Arrêt Nº307396 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 28/05/2024
| Judgment Date | 28 mai 2024 |
| Procedure Type | Plein contentieux |
| Judgement Number | 307396 |
| Court | IVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen) |
RvV X - Pagina 1
nr. 307 396 van 28 mei 2024
in de zaak RvV X / IV
Inzake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat D. DAGYARAN
Dageraadstraat 44
1000 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 29 j uni 2023 heeft
ingediend tegen de bes lissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de st aatlozen van
26 mei 2023.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen .
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 30 oktober 20 23 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 30 novembe r 2023.
Gehoord het verslag van kamervoorzitter M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerk ingen van de verzoekende partij en haar advocaat A. HAEGEMAN l oco advocaat D.
DAGYARAN en van attaché B. DESMET, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationa liteit te bezitten en geboren te zijn in 1998.
De verzoekende partij verklaart het Rij k te zijn binnengekomen op 18 december 2021. Op 21 december 2021
dient de verzoekende partij een verzoek om internati onale bescherming in.
Op 2 mei 2023 wordt de verzoekende partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en
de staatlozen (hierna: het Commissariaat-gen eraal).
Op 26 mei 2023 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staa tlozen (hierna: de
commissaris-generaal) een beslissing tot weigering van de vluchtelingen status en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Di t is de bestreden beslissing:
“A. Feitenrelaas
RvV X - Pagina 2
U, [F. M.], verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten. U hebt de Pashtun etniciteit en bent een moslim
van de soennitische strekking.
U bent afkomstig uit Raeesan, een dorp gelegen in het Surkhrod district van de provincie Nangarhar. Hier
woonde u tot aan uw vertrek samen met uw vader [M. A. ] , uw moeder [A.], uw vrouw [L.], uw zussen [M.] en
[K.] en uw broers [F.] en [Z.]. U ging tot de tiende g raad naar school. Daarna begon u te werken als leerkracht
in het [A. E. i.], [M. M.], in Surkhrod, waar u gedurende twee jaar Engels en Pashtou onderwees. Van januari
2018 tot september 2020 werkte u als logistieke medewerker voor de ontmijningdienst "[U. A. D. C.]" (hierna:
UADC). Gedurende deze periode woonde u in Kabul (meer bepaald in Charahe Arzan Qima) en kwam u
slechts om de twee à drie weken naar huis. Gezien u als onderwijzer elke avond thuiskwam, vermoedden de
dorpelingen dat u elders werkte. Anderhalf jaar na aanvang van deze job, achterhaalde de taliban uw
werkzaamheden voor de UADC. U kreeg twee dreigtelefoons. De taliban gebood u om uw werkzaamheden
voor de UADC te staken. Eén of twee weken later werd een dreigbrief b ij u thuis bezorgd. Hierin stond
geschreven dat u zich moest aandie nen voor de rechtbank van de taliban. Twee à drie dagen na ontvangst
van deze brief kwam uw vader naar Kabul om u over de inhoud van deze dreigementen in te lichten. Hij
besloot dat u met uw job moest stoppen en het land di ende te verlaten. Uw activiteiten v oor de UACD
vormden immers een bedreiging voor het volledige gezin. Omstreeks de vierde of vijfde oktober van het jaar
2020, verliet u Afghanistan vanuit Kabul. U reisde via Pakistan, Iran, Turkije, Griekenland, Macedonië,
Servië, Oostenrijk, Frankrijk naar België, waar u op 18 december 2021 aankwam. U dient hier op 21
december 2021 een verzoek om internationale bescherming i n.
Na uw vertrek bezocht de taliban he t onderwijsinstituut in Surkhrod waar u twee jaar als onderwijzer ha d
gewerkt. Na u daar op foto's te zien, kwamen ze naar uw huis en vroegen ze uw vader waar u was.
In geval van terugkeer naar Afghanistan vreest u gedood te worden door de taliban omdat u werkzaamheden
uitoefende die door hen als negatief ge percipieerd worden.
Ter staving van uw verzoek legt u tijdens uw persoon lijk onderhoud op het Commissariaat-generaal voor de
Vluchtelingen en de Staatlozen ("CGVS") verschillende originele diploma's en certificaten neer met name:
Metric certificaat van de Kabul International Model school, een certi ficaat van een speciale conversatie klas,
een diploma en certificaat Engels. Verder maakt u ook de volge nde originele documenten over: een
aanbevelingsbrief van de UADC, een dreigbrie f van de taliban, een brief van de dorpsouderen aangaande uw
werkzaamheden en problemen in Afghanistan. Op 8 mei 2023 maakte u aan het CGVS nog zes kopieën van
foto's v an uw werkzaamheden als leraar aan het [A. E. I.] over. Op 15 mei 2023 maakte uw advocaat per
e-mail uw opmerkingen aangaande de notities v an het persoonlijk onderhoud over.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel v an de gegevens in uw a dministratief d ossier, moet vooreerst worden
vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waa ruit eventuele bijzondere procedurele noden
kunnen blijken, en dat het Commissariaat-gene raal evenmin dergelijke noden in uw hoofde heeft kunnen
vaststellen.
Bijgevolg werden er u geen specifieke steun maatregelen verleend, aangezien er in het kader van
onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aan genomen dat uw rechten gerespecteerd worden en dat
u in de gegeven omstandigheden kunt vo ldoen aan uw verplichtingen.
Na grondig onderzoek van de door u aangehaalde feiten en alle e lementen aanwezig in het administratieve
dossier dient er verder door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen te worden
vastgesteld dat u de hoedanigheid van vluchteling overeenkomstig art. 1, par. A, lid 2 van de Conventie van
Genève niet kan worden toegekend. U heeft immers onvo ldoende aannemelijk gemaakt dat er in hoofde van
uw persoon een gegronde vrees kan worden ve rmoed voor vervolgin g omwille van uw nationaliteit, etniciteit,
religie, politieke overtuiging of he t behoren tot een welbepaalde sociale gro ep. Verder wordt er ook
vastgesteld dat er geen sprake is van een reëel risico op het lijden van ernstige schade zoals bepaald in de
definitie van be scherming in de zin van artikel 48/4 § 2 van de g ecoördineerde Vreemdelingenwet, waardoor
het CGVS u evenmin de status van subsidiaire bescherming toekent.
Bij terugkeer naar Afghanistan vreest u gedood te worden door de taliban omdat u werkzaamheden vervulde
die door hen negati ef wordt gepercipieerd en ingaan tegen hun belangen. U beweert dat u jongens en
meisjes onderwees en als logistieke medewerker voor de UADC werkte. U zegt dienaangaande: "de eerste
vrees is dat ik jongens en meisjes onderwees en de tweede is dat ik voor een bedrijf werkte die ze al s tegen
hen besch ouwen, dus er is geen kans dat ik dit zou o verleven." (CGVS p. 15). U beweert dat de taliban u
beschuldigde van samenwerking met vreemdelingen (CGVS p. 13). Incoherenties en onwaarschijnlijkheden
in uw relaas maken echter dat hier geen gelo of aan kan worden gehecht.
Vooreerst verklaart u dat u gedurend e twee jaar Pashtou en Engels onderwees a an het [A. E. i .], [M. M.], in
Sukhrod (CGVS p. 6). Wat betreft uw profiel als onderwijzer in Afghanistan in het verleden dient te worden
opgemerkt d at deze betrekking op zich niet voldoende is om een ernstig risico op vervolging in uw hoofde
vast te stellen. Aldus kan er louter op b asis van uw profiel niet de vluchtelingenstatus worden toegekend.
Uit de beschikbare informatie (het EUAA-rapport Afghanistan. Targeting of Individuals van augustu s 2022
https://coi.euaa.eu ropa.eu/administration/easo/ PLib/2022 08 EUAA COI Report Afghanistan Targeting of
individuals.pdf, EUAA COI Query Afghanistan Major le gislative, security-related, and humanitarian
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI