Arrêt Nº307560 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 30/05/2024
Judgment Date | 30 mai 2024 |
Procedure Type | Plein contentieux |
Judgement Number | 307560 |
Court | IVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen) |
RvV X - Pagina 1
nr. 307 560 van 30 mei 2024
in de zaak RvV X / IV
Inzake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat C. DETHIER
Berckmansstraat 89
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoeksc hrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 4 januari 2024 hee ft
ingediend tegen de bes lissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de st aatlozen van
18 december 2023.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen .
Gezien de beschikking tot vaststelling van he t rolrecht van 2 februari 2024 met refertenummer X.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 5 maart 2024 waarbi j de terechtzitting wordt bepaald op 15 april 2024.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken D. DE BRUYN.
Gehoord de opmerkingen van verzoeker en zijn advocaat C. DETHIER.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoeker, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, komt volgens zijn verklaringen op
27 april 2000 als niet-begeleide minderjarige België binnen zonder en ig identiteitsdocument en verzoekt op
4 mei 2000 om internationale bescherming. Op 5 juni 2001 neemt de gemachtig de van de Minister van
Binnenlandse Zaken een b eslissing tot weigering van verblijf met bevel om he t grondgebied te verlaten. Op 3
juli 2003 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de
commissaris-generaal) een bevestig ende beslissing van weigering van verblijf. Bij arrest van 22 februari 2007
stelt de Raad van State afstand van het geding vast.
1.2. Op 19 april 2007 dient verzoeker een tweede verzoek om internationale bescherming in. Op 10 juli 2008
beslist de adjunct-commissaris tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire
beschermingsstatus.
RvV X - Pagina 2
1.3. Op 24 februari 2017 dient verzoeker een derde verzoek om i nternationale beschermin g in. Nadat de
adjunct-commissaris op 7 september 2017 een beslissing to t in overwegingname (meervoud ige
asielaanvraag) neemt, beslis t zij op 21 december 2018 tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering
van de subsidiaire beschermingsstatus .
1.4. Op 16 mei 2019 dient verzoeker een vierde verzoek om internationale bescherming in.
1.4.1. Op 19 juni 2019 neemt de commiss aris-generaal een beslissing houdende een niet-ontvankelijk
verzoek (volgend verzoek). Bij arrest met nr. 235 447 van 21 apri l 2020 vernietigt de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen (hierna: de Raad) deze b eslissing.
1.4.2. Nadat de commissari s-generaal op 18 mei 2020 een beslissing houdende een ontvankelijk verzoek
(volgend verzoek) neemt, beslist hij op 22 april 2021 tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering
van de subsidiaire beschermingsstatus. Op 19 augustus 2021 trekt de commissaris-generaal deze beslissing
in, waarna de Raad bij arrest met nr. 260 144 van 3 september 2021 het tegen deze beslissing ingestelde
beroep verwerpt.
1.4.3. Op 2 maart 2022 beslist de adjunct-commissaris opnieuw tot weigering van de vluchtelingenstatus en
weigering van de subsidiaire beschermingss tatus.
1.5. Op 1 februa ri 2023 dient verzoeker een vijfde verzoek om internationale besch erming in. Op
18 december 2023 neemt de commissaris-generaal een beslissing houdend e een niet-ont vankelijk verzoek
(volgend verzoek). Dit is de thans bes treden beslissing, die op 20 december 2023 aan verzoeker
aangetekend wordt verzonden.
Deze beslissing luidt als volgt:
“A. Feitenrelaas
U verklaart de Afghaanse nationaliteit te b ezitten, van Pashtou-origine te zijn en afkomstig te zijn van het dorp
Kuzikhel, district Alikhel (Ja ji) van de provincie Paktia. U huwde i n 2010 met J. S. K. (…) in Pakistan en heeft
sinds 2016 een dochter M. (…).
Op 4 mei 200 0 verklaarde u zich voor een eerste keer vluchteling. U v erklaarde in uw eerste verzoek dat uw
vader lid was van de vroegere Communistische Partij en hij zou in 1377 volgens de Afghaanse kalender
(AK), zijnde 1998 volgens de Gregoriaanse kalender (GK), door de taliban zijn gearresteerd. Sindsdien zou u
van hem nooit nog iets hebben verno men. Uzelf zou nooit noemenswaardige problemen hebben gekend, tot
begin 1379 AK (maart-april 200 0 GK) de taliban u zouden hebben opgeëist om hun strijdkrachten te
versterken. U zou dit hebben geweigerd en zou hebben besloten he t land te ontvluchten. U kwam aan in
België op 27 april 2000 en was in het bezit van uw ide ntiteitskaart.
Op 5 juni 2001 oordeelde de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) dat uw verzoek onontvankelijk was. Op 3 juli
2003 nam het CGVS een bev estigende beslissing van weigering van verblijf. U diende een beroep in bij de
Raad van State en op 22 februari 2007 stelde de Raad van State afstand van geding vast.
Op 19 april 2007 diende u e en tweede verzoek in. U werd uitgenodigd tot een persoonlijk onderhoud op het
CGVS, maar u kwam niet opdagen waard oor u op 11 juli 2008 zowel de vluchtelingenst atus als de
subsidiaire beschermingsstatus werd gewei gerd door het CGVS. U ging niet in beroep tegen deze beslissing.
Uit de informatie waarover het CGVS beschikt, blijkt dat u op 6 oktober 2009 definitief veroordeeld werd do or
de Correctionele rechtbank te Brussel tot een gevangenisstraf van drie jaar (beiden voor de helft met uitstel
gedurende een periode van v ijf jaar) en een geldboete van 2000€, en dit wegens uw deelname aan
mensensmokkel, geweldpleging, uiten van b edreigingen en bendevorming.
Sinds deze definitieve veroordeling voor feiten van mensensmokkel liep u nog vijf andere veroordelingen
voor verschillende feiten op (zie bijgevoegde s tukken).
Op 24 februari 2017 diend e u een derde verzoek in. In het kader van u w derde verzoek verklaarde u dat u bij
terugkeer naar Afghanistan gedood zou worden door de taliban en uw dorpsgenoten omdat ze de Afghanen
die terugkeren uit Euro pa als verwesterd en ongelovig beschouwen. Ter staving van uw derde verzoek legde
u volgende stukken neer: uw paspoort, een verscheurd paspoort van uw vrouw, een kopie van het paspoort
van uw vrouw, een kopie van uw huwelijksattest, de verscheurde taskara van uw vrouw, een kopie van de
taskara van uw vrouw, uw ve rscheurde taskara en een kopie van uw taskara. Op 21 d ecember 2018 nam het
CGVS de beslissing om u de vluchtel ingenstatus te weigeren omdat er geen geloof kon worden gehecht aan
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI