Arrêt Nº307179 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 24/05/2024

Judgment Date24 mai 2024
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number307179
CourtIVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 307 179 van 24 mei 2024
in de zaak RvV X / IV
Inzake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat K. STOROJENKO
Franklin Rooseveltlaan 348/3
9000 GENT
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoekschrift d at X, die verklaart van Afghaanse nationalit eit te zijn, op 14 september 2022 heeft
ingediend tegen de bes lissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de st aatlozen van
30 mei 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen .
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 8 april 2024 waarbi j de terechtzitting wordt bepaald op 30 april 2024.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken I. FLORIO.
Gehoord de opmerkingen van verzoeker en zijn advocaat K. STOROJENKO.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoeker, die verklaart de Afghaanse nationaliteit te hebben en België te zijn binnenge komen op 10
november 2 015, dient op 26 november 2015 een eerste verzoek om internationale bescherming in . Op 30
mei 2017 neemt de commissaris-generaal voor vluchtelingen en staatlozen (hierna: de
commissaris-generaal) een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Na beroep weigert de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (hierna: de
Raad) bij arrest nr. 201.772 van 27 maart 2018 d e vluchtelingenstatus en de subsidiai re beschermingsstatus.
1.2. Zonder België te verlaten, dient verzoeker op 3 1 mei 2018 een tweede verzoek om internationale
bescherming in. De commissari s-generaal neemt op 23 juli 2018 de b eslissing waarbij zijn tweede verzoek
niet-ontvankelijk wordt verklaard. Verzoeker dient geen beroep in tegen voormelde beslissing.
1.3. Zon der België te verlaten, dient verzoeker op 4 september 2018 een derde verzoek om internationale
bescherming in. De commissaris-generaal neemt op 25 oktober 2018 de beslissing tot niet -ontvankelijk
verzoek (volgend verzoek). Verzoeker dient geen beroep in tege n voormelde beslissing.
RvV X - Pagina 2
1.4. Zonder Belgi ë te verlaten, dient verzoeker op 10 janua ri 2019 een vierde verzoek om internationale
bescherming in. Op 28 mei 2019 verklaart de commissaris-generaal het verzoek ontvankelijk . Op 11 juli 2019
vindt een persoonlijk onderhoud plaats. Op 15 juni 2020 neemt de commissaris-generaal een beslissing tot
weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidi aire beschermingsstatus. Verzoeker dient
geen beroep in tegen voormelde beslissi ng.
1.5. Zond er België te verlaten, dient verzoeker op 16 november 2021 een vijf de verzoek om internationale
bescherming in. De daaropvolgende beslissing van 28 m aart 2019 wordt vervolgens op 25 april 2022
ingetrokken door de commissaris-ge neraal. Op 27 juni 2022 wordt het beroep bij de Raad verworpen.
1.6. Op 30 augustus 2022 neemt de commissaris-generaal opnieuw een beslissing houdend e
niet-ontvankelijk verzoek (volgend verzoek). Dit is de bestre den beslissing die aangetekend wordt verstuurd
op 31 augustus 2022 en luidt als volgt:
A. Feitenrelaas
U verklaart de Afghaanse nationaliteit te hebben en van Pashtoun-origine te zijn. U bent een soennitis ch
moslim. Op 26 november 2015 deed u een eerste verzoek om internationale bescherming. U verklaarde
geboren te zijn in 1999 en afkomstig te zijn uit het dorp Bakhtan , gelegen in het district Surkhrod van de
provincie Nangarhar.
Uw vader was talibancommanda nt. Hij stuurde u naar de Koranschool v anaf uw achtste waar u studeerde tot
u vijftien jaar oud was. U mocht van uw v ader niet naar een gewone schoo l gaan. In 2013 vertelde uw vader
u dat hij u binnenkort met hem zou meenemen en dat u zich moest klaarmake n om met hem d e taliban te
vervoegen. U weigerde, waarop hij u sloeg. Uw vader bleef aandringen dat u met hem de ta liban moest
vervoegen omdat u hem na zijn dood moest opvolgen als talibancommandant. In mei 2015 kwamen er
meermaals collega’s van uw vader bij u thuis langs en leerden u hoe u een wapen moest gebruiken. Tijdens
de oogsttijd van de tarwe in 2015 had u zich verwond aan uw been en uw buik na een gevecht tussen
landbouwers waar u tussenkwam. Toen u thuis lag te herstellen van uw wonden, kwam uw vader thuis en
droeg u op om met hem mee te gaan en u aan te sluiten bij de taliban. Toen uw moeder zei dat u gewond
was en dat uw vader u moest laten genezen, ging hij akkoord en vertelde hij u dat hij later zou terugkomen
om u mee te nemen. Nadat uw vader was vertrokken, sprak uw moeder met uw oom langs moederszijde,
waarna hij sa men met drie van zijn v rienden uw reis naar Belg ië regelde. U kwam aan in België op 10
november 20 15. Op 31 mei 2017 ontving u uw beslissing waarin stond dat u de vluchtelingenstatus en de
subsidiaire beschermingsstatus werd geweigerd omdat er geen geloof werd gehecht aan het werk van uw
vader als t alibancommandant en de daaruit voortvloeiende gedwongen rekrutering. Deze beslissing werd op
27 maart 2018 door de Raad voor Vreemdelingenbetwis tingen (RvV) bevestigd.
Op 31 mei 2018 dien de u een tweede verzoek tot internationale besc herming in. U verwees opnieuw naar de
problemen die u tijdens uw eerste verzoek hebt u iteengezet. U verklaarde tevens dat de taliban nog steeds
op zoek zijn naar u en dat ze in maart 2018 uw huis zijn binnengevallen, dat hierbij uw neef [A.] werd gedood
en dat de taliban uw broer [S.] he bben meegeno men. Op 23 juli 2018 besliste het CGVS uw verzoek
nietontvankelijk te verklaren. U ging n iet in beroep tegen deze beslissing.
Zonder België te verlaten d iende u op 4 september 2018 een derde verzoek tot internationale besc herming
in. In het kader van dit verzoek verwees u opnieuw naar de problemen die u tijdens uw eerste verzoek had
uiteengezet. U verklaarde daarbij dat uw moeder b lind is geworden omwille van de ontvoering van uw broer.
U stelde tevens dat u beschikte over n ieuwe documenten om uw verklaringen te staven (waaronder twee
dreigbrieven van de taliban, twee bevestigingsbrieven van de dorp soudsten en een bevestigingsbrief van het
districtshuis) maar dat u nog wachtte op de v ertaling ervan, waardoor u deze nog niet kan voorleggen. U
legde een ontvangstbewijs van een vertaalbureau voor. Op 26 oktober 2018 besliste het CGVS uw verzoek
niet-ontvankelijk te verklaren. U ging e venmin in beroep tegen deze beslissing.
U bleef in België en deed op 17 december 2018 een vierde ve rzoek om internationale bescherming. Toen
verklaarde u in uw vorige verzoeken te hebben gelog en over uw verblijfplaatsen en uw problemen in
Afghanistan. Zo stelde u op onge veer achtjarige leeftijd na ar Pakistan te zijn v erhuisd met uw familie omdat
de taliban u wilde rekruteren. Toen de situatie daar slechter werd, besliste u Pakistan te verlaten en via
Afghanistan naar Europa te reizen. Uw familie keerde la ter terug naar Afghanistan, waar uw vader zich
aansloot bij de taliban. Na de dood van uw vader, kwam de taliban bij uw familie thuis langs. Ze wilden dat u
hen zou vervoegen en gooiden zuur in het gezicht van uw moeder. Ter ondersteuning van uw vierde verzoek
legt u een Pakistaanse proof of registration-kaart voor om aan te tonen dat u als vluchteling in Pakistan
leefde. Op 3 juni 2019 verklaarde het CGVS uw vierde verzoek ontvankelijk. Op het CGVS verklaart u 5 jaar

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT