Besluit 2020/440 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de ondersteuningsdiensten voor alternatieve communicatie voor personen met begripsproblemen, houdende gedeeltelijke uitvoering van artikel 28 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 januari 2014 betreffende de inclusie van personen met een handicap (3de lezing), de 15 juillet 2021

HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALINGEN EN DEFINITIES

Artikel 1. Dit besluit regelt, in toepassing van artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 ervan.

Art. 2. § 1. Voor de toepassing van onderhavig besluit wordt verstaan onder:

  1. het decreet : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 januari 2014 betreffende de inclusie van personen met een handicap ;

  2. de SPFB: de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie (Service Public Francophone bruxellois) ;

  3. het Lid van het College : het lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie dat bevoegd is voor het beleid inzake bijstand aan personen met een handicap ;

  4. de dienst : de ondersteuningsdienst voor alternatieve communicatie voor personen met begripsproblemen die in artikel 28 van het decreet bedoeld wordt ;

  5. gemakkelijk te lezen en te begrijpen taal : een communicatiemethode die het begrijpen van informatie door mensen met een verstandelijke beperking vergemakkelijkt ;

  6. de aanvrager : de natuurlijke of rechtspersoon die een aanvraag voor het verlenen van een dienst indient op basis van informatie waarover hij beschikt ;

  7. de verleende dienst : het communicatie-, vertaal- of tolkwerk in gemakkelijk te lezen en te begrijpen taal, uitgevoerd door een dienstverlener ;

  8. de dienstverlener : de persoon die de dienst erkent om diensten te verlenen ;

  9. de nalezer : de persoon met een verstandelijke beperking die eerder opgestelde vertalingen naleest om na te gaan in hoeverre ze toegankelijk zijn ;

  10. de opleider van dienstverleners : de persoon die de dienst erkent om dienstverleners op te leiden ;

  11. de vzw : de vereniging bepaald in artikel 2, 13° van het decreet, die een ondersteuningsdienst voor alternatieve communicatie voor personen met begripsproblemen organiseert ;

  12. het NM-besluit : het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de sector van volksgezondheid en bijstand aan personen, personen met een handicap en professionele inschakeling ;

  13. het Plan Tandem : de voorziening voor de inrichting van het einde van de loopbaan die tot stand gebracht is door de Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2009 binnen het paritair subcomité 319.02.

    § 2. Voor de toepassing van de artikelen 4, 15, 16, 17, 19, 28, 33 en 49 is de verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens het Adviseur-diensthoofd van de dienst Emploi et Aides à l'intégration of ieder andere door hem te dien einde aangewezen persoon.

    § 3. Omwille van de leesbaarheid zijn alle namen in de genderneutrale vorm geschreven en verwijzen dus naar mannen en vrouwen zonder onderscheid.

    HOOFDSTUK 2. - OPDRACHTEN

    Art. 3. De opdracht om informatie toegankelijk te maken voor mensen met begripsproblemen in gemakkelijk te lezen en te begrijpen taal, die gedeeltelijk bedoeld wordt in artikel 28 van het decreet, wordt door de dienst uitgevoerd door middel van de volgende acties :

  14. het informeren van de aanvragers over hoe zij toegang kunnen krijgen tot de diensten die door de dienst verleend worden ;

  15. het opstellen en beheren van een lijst met dienstverleners, zoals bedoeld in artikel 19 ;

  16. het organiseren van de diensten die inzake gemakkelijk te lezen en te begrijpen taal verleend worden ;

  17. het verstrekken van informatie die toegankelijk gemaakt is aan de aanvragers ;

  18. de basisopleiding van de dienstverleners en hun voortgezette opleiding ;

  19. de erkenning van de dienstverleners overeenkomstig de bepalingen van artikel 20 ;

  20. de erkenning van de nalezers overeenkomstig de bepalingen van artikel 22 ;

  21. de erkenning van de opleiders van dienstverleners overeenkomstig de bepalingen van artikel 23 ;

  22. het opstellen van een deontologische code voor de dienstverleners ;

  23. het opleiden van de opleiders van dienstverleners in gemakkelijk te lezen en te begrijpen taal ;

  24. het publiek bewust maken van deze alternatieve communicatievorm.

    HOOFDSTUK 3. - ERKENNINGSNORMEN

    AFDELING 1. - KWALITEITSNORMEN

    Art. 4. De dienst onderwerpt zich aan de evaluaties, bezoeken en controles die door de overheden georganiseerd worden en verstrekt hen ieder document dat vereist is voor de uitoefening van hun opdrachten.

    Art. 5. In naleving van de bepalingen die in artikel 74 van het decreet bedoeld zijn, vermeldt ieder document dat van de dienst afkomstig is de naam van de dienst, de naam van de vzw indien die verschillend is, het ondernemingsnummer, het adres van de activiteitenzetel, het adres van de maatschappelijke zetel indien die verschillend is, de verleende erkenning en de datum van opstelling van het document.

    Art. 6. De dienst werkt mee aan de externe wetenschappelijke evaluatie betreffende de uitvoering van de beginselen bedoeld in artikel 103 van het decreet.

    Art. 7. Naast de wettelijk verplichte verzekeringen sluit de vzw voor de dienst de volgende verzekeringen af :

  25. burgerlijke aansprakelijkheid voor alle activiteiten die onder haar verantwoordelijkheid verricht worden, met inbegrip van de externe samenkomsten, voor de bestuurders van de vzw en voor de werkers uit de verenigingssector en de vrijwilligers die ze tewerkstelt ;

  26. aansprakelijkheid voor de bestuurders van de vzw ;

  27. brand en diefstal voor het gebouw en het meubilair.

    AFDELING 2. - NORMEN IN VERBAND MET DE INFRASTRUCTUUR

    Art. 8. De dienst vestigt zijn activiteitenzetel op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    Art. 9. Op de plaats van zijn activiteitenzetel beschikt de dienst over lokalen waar :

  28. de in artikel 3 bepaalde opdrachten verwezenlijkt kunnen worden. Niettemin kunnen er ook buiten de activiteitenzetel diensten worden verleend, nalezingen worden uitgevoerd door nalezers en opleidingen van dienstverleners worden georganiseerd ;

  29. een individueel gesprek met een aanvrager plaats kan vinden, met eerbiediging van de vertrouwelijkheid.

    Art. 10. De dienst verzekert de toegankelijkheid van zijn lokalen door rekening te houden met de specifieke kenmerken van de doelgroep die hij ontvangt.

    AFDELING 3. - NORMEN MET BETREKKING TOT DE ORGANISATIE, DE WERKING EN DE INHOUD VAN HET DIENSTENPLAN

    Art. 11. De dienst stelt een dienstenplan op in gemakkelijk te lezen en te begrijpen taal. Dit plan verduidelijkt minstens het volgende :

  30. de waarden waarop de opdrachten van de dienst gebaseerd zijn ;

  31. de opdrachten en het doelpubliek ;

  32. het dienstenaanbod ;

  33. de beschrijving van de dienst en diens werkingsregels ;

  34. de methodes voor de organisatie van het werk om ervoor te zorgen dat de opdrachten optimaal uitgevoerd worden ;

  35. de modaliteiten voor participatie aan gemeenschapsacties, bedoeld in artikel 71, 4° van het decreet.

    Dit document wordt opgesteld en regelmatig herzien in overleg met de personeelsleden.

    Art. 12. De dienst beschikt over :

  36. een elektronisch adres, een mobiele telefoon en elk aangepast communicatiemiddel dat de personen toelaat een boodschap achter te laten.

  37. een website die opgesteld is in gemakkelijk te lezen en te begrijpen taal en regelmatig bijgewerkt wordt waarop een overzicht wordt geboden van de activiteiten die de dienst ontwikkelt.

    AFDELING 4. - NORMEN IN VERBAND MET HET PERSONEEL

    Art. 13. De contractuele personeelsleden van de dienst stemmen overeen met functies en beantwoorden aan de diplomavereisten die worden bepaald door bijlage III van het NM-besluit.

    De dienst telt minstens 0,5 voltijdsequivalent leidinggevend personeel en 0,5 voltijdsequivalent secretaris/directieassistent of boekhouder of administratief assistent.

    De dienstverleners leven de in artikel 20 bedoelde erkenningsvoorwaarden na. De functie van contractueel dienstverlener wordt gelijkgesteld met de functie van begeleider klasse 1, zoals gespecificeerd in bijlage II van het NM-besluit.

    De nalezers leven de in artikel 22 bedoelde erkenningsvoorwaarden na. De functie van contractueel nalezer wordt gelijkgesteld met de functie van technicus, zoals gespecificeerd in bijlage II van het NM-besluit.

    De opleiders van dienstverleners leven de in artikel 23 bedoelde erkenningsvoorwaarden na. De functie van opleider van dienstverleners wordt gelijkgesteld met de functie van begeleider klasse 1, zoals gespecificeerd in bijlage II van het NM-besluit.

    Art. 14. Iedere bezoldigde functie binnen de dienst is onverenigbaar met een bestuurdersmandaat binnen de vzw.

    Art. 15. Bij de eerste aanwerving van een personeelslid op contractuele basis of bij een verandering van functie die het verlenen van diensten aan een bepaald publiek inhoudt, beschikt de dienst over een uittreksel uit het strafregister waarvan de afgiftedatum niet meer dan drie maanden aan de indiensttredingsdatum mag voorafgaan. De dienst evalueert of de persoon de functie waarvoor hij of zij zich kandidaat stelt, mag uitoefenen en neemt daarbij het specifieke karakter van het publiek waarbij de diensten verleend worden in aanmerking.

    Art. 16. De dienst houdt een individueel dossier bij; elk contractueel personeelslid heeft toegang tot zijn of haar dossier.

    Dat dossier bevat ten minste :

  38. de arbeidsovereenkomst die de dienst en het personeelslid aan elkaar verbindt, met inbegrip van de latere wijzigingen hiervan ;

  39. een afschrift van de titels en diploma's die nuttig zijn voor de functie ;

  40. de bewijzen dat de persoon aan de vereiste erkenningsvoorwaarden voldoet ;

  41. de attesten die de anciënniteit aantonen van het personeelslid met een arbeidsovereenkomst ;

  42. het uittreksel uit het strafregister zoals bedoeld in artikel 15 ;

  43. de opleidingen die het personeelslid sinds zijn of haar aanwerving gevolgd heeft ;

  44. elk document in verband met de eventuele subsidiëring van de persoon door een andere overheid.

    Art. 17. § 1. De eventuele vrijwilligers voeren...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT