Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vastlegging van emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen, de 17 janvier 2019

Artikel 1. Dit besluit zet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de richtlijn 2016/2284/EU om van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen, tot wijziging van richtlijn 2003/35/EG en tot intrekking van richtlijn 2001/81/EG.

Art. 2. Voor de toepassing van onderhavig besluit moet worden verstaan onder:

  1. "emissie": uitstoot van stoffen uit een puntbron of diffuse bron in de atmosfeer;

  2. "antropogene emissies": emissies in de atmosfeer van verontreinigende stoffen ten gevolge van menselijke activiteiten;

  3. "zwaveldioxide" of "SO2": alle zwavelverbindingen, uitgedrukt als zwaveldioxide, waaronder zwaveltrioxide (SO3), zwavelzuur (H2SO4) en gereduceerde zwavelverbindingen zoals zwavelwaterstof (H2S), mercaptanen en dimethylsulfiden;

  4. "stikstofoxiden" of "NOx": stikstofmonoxide en stikstofdioxide, uitgedrukt als stikstofdioxide;

  5. "vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan" of "NMVOS": alle organische verbindingen, met uitzondering van methaan, die voortvloeien uit menselijke activiteiten, en die fotochemische oxidatiemiddelen kunnen vormen door reactie met stikstofoxiden in aanwezigheid van zonlicht;

  6. "fijnstof" of "PM2,5": deeltjes met een aerodynamische diameter kleiner dan of gelijk aan 2,5 micrometer (Gmm);

  7. "landings- en startcyclus": de cyclus die het taxiën (na landing en voor vertrek), starten, opstijgen, aanvliegen en landen en alle andere manoeuvres van het vliegtuig die plaatsvinden beneden een hoogte van 3.000 voet, omvat;

  8. "internationale zeevaart": reizen over zee en in de kustwateren door vaartuigen van alle vlaggen, uitgezonderd vissersvaartuigen, die vertrekken van het grondgebied van het ene land en aankomen op het grondgebied van een ander land.

    Art. 3. Onderhavig besluit is van toepassing op de jaarlijkse antropogene emissies van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan (COVNM) en ammoniak (NH3), en op fijnstof (PM2.5) afkomstig van vaste bronnen gelegen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de transportmiddelen die op dit grondgebied worden gebruikt, met uitzondering van de volgende emissies:

  9. de emissies van vliegtuigen buiten de landings- en startcyclus;

  10. de emissies van de internationale zeevaart;

  11. de emissies van stikstofoxiden en vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan van activiteiten die vallen onder de rapportagenomenclatuur (NFR) van 2014 zoals voorzien door het LRTAP-verdrag, categorieën 3B (mestbeheer) en 3D (landbouwgronden).

    Art. 4. Vanaf 2020 mogen de emissies en het fijnstof die worden bedoeld in artikel 3 de volgende drempels (in kiloton/jaar) niet overschrijden:

    NOx SO2 COVNM NH3 PM2,5 NOx SO2 COVNM NH3 PM2,5
    4,4 2,0 4,6 / 0,3 4,4 2,0 4,6 / 0,3

    Art. 5. Vanaf 2030 mogen de emissies en het fijnstof die worden bedoeld in artikel 3 de volgende drempels (in kiloton/jaar) niet overschrijden:

    NOx SO2 COVNM NH3 PM2,5 NOx SO2 COVNM NH3 PM2,5
    3,4 0,4 4,0 0,1 0,5 3,4 0,4 4,0 0,1 0,5

    Art. 6. Vanaf 2025 volgt de vermindering van de emissies en het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT