Arrêt Nº315813 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/10/2024
Judgment Date | 31 octobre 2024 |
Procedure Type | Plein contentieux |
Judgement Number | 315813 |
Court | IVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen) |
RvV X - Pagina 1
nr. 315 813 van 31 oktober 2024
in de zaak RvV X / IV
Inzake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat A. VANGENECHTEN
Henri Jasparlaan 128
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoeksc hrift dat X, die verklaart van Syrische nationaliteit te zijn, op 28 februari 2024 heeft
ingediend tegen de bes lissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de st aatlozen van
19 februari 2024.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen .
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 30 juli 2024 met toepassing van artikel 39/73 van voormelde wet.
Gelet op het verzoek tot horen van 5 augustus 2024.
Gelet op de beschikking van 20 augustus 2024 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
19 september 2024.
Gehoord het verslag van kamervoorzitter M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat A. VANGENECHTEN.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Overeenkomstig artikel 39/73, § 2 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang t ot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de Vreemdelingenwet)
werd aan de p artijen de grond meegedeeld waarop de kamervoorzitter steunt om te oordelen dat het beroep
door middel van een louter schriftelijke p rocedure kan verworpen worden. In casu wordt het volgende gesteld:
“1. De verzoekende partij, die verklaart van Syrische nationaliteit te zijn, dient beroep in tegen de beslissing
“niet-ontvankelijk verzoek (internationale bescherming in een ande re EU lidstaat)” van 19 februari 2024,
genomen door de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de
commissaris-generaal) op grond van a rtikel 57/6, § 3, eerste lid, 3° van de Vreemdelingenwet, daar de
verzoekende partij internationale bescherming geni et in Bulgarije.
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI