21 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 41, 43, tweede lid, en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 43, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 41, 43, tweede lid, en 47, § 1, vijfde lid, en § 5, tweede lid, van de wet van 24 december 1999, ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 en bij het koninklijk besluit van 23 maart 2001;

Gelet op de adviesen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 mei 2002 en 3 september 2002;

Gelet op de akkoordbevindingen van de Minister van Begroting van 13 mei 2002 en 9 september 2002;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut van sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de Raad van State, afdeling wetgeving, op 10 oktober 2002 verzocht werd een advies te verstrekken over dit besluit binnen een termijn van één maand; dat de Raad op 12 november 2002 nog geen advies heeft verstrekt; dat de termijn van één maand werd overschreden; dat door het uitblijven van dit advies de rechtszekerheid in het gedrang wordt gebracht;

Overwegende dat de rechtszekerheid vereist dat de burger zo snel mogelijk in kennis wordt gesteld van de rechtsregels die op hem van toepassing zijn; dat het derhalve dringend noodzakelijk is zo snel mogelijk de maatregelen bedoeld bij dit besluit te treffen;

Overwegende dat de steun aan de realisatie van projecten in het kader van het programma voor de Grootstedenpolitiek sedert 1 juli 2002 niet meer voorzien is door de samenwerkingsakkoorden met de gefedereerde entiteiten en dat het dus belangrijk is dat deze steun het voorwerp uitmaakt van een globaal project dat de maatschappelijke noden bevredigt, zodat de nieuwe werknemers verder kunnen werken in het kader van het programma voor de Grootstedenpolitiek;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, van Onze Minister van Sociale Zaken en van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT