweerstand (REI t): Europese classificatie die rekening houdt met het vermogen van een bouwelement om gedurende een bepaalde tijdsduur uitgedrukt in minuten (t) te voldoen aan de voor de standaardproef voor de brandwerendheid gespecifieerde criteria ten aanzien van de dragende functie (R), de vlamdichtheid (E) en/of thermische isolatie (I);

  14. garagebox: binnenruimte van een parking en bedoeld om maximaal 2 voertuigen te parkeren;

  15. AREI: koninklijk besluit van 10 maart 1981 waarbij het Algemeen Reglement op de elektrische installaties voor de huishoudelijke installaties en sommige lijnen van transport en verdeling van elektrische energie bindend wordt verklaard;

  16. standaard ventilatievoorwaarden: de in onderafdeling 4.5.1 of onderafdeling 4.5.2 van hoofdstuk 4 van het besluit bepaalde ventilatievoorwaarden;

  17. DBDMH: Dienst Brandweer en Dringende Medische Hulp;

  18. bevoegde technicus: een persoon of een technische dienst, al dan niet aan de instelling verbonden, wiens bevoegdheid om de hem toevertrouwde opdracht te vervullen in het algemeen erkend is gelet op de bewezen vorming en/of ervaring;

  19. oplaadpunt voor elektrische voertuigen: oplaatpunt in de zin van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 maart 2019 houdende uitvoerende maatregelen betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen;

  20. afvalstoffen: afvalstoffen zoals omschreven in artikel 3, punt 1, van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen;

  21. gevaarlijke afvalstoffen: gevaarlijke afvalstoffen zoals omschreven in artikel 3, punt 2, van de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen;

  22. autolift: lift gebruikt voor het verplaatsen van de voertuigen met hun passagiers tussen de verschillende parkeerbouwlagen;

  23. veiligheidsverlichting : verlichting die, bij het uitvallen van de gewone kunstmatige verlichting, de herkenning en het gebruik in alle veiligheid van vluchtmogelijkheden steeds waarborgt wanneer de locatie in gebruik is.

    HOOFDSTUK 2. - Algemene uitbatingsvoorwaarden betreffende overdekte en niet-overdekte parkings

    Afdeling 2.1. - Gebruik, inrichting en signalisatie

    Art. 3. De parking is voorbehouden voor het parkeren van voertuigen en hun aanhangwagens. Het is verboden hem voor andere doeleinden te gebruiken, met inbegrip van onderhoud en herstelling van voertuigen en opslag, tenzij uitdrukkelijk toegestaan door de milieuvergunning, op voorwaarde dat de compartimenteringsregels vermeld in punt 5.2 van bijlage 2 van het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen inzake brand- en explosiepreventie waaraan gebouwen moeten voldoen, in acht worden genomen.

    De aanwezigheid in de parking van elke ingedeelde inrichting die geen verband houdt met de werking van de parking is verboden. Er kan echter een afwijking worden toegestaan in het kader van de milieuvergunning, indien wordt aangetoond dat de inrichting geen risico inhoudt.

    Art. 4. De parkeerplaatsen en de eventuele laad/loszones worden duidelijk aangegeven door een markering op de vloer, tenzij de milieuvergunning daar uitdrukkelijk van afwijkt. De markering verschilt naargelang het gebruikstype, zoals een parkeerplaats of een loszone.

    Parkeren buiten een door een markering op de vloer aangeduide plaats is verboden.

    In voorkomend geval worden op voor de gebruikers zichtbare plaatsen borden aangebracht die aangeven dat parkeren buiten een door een markering op de vloer aangeduide plaats verboden is. Fysieke elementen (zoals paaltjes) worden eveneens aangebracht indien genoodzaakt, om wild parkeren onmogelijk te maken.

    Art. 5. Elke plaats moet rechtstreeks toegankelijk zijn via interne verkeerswegen.

    De milieuvergunning kan afwijken van deze verplichting. Het verzoek om afwijking moet worden gemotiveerd om te bewijzen dat het risico voor de veiligheid van de gebruikers niet wordt vergroot en dat het gebruik de manoeuvres van voertuigen niet beduidend zal doen toenemen.

    Art. 6. De signalisatie die het verkeer in de parking reglementeert, moet dezelfde zijn als die van het verkeersreglement gedragen door het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.

    Art. 7. In parkings voor openbare gerbuik wordt voor elke parkeerverdieping met meer dan 50 plaatsen voetgangerspaden voorzien die duidelijk zijn aangeduid met een markering op de vloer. Indien deze parking ook door fietsers wordt gebruikt of fietsers er door rijden, wordt ook een fietsstrook aangeduid met een markering op de vloer.

    Art. 8. Het in- en uitrijden van de voertuigen moet zo worden georganiseerd dat het geen hinder of gevaar vormt voor voetgangers en fietsers.

    Als het in- of uitrijden van de parking het verkeer op de openbare weg kan hinderen, kan de milieuvergunning met name de inrichting van een wachtzone op de site opleggen.

    Art. 9. De in- en uitritten van de parking worden zo aangelegd dat ze een voldoende zichtbaarheid bieden op de voetgangers en voertuigen op de openbare weg.

    Art. 10. De hellingen van de parking zijn op de potentieel gevaarlijke plaatsen voorzien van schokvaste relingen die elk risico van het vallen van voertuigen vermijden.

    Art. 11. Als de parking over een autolift beschikt, moeten alle maatregelen worden getroffen voor de garantie van:

  24. de kwaliteit van de lucht in de lift, zodat ze nooit giftig of explosief kan worden;

  25. de veiligheid van de personen;

  26. een beperkt brandgevaar;

  27. een sprinklerinstallatie voor nieuwe parkings.

    Afdeling 2.2. - Onderhoud en controle

    Art. 12. De parking wordt altijd net gehouden door middel van een regelmatig onderhoud, met meer bepaald de verwijdering van mogelijk aanwezig afval.

    Art. 13. De uitbater van de parking moet zorgen voor:

  28. de goede staat van de markering op de vloer van de parkeerplaatsen, de fietsstroken, de zones waar niet mag worden geparkeerd en de voetgangerspaden;

  29. de goede staat van de inrichtingen voorzien voor de goede organisatie van het in- en uitrijden van de parking;

  30. de goede staat van de nooduitgangen (sectionaalpoorten in voorkomend geval), de signalisatie en de veiligheidsverlichting.

    Wanneer de sectionaalpoort de tweede nooduitgang vormt, moet deze, indien ze wordt vervangen, worden uitgerust met een voetgangerspoort.

    Art. 14. Als de parking over een uitrusting voor de zuivering van afvalwater beschikt, moet ze ten minste eenmaal per jaar worden gecontroleerd en onderhouden of indien nodig geledigd.

    Elk accidenteel lek van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT