Besluit 2021/1050 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie, de 19 mai 2022

Artikel 1. Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet aangelegenheden bedoeld in artikel 127, § 1, en 128, § 1, ervan.

Art. 2. Artikel 141, § 2, eerste lid, van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie, ingevoegd bij het besluit van 3 juni 2004 en gewijzigd bij de besluit van 6 juli 2017 en 9 mei 2019, wordt aangevuld met 11° en 12° luidend als volgt:

"11° moederschapsbescherming ;

12° geboorteverlof."

Art. 3. Artikel 141, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:

"Behoudens uitzonderingen die specifiek zijn bepaald in de bepalingen van dit Statuut, wordt het in het eerste lid bedoelde verlof toegekend volgens de procedures die van toepassing zijn op de statutaire personeelsleden."

Art. 4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 143/3 bis ingevoegd luidend als volgt:

"Art. 143/3 bis. De ziekteverlofdagen toegekend ten gevolge van pesterijen die zijn erkend door een rechterlijke beslissing waartegen geen beroep meer kan worden ingesteld, worden niet in aanmerking genomen om het aantal ziekteverlofdagen te bepalen dat het personeelslid nog kan bekomen krachtens artikel 143/3, 1° ".

Art. 5. In hetzelfde besluit, wordt een artikel 143/3 ter ingevoegd luidend als volgt:

"Art. 143/3 ter. De ziekteverlofdagen waarvoor met een medisch attest wordt erkend dat ze het gevolg zijn van zwangerschap worden niet in aanmerking genomen om het aantal ziekteverlofdagen te bepalen dat het personeelslid nog kan bekomen krachtens artikel 143/3, 1° ".

Art. 6. In artikel 148/2 van hetzelfde besluit, bepaling ingevoegd bij het besluit van 3 juni 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° In het eerste lid worden de woorden "65 jaar" vervangen door "67 jaar"

2° Het tweede lid wordt aangevuld met 6 en 7 luidend als volgt:

"6. op 65 jaar, geniet de ambtenaar zes werkdagen bijkomende vakantie;

7. op 66 jaar, geniet de ambtenaar zeven werkdagen bijkomende vakantie."

Art. 7. In artikel 149, § 1 van hetzelfde besluit, bepaling ingevoegd bij het besluit van 3 juni 2004, wordt de volgende wijziging aangebracht:

De woorden "8 mei" worden ingevoegd tussen het woord "alsook op" en de woorden "27 september".

Art. 8. In artikel 150, § 2 van hetzelfde besluit, bepaling vervangen bij het besluit van 6 juli 2017 en gewijzigd bij het besluit van 9 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in punt 4 wordt het cijfer 14 vervangen door het cijfer 4;

2° in punt 5 wordt het cijfer 4 vervangen door het cijfer 10.

Punt 6 wordt aangevuld met de volgende zin: "In het geval dat de ouder in de eerste graad het kind is van het personeelslid, van de echtgeno(o)t(e) of van de persoon met wie het personeelslid samenleeft, worden de vier werkdagen opgetrokken tot tien werkdagen";

Een nieuw punt 12 is toegevoegd en luidt als volgt:

"12° de verhuizing van het personeelslid: 1 werkdag per 10 jaar."

Art. 9. Artikel 150, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt gewijzigd en luidt als volgt:

"Met uitzondering van het verlof voorzien in punt 4, dat kan worden opgenomen binnen een termijn van vier maanden na de gebeurtenis, en van het verlof voorzien in punt 12, dat kan worden opgenomen binnen een termijn van 3 dagen rond de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT