Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de forfaitaire schadevergoeding voor handelszaken die getroffen worden door een bouwplaats op de openbare weg, de 26 février 2019

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. ordonnantie: de ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de bouwplaatsen op de openbare weg;

  2. verordening: de verordening (EU) nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie L352 van 24 december 2013;

  3. BEW: Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;

  4. BM: Brussel Mobiliteit van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel;

  5. BAOB: Brussels Agentschap voor de Ondersteuning van het Bedrijfsleven;

  6. begunstigde: de handelszaak die een forfaitaire schadevergoeding aanvraagt of ontvangt.

    Art. 2. De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie en de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Openbare Werken verlenen samen, binnen de beschikbare begrotingskredieten, een forfaitaire schadevergoeding aan de handelszaken die gelegen zijn op of aan het terrein van een werffase van niveau 2, onder de in de verordening bedoelde voorwaarden.

    Art. 3. De ondernemingen waarvan de financiering van publieke oorsprong de 50% overschrijdt, zijn uitgesloten van steun overeenkomstig artikel 84, § 1, derde lid, van de ordonnantie.

    Indien de onderneming minder dan vier jaar lang ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen, bedraagt dat percentage 75 %.

    Art. 4. Enkel de begunstigden die een van de activiteiten opgenomen in bijlage 1 als hoofdactiviteit uitoefenen kunnen een forfaitaire schadevergoeding krijgen.

    De NACEBEL-codes toegewezen door het btw-bestuur bepalen de hoofdactiviteit van de vestiging.

    HOOFDSTUK 2. - Bedrag van de forfaitaire schadevergoeding

    Art. 5. De forfaitaire schadevergoeding bedraagt:

  7. 2.000 euro voor een handelszaak die minder dan twee voltijdsequivalenten in dienst heeft;

  8. 2.350 euro voor een handelszaak die twee tot vijf voltijdsequivalenten in dienst heeft;

  9. 2.700 euro voor een handelszaak die vijf tot tien voltijdsequivalenten in dienst heeft.

    HOOFDSTUK 3. - Procedure voor de behandeling van de aanvraagdossiers en de vereffening

    Afdeling 1. -- Behandeling van de aanvraagdossiers

    Art. 6. Ten laatste op de drieënveertigste dag na de aanvangsdatum van een werffase van niveau 2, stelt de wegbestuurder aan BEW en het BAOB de gegevens ter beschikking betreffende het terrein die toelaten de precieze adressen te achterhalen, alsook de referentie van de werf in het informaticasysteem zoals bepaald in artikel 9 van de ordonnantie en de aanvangsdatum van de desbetreffende fase van de werven van niveau 2.

    Art. 7. § 1. De begunstigde dient de forfaitaire schadevergoedingsaanvraag in bij BEW door middel van een typeformulier. BEW bepaalt het typeformulier en stelt het ter beschikking op zijn website. Het typeformulier somt de bijlagen op die de begunstigde bij de steunaanvraag moet voegen.

    BEW ontvangt de forfaitaire schadevergoedingsaanvraag ten vroegste negenentwintig dagen en ten laatste negentig dagen na de begindatum van de werf bedoeld in artikel 6.

    § 2. Overeenkomstig artikel 84, § 5 van de ordonnantie, kan de begunstigde een nieuwe schadevergoedingsaanvraag indienen, en dit ten vroegste honderdtachtig dagen na de datum van ontvangst van de vorige aanvraag. BEW ontvangt die nieuwe aanvraag ten laatste tweehonderdzeventig dagen na de datum van ontvangst van de vorige aanvraag.

    Art. 8. § 1. BEW richt binnen de dertig dagen na ontvangst van de forfaitaire schadevergoedingsaanvraag een ontvangstbewijs aan de begunstigde, waarop de referenties van het dossier en de naam van de behandelende ambtenaar vermeld staan.

    § 2. Indien het aanvraagdossier volledig is, wordt de toekenningsbeslissing aan de begunstigde betekend binnen de zestig dagen van de datum van het ontvangstbewijs.

    § 3. Indien het aanvraagdossier niet volledig is, somt het ontvangstbewijs de ontbrekende elementen op.

    De begunstigde beschikt over dertig dagen vanaf de datum van het ontvangstbewijs om zijn dossier aan te vullen.

    Indien de begunstigde zijn dossier volledig aanvult, wordt de toekenningsbeslissing betekend aan de begunstigde binnen de zestig dagen vanaf de ontvangst van alle ontbrekende elementen.

    Indien de begunstigde zijn dossier niet volledig aanvult binnen de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT