Arrêt Nº307601 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/05/2024
Judgment Date | 31 mai 2024 |
Procedure Type | Plein contentieux |
Judgement Number | 307601 |
Court | IVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen) |
RvV X - Pagina 1
nr. 307 601 van 31 mei 2024
in de zaak RvV X / IV
Inzake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat H. CHATCHATRIAN
Langestraat 46/1
8000 BRUGGE
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaans e nationaliteit te zijn, op 18 augustus 2022 heeft
ingediend tegen de bes lissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de st aatlozen van
11 augustus 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen .
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 25 maart 2024 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 18 april 202 4.
Gehoord het verslag van kamervoorzitter M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advoc aat E. DARESHOERI loco advocaat H.
CHATCHATRIAN.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationa liteit te bezitten en geboren te zijn in 1989.
De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 9 maart 2017. Op 29 maart 2017 die nt de
verzoekende partij een eerste verzoek om internation ale bescherming in.
Op 12 juni 2018 wordt de verzoekende partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen
en de staatlozen (hierna: het Commissariaat -generaal).
Op 3 oktober 2018 neemt de commissa ris-generaal voor de vluchtelingen en de s taatlozen (hiern a: de
commissaris-generaal) een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermings status. Deze beslissing wordt bevestigd door de Raad in een arrest van 27 februari
2019 met nummer 217 583.
Op 4 november 2019 dient verzoekende partij een tweede verzoek om internationale bescherming in.
RvV X - Pagina 2
Op 15 januari 2020 neemt de com missaris-generaal een beslissing “niet-ontvankelijk verzoek (volgend
verzoek)”. Verzoekende partij tekent geen beroep aan tege n deze beslissing.
In april 2020 keert verzoekende partij vrijwillig terug n aar Afghanistan.
Verzoekende partij verklaart het Rijk opnieuw te zijn binnengek omen op 6 januari 2022. Op 13 januari 2022
dient zij een derde verzoek om internationale beschermi ng in. Op 11 augustus 202 2 neemt de
commissaris-generaal een beslissing “niet-ontvankelijk verzoek (volgend verzoek)”. Dit is de bestred en
beslissing:
“A. Feitenrelaas
In het kade r van uw eerste verzoek om internationale bescherming verklaarde u [S.H.] te heten, de
Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn op 19 april 1989 in het subdorp Kuz Khadakhel van het
dorp Toto gelegen in het district Sherzad, provincie Nangarhar. U liep school tot de twaalfde graad, waarna u
vanaf 2008 tot 2010 aan d e slag ging als computerspecialist bij h et wapenherstellingsb edrijf (…) te Gardez.
Later studeerde u ook nog twee semesters aan een privéuniversiteit in Kabul.
Uw problemen met de taliban begonnen toen u zestien maanden aan het werk was voor (…). Uw vader
sommeerde u naar Jalalabad en toonde u de dreigbrief van de taliban. U besloot om te stoppen met uw werk
en terug te keren naar uw dorp. Gefrustreerd over uw b eperkte leven in het dorp vertrok u opni euw naar
Kabul om aan een pri véuniversiteit computerwetenscha ppen te gaan studeren. U studeerde er voor twee
semesters toen u plots bezoek kreeg van uw oo m van vaderszijde en de man van uw tante. Ze vertelden u
dat de taliban u w vader hadden on tvoerd. Indien u niet zou weerkeren naar uw dorp zou de taliban uw vader
ombrengen. U ging terug naar Toto en werd gearresteerd doo r de taliban. U werd ondervraagd door de
taliban, maar de vijfde nacht van uw gevangenschap werd u verplaatst. U kon toen de talibs afsch udden en u
ontvluchtte de regio. U kwam een bo er tegen e n met zijn hulp ontvluchtte u Afghanistan naar Pakis tan. U
verliet Afghanistan eind 2011. In Pakistan verbleef u ongeveer één jaar en werkte e r in een restaurant in
Peshawar. Vervolgens woonde u twee jaar in Iran en werkte er op een boerderij in Iran Shar. Nadien trok u
naar Turkije waar u een jaa r woonde en werkte in een fabriek in Istanbul. Hierna r eisde u naar Griekenland
waar u ten slotte elf maanden verbleef alvorens door te reizen naar België. Op 9 maart 2017 kwam u aan in
België. U diende op 29 maart 2017 een verzoek om internationale bescherming in. Bij e en eventuele
terugkeer naar Afghanistan vreesde u gedo od te worden door de taliban. Omdat er geen geloof werd gehecht
aan uw verzoekmotieven en omdat er werd besloten dat u bij terug keer naar Afghanistan over een redelijk
vestigingsalternatief beschikte in de stad Kabul, na m het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en
Staatlozen (CGVS) o p 3 oktober 2018 een beslissing tot weigering van d e vluchtelingenstatus en weigering
van de subsidiaire besche rmingsstatus. Deze beslissing werd door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
(RVV) bevestigd op 27 februari 2019 (Arrest nr. 217 583).
Na d e beslissing van de RvV trok u vanaf april 2019 tot 22 oktober 2019 naar Parijs, Frankrijk. U keerde
terug naar België en diende op 4 november 2019 een tweede verzoek i n. In het kader van uw tweede
verzoek verklaarde u voor uw eerste aanvraag in België reeds de vluchtelingenstatus in Griekenland te
hebben bekomen. U had dit niet eerder vermeld aan de Belgische instanties omdat u niet wist dat het nodig
was dit zelf te zeggen. U werd onderschept in Griekenland en verb leef er vijftien dagen in een gesloten
centrum. Uw vingerafdrukken werde n genomen en u werd gedwongen om asiel aan te vragen in Griekenland
waarna u uw verblijfsdocumenten verkreeg. U vreesde bij een terugkeer naar Griekenlan d de criminaliteit en
de algemene onveiligheid. Daarnaast bezat u in Griekenland geen huis, geen werk en moest u er op straat
slapen. U had geen eten en was niet in staat om o ver te gaan tot stelen. De Griekse bevolk ing bespuwde
jullie, er zijn heel veel problemen in Griekenland en overle ven is er onmogelijk. U kan in Griekenland gedood
worden en als iemand er met ee n mes wordt gestoken kan de politie niets doen. De Grie kse politie
behandelde jullie niet goed en ze slaan zelfs mensen met geldige verblijfsdocumenten. U vraagt zich ten
slotte af hoe u bij een te rugkeer naar Griekenland uw vrouw kan laten overkomen. U zal in Griekenland niet
voor uw vrouw kunnen zorgen aangezien u al niet voor uzelf kan zorgen. U legde geen documenten voor ter
ondersteuning van uw tweede verzoek. Uw Griekse verblijfsvergunning zou bij een vriend in België liggen. Uit
de informatie waarover het CGVS beschikte blijkt dat u op 18 januari 2017 de vluchtelingenstatus werd
toegekend in Griekenland. Het CGVS verklaarde op 15 januari 2020 uw tweede verzoek niet-ontvankelijk
daar u geen nieuwe element en of feiten aanbracht die de kans aanzienlijk gro ter maken dat u voor erkenning
als vluchteling in de zin van artikel 48/3 of voor subsidiaire bescherming in de zin van artikel 48/4 in
aanmerking zou komen. U tekende geen beroep aan tegen de ze beslissing.
In april 2020 keerde u v anuit Frankrijk vrijwillig terug naar Afghanistan en vestigde u zich in Kabul waar u fruit
verkocht. In augustus 2021 verliet u opnieuw uw land wegens de machtsov ername van de taliban. U reisde
met behulp van smokkelaars en na een reis va n drie-en-een-halve maand kwam u opnie uw aan in Belg ië op
6 januari 2022. U diende uw derde verzoek in op 13 januari 2022. U vreest bij terugkeer naar Afghanistan
gedood te worden door de taliban o mwille van uw vroegere werk voor het Afghaanse leger en politie. Bij
terugkeer naar Griekenland vreest u herkend en geviseerd te worden door Afghanen uit uw regio die banden
hebben met de taliban, Daesh of een andere vijand van de vroegere Afghaanse overh eid waar u vroeger dus
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI