Raad voor de Mededinging. - Auditoraat. - Beslissing nr. 2007-P/K-45-AUD van 20 december 2007 Zaak CONC-PRA-93/0011 : Joël Devlieghere/ITT Promedia 1. Gelet op de Wet tot bescherming van de economisch

Raad voor de Mededinging. - Auditoraat. - Beslissing nr. 2007-P/K-45-AUD van 20 december 2007

Zaak CONC-PRA-93/0011 : JoÎl Devlieghere/ITT Promedia

  1. Gelet op de Wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoˆrdineerd op 15 september 2006 (B.S. van 29 september 2006, hierna de ´ WBEM ª);

  2. Gelet op de klacht die de heer JoÎl Devlieghere, Beernemsesteenweg 50, 8750 Wingene, op 27 september 1993 indiende bij de Dienst voor de Mededinging overeenkomstig artikel 23, ß 1 van de wet van 5 augustus 1991 tot bescherming van de economische mededinging, tegen ITT Promedia, Antwerp Tower, De Keyserlei 5, bus 7, 2018 Antwerpen (hierna ´ Promedia ª). In deze klacht verwijt de heer Devlieghere Promedia inbreuk te plegen op het verbod van misbruik van machtspositie in de zin van artikel 3 van deze wet. Deze klacht werd door de Dienst geregistreerd onder het nummer CONC-PRA-93/0011;

  3. Gelet op de stukken van het onderzoeksdossier;

    1. Uiteenzetting van de klacht en procedure

  4. De heer Devlieghere is een aannemer die jaarlijks adverteert in de Gouden Gids uitgegeven door Promedia. De klager stelt dat Promedia misbruik maakt van haar monopoliepositie om ondoorzichtige en onbillijke prijzen af te dwingen. Volgens de klager wordt de consument tevens gedwongen om hogere dan oorspronkelijk afgesproken prijzen te aanvaarden. Het hanteren van onduidelijke tarieven door een bedrijf met een monopoliepositie zou volgens de klager wijzen op een misbruik van monopoliepositie. Mr. Devlieghere verzoekt de Dienst dan ook om een onderzoek in te stellen naar het marktgedrag, de prijsbepaling en de toepassing van prijzen voor gelijkwaardige prestaties.

  5. De Dienst heeft het onderzoek ten gronde aangevat. De laatste onderzoeksdaden hebben betrekking op een verzoek om inlichtingen van de Dienst gericht aan de klager op 20 april 1994 met een herinnering op 16 januari 1997. Hierop werd nooit een antwoord ontvangen waaruit de Dienst concludeerde dat de klager geen interesse meer vertoonde om het onderzoek verder te zetten. Uit het onderzoeksdossier blijkt dan ook dat er geen verdere onderzoeksdaden werden gesteld.

    1. In rechte

  6. Op 1 oktober 2006 is de nieuwe WBEM in werking getreden. De verrichte procedurehandelingen op grond van de oude wet (de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoˆrdineerd op 1 juli 1999) blijven echter in overeenstemming met artikel 94, ß 2 van de nieuwe WBEM van kracht met het oog op de toepassing van de nieuwe wet. Dus ook de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT