Reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende het commercialiseringsverbod van bepaalde financiële producten aan niet-professionele cliënten, de 3 avril 2014

Afdeling I. - Definities

Artikel 1. Onverminderd de definities vervat in de artikelen 2 en 30bis van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, wordt voor de toepassing van dit reglement verstaan onder :

  1. "financieel product" : een financieel product zoals bedoeld in artikel 2, 39°, van de wet van 2 augustus 2002;

  2. "instelling voor collectieve belegging" : een instelling voor collectieve belegging die voldoet aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG of een alternatieve instelling voor collectieve belegging;

  3. "niet-conventionele activa" : activa die niet behoren tot de categorieën van beleggingen die openstaan voor openbare instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht of voor instellingen voor belegging in schuldvorderingen naar Belgisch recht;

  4. "verhandelde levensverzekering" : een levensverzekering waarbij prestaties verschuldigd zijn bij overlijden van de verzekerde, die aan een derde ten bezwarende titel is of wordt overgedragen of waarvan de begunstigingsrechten aan een derde ten bezwarende titel zijn of worden overgedragen (life settlement);

  5. "tak 23 verzekering" : een verzekeringsovereenkomst als bedoeld in punt III van bijlage II van de Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf;

  6. "virtueel geld" : elke vorm van niet gereglementeerd digitaal geld zonder wettelijke betaalkracht.

    Afdeling II. - Commercialiseringsverbod aan niet-professionele cliënten

    Art. 2. Het is verboden om in België beroepshalve één of meerdere van onderstaande financiële producten te commercialiseren aan één of meerdere niet-professionele cliënten :

  7. een verhandelde levensverzekering of een financieel product waarvan het rendement, rechtstreeks of onrechtstreeks afhangt van een of meerdere verhandelde levensverzekeringen;

  8. een financieel product waarvan het rendement rechtstreeks of onrechtstreeks afhangt van virtueel geld;

  9. een beleggingsinstrument dat geen recht van deelneming in een instelling voor collectieve belegging is waarvan het rendement rechtstreeks of onrechtstreeks afhangt van een alternatieve instelling voor collectieve belegging die belegt in een of meerdere niet-conventionele activa;

  10. een tak 23 verzekering, verbonden met een intern fonds dat rechtstreeks of onrechtstreeks belegt in een of meerdere niet-conventionele activa, of waarvan het rendement rechtstreeks of onrechtstreeks afhangt van een alternatieve instelling voor collectieve belegging die belegt in een of meerdere niet-conventionele activa.

    Afdeling III. - Slotbepalingen

    Art. 3. Dit reglement treedt in werking op de dag waarop het koninklijk besluit tot goedkeuring ervan in werking treedt.

    BIJLAGE.

    Art. N. Toelichtende nota gevoegd bij het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende het commercialiseringsverbod van bepaalde financiële producten aan niet-professionele cliënten

    1. Algemene beschouwingen

      Naar aanleiding van de financiële crisis is gebleken dat niet-professionele cliënten in bepaalde gevallen niet-conventionele financiële producten hebben verworven die niet geschikt waren voor commercialisering aan niet-professionele cliënten.

      Om hieraan tegemoet te komen heeft de wetgever in artikel 30bis van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten aan de FSMA de bevoegdheid verleend om, rekening houdend met de belangen van de afnemers van financiële producten of diensten, reglementen te bepalen die een verbod dan wel beperkende voorwaarden opleggen op de commercialisering of bepaalde vormen van commercialisering aan niet-professionele cliënten van financiële producten of van bepaalde categorieën van financiële producten.

      Deze bevoegdheid is oorspronkelijk ingevoegd in artikel 49, § 3, tweede lid van de wet van 2 augustus 2002 door de wet van 2 juli 2010 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 28 september 2010). Deze bepaling is nadien in aangepaste vorm verplaatst naar artikel 30bis van de wet van 2 augustus 2002 door de wet van 30 juli 2013 tot versterking van de bescherming van de afnemers van financiële producten en diensten alsook van de bevoegdheden van de Autoriteit voor Financiële diensten en Markten en houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2013).

      Zoals voorgeschreven door artikel 30bis van de wet van 2 augustus 2002 heeft de Raad van Toezicht van de FSMA op 27 maart 2014 zijn advies verleend en is de Raad voor het Verbruik minstens één maand op voorhand om advies verzocht; de Raad voor het Verbruik heeft zijn advies uitgebracht op 20 maart 2014.

      Het reglement van de FSMA heeft tot doel om specifieke financiële producten aan te duiden die ongeschikt zijn voor commercialisering aan niet-professionele cliënten. Het doet geen afbreuk aan eventuele regelingen die zijn overeengekomen tussen de FSMA en financiële instellingen. In het bijzonder kan hier verwezen worden naar het moratorium op de commercialisering van bijzonder ingewikkelde gestructureerde producten aan retailbeleggers waartoe de FSMA de distributeurs actief in België heeft opgeroepen op 20 juni 2011 en waartoe deze distributeurs op grote schaal zijn toegetreden.

      Commercialisering is in artikel 30bis van de wet van 2 augustus 2002 gedefinieerd als "het voorstellen van het product, ongeacht de wijze waarop dit gebeurt, om de cliënt of potentiële cliënt aan te zetten tot aankoop van, inschrijving op, toetreding tot, aanvaarding van, ondertekening van of opening van het betrokken product". Typisch voorbeeld van commercialisering is het voeren van reclame. Het reglement viseert de commercialisering die beroepshalve wordt verricht, zowel door de aanbieder of de uitgevende instelling zelf als door een tussenpersoon. Vermogensbeheer houdt geen commercialisering in aangezien de beleggingsbeslissingen genomen worden door de vermogensbeheerder.

      Tot slot van deze algemene bemerkingen wordt gewezen op het feit dat miskenning van de bepalingen opgenomen in het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT