Arrêt Nº307096 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 23/05/2024
Judgment Date | 23 mai 2024 |
Procedure Type | Plein contentieux |
Judgement Number | 307096 |
Court | IVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen) |
RvV X - Pagina 1
nr. 307 096 van 23 mei 2024
in de zaak RvV X / IV
Inzake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat V. HAUQUIER
Henri Jasparlaan 109
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien he t verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 17 oktober 2023 heeft
ingediend tegen de bes lissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de st aatlozen van
14 september 2023 tot weigering van de vluchteli ngenstatus en weigering van de subsidiaire
beschermingsstatus.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen .
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 8 maart 2024 waarbi j de terechtzitting wordt bepaald op 4 april 2024.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken N. DENIES.
Gehoord de opmerkin gen van advocaat A. HAEGEMAN, die lo co advocaat V. HAUQUIER verschijnt voor de
verzoekende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoeker verklaart de Afghaanse nationalite it te hebben en te zijn geboren op (…) decemb er 2005.
1.2. Verzoeker dient op 2 5 mei 2022 als niet-begeleide minderjarige vreemdeling (NBMV), een verzoek om
internationale bescherming in.
1.3. Verzoeker wordt op 19 juni 2023 gehoord op het Commiss ariaat-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen (hierna: het CGVS), in aanwezigheid van de aan hem toegewezen voogd.
1.4. De commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de c ommissaris-generaal)
neemt op 14 september 2023 een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. De ze beslissing, die de bestreden besli ssing uitmaakt, luidt als volgt:
“A. Feitenrelaas
RvV X - Pagina 2
Volgens jouw verklaringen ben je een minderjarige Pashtun afkomstig uit het dorp Damgali in het district
Manungi, provincie Kunar en heb je de Afghaanse na tionaliteit. In 1386 (volgens de Afghaanse jaarrekening,
komt overeen met 2007 /2008) ging jouw b roer T. bij het Afghaanse leger. In 1389 (2010/2011) ging
vervolgens ook jouw broer A. bij het Afghaan se leger. T. kwam in 1392 (2013/2014) om tijdens een gev echt.
In 1392 (2013/2014) ging ten slotte ook jouw broer A. bij het Afghaanse leger. Hij kwam in 1393 (2014/2015)
om door een bermbom. Jouw br oer A. werkte aanvankelijk voor het nationaal leger, maar na drie jaar ging hij
voor de speciale eenheid of Qate y Ghaz werken in Kabul. Twee maanden voor jouw vertrek uit Afghanist an
liet de taliban een dreigbrief voor jou en je broer Y. – die in Kabu l studeerde - achter op de deur van de
moskee waarin werd gezegd dat A. met zijn werk moest stoppen of dat anders jij en je broer Y., gedood
zouden worden. A. liet op de achterkant van de brief schrijven d at hij dit niet zou doen en liet zijn antwoord
opnieuw aan de moskee bevestigen. Op de dag va n de machtsovername van Kabul belde A. naar jouw
schoonbroer Z. om te zeggen dat hij naar huis k wam. Sindsdien is A. vermist. Y. kwam wel naar hu is. Op de
vijfde dag na de machts overname kwamen de taliban bij jullie thuis langs. Ze vroegen achter jullie en zij
sloegen j ouw ouders. Wanne er jij thuiskwam en hoorde wat er gebeurd was, ging je naar je Z. Hij regelde
een smokkelaar voor jou en Y. en jullie verlieten diezelfde nacht Afghanistan. Ze s dagen na jullie vertrek uit
Afghanistan werd er een opoepingsbrief van de taliban voor jou en Y. aan jullie familie bezorgd. Zeven of
acht dagen later kwam er dan een tweede oproepingsbri ef. Je was ongeveer negen maanden onderweg en
reisde via Pakistan, Iran, Turkije, Bulgari je, Servië en Hon garije naar Oostenrijk waar je op 12 mei 2022
onder een valse naam een v erzoek om internationale bescherming in diende. Zonder de verdere procedure af
te wachten reisde je via Zwitserland en Frankri jk door naar België waar je o p 25 mei 2022 een verzoek om
internationale bescherming indiende. Jouw broer Y. bleef in Turkije. Je vreest bij e en terugkeer naar
Afghanistan gedood te worden door de taliban te n gevolge van de professionele activiteiten van jouw bro er
A. Jouw voogd en advocaat wijzen daarnaast op het risico g edood te worden door de taliban ten gevolge van
jouw verblijf in Europa en ten gevolge va n jouw verwestersing.
Ter ondersteuning van jouw verzoek om internationale bescherming legde je volgende do cumenten neer:
jouw originele taskara; kopieën van de taskara’s van jouw ouders en de originele taskara’s van jouw broers
A. en T.; origi nele legerdocumenten van jouw broer A., met name een legerkaart en een bankkaart; origi nele
legerdocumenten van jouw broer T., met name een bank kaart, een document van het ministerie van Defensie
en een een certificaat; het originele legerboekje van jouw broer A. van de periode dat hij voor het nationale
leger werkte; vijf foto’s van jo uw broers A., T. en A.; kopieën v an verschillende documenten betreffende het
overlijden v an A. en T.; twee kopieën van oproepingsbrieven van de taliban gericht aa n jou en je broer Y.,
d.d. 17/01/1443 en 07/02/1443 (Arab ische kalender, komt overeen met 26 augustus 2021 en 15 september
2021); een originele omslag waarin jouw documen ten verzonden werden.
B. Motivering
Vooreerst moet word en opgemerkt dat het Commissaria at-generaal op grond van het geheel van de
gegevens in je administratief dossier, van oordeel is dat er in jouw hoofde, als niet-begeleide minderjarige,
bijzondere procedurele noden kunnen worden aangenomen.
Om hier op passende wijze aan tegemoet te komen, werden er jou in het kader van de behandeling van jouw
verzoek door het Co mmissariaat-Generaal steunmaatregelen verleend. Meer bepaald werd er jou een voogd
toegewezen die je bijstaat in het doorlopen van de asielproc edure; werd het persoonlijk onderhoud
afgenomen door een gespecialiseerde protect ion officer, die binnen de diensten van het
Commissariaat-generaal een specifieke opleiding v olgde om minderjarigen op ee n professionele en
verantwoorde manier te benaderen; heeft het persoonlijk onderhoud plaatsgevo nden in het bijzijn van je
voogd en advocaat die in de mogelijkheid verkeerden om opmerkingen te formuleren en stukken neer te
leggen; en werd er bij de beoordeling van jouw verklaringen rekening gehouden met jouw jeugdige leeftijd en
maturiteit, evenals met de algemene situatie in jouw land van herkomst.
Gelet op wat voorafgaat kan in de gegeven omstandigheden redeli jkerwijze worden aangenomen dat jouw
rechten in het kader van onderhavige procedure gerespecteerd worden evenals dat je kunt voldoen aan je
verplichtingen.
Na grondig onderzoek van je verklaringen, van de concrete en actuele situatie in je land van herkomst en van
alle elementen uit je dossier, blijkt dat het vluchtelingenstatuut of de subsidiaire b eschermingsstatus jou niet
kan worden toegekend.
Vooreerst dient opgemerkt te worden dat je er niet voor terugdeinst om voor officiële instanti es bedrieglijke
verklaringen af te le ggen omtrent jouw identiteit. Uit jouw administratief dossier blijkt immers dat je je voor de
Oostenrijkse asielinstanties identificeerde als O. P., geboren op […].1.2006, terwijl je voor de Belgische
instanties stelde S. P. te heten en geboren te zijn op […]. 12.2005 (Verklaring DVZ, vraag 1-4). Bij de DVZ
RvV X - Pagina 3
geconfronteerd met deze informatie ontkende je in Oostenrijk een andere identiteit aangenomen te hebben.
Je ha d er dezelfde gegevens opge geven als in België (Verklaring DVZ, vraag 32). Het feit dat je voo r het
CGVS beken de dat je van een smokke laar in Oos tenrijk andere gegevens diende op te geven, doet geen
afbreuk aan de vaststelling dat je voor officiële instanties bedrieglijke verklaringen durft af te leggen (CGVS,
p. 3). Dergelijke vaststelling is nefa st voor jouw algemene geloofwaardigheid.
Je stelt ten gevolge van de professionele activiteiten van jouw broer A. problemen te vrezen met d e taliban
die jou en jouw broer Y. bedreigden.
Uit de beschikbare informatie (het EUAA-rapport Afghanistan. Targeting of Individuals van augustus 2022
h t t p s : / / c o i . e u a a . e u r o p a . e u / a d m i n i s t r a t i o n / e a s o /
PLib/2022_08_EUAA_COI_Report_Afghanistan_Targeting_ of_individuals.pdf, EUAA COI Query
Afghanistan Major legislative, security-related, and humanitarian developments van 4 november 2022
https:// coi.euaa.europa.eu/administration/ easo/
PLib/2022_11_Q35_EUAA_COI_Query_Response_Afghanista n_update_1_July_31_October_2022.pdf en de
EUAA Country Guidance Afghanistan van januari 2023
https://euaa.europa.eu/publications/co untryguidance-afghanistan-january-2023) blijk t dat bepaalde personen
die vroe ger tot de ANSF behoorden te maken kunnen krijgen met vergeldingsacties. U haalde aan dat uw
broer A. die voor de speciale eenheid Qatey Ghaz in Kabul werkte na de val van Afghanistan vermist raakte
(CGVS, p. 11). Rekening houdend met uw verklaringen en de beschikbare informatie kan gesteld worden dat
de problematische situatie van uw broer A. pl ausibel is.
Wat uw situatie betreft, kan vooreerst worden opgemerkt dat familieleden van personen die tot de ANSF
behoorden in bepaalde gevallen te maken kunnen krijgen met vervolging, bv. wanneer de taliban op zoek zijn
naar de persoon met het profie l of wanneer er bepaalde redenen zijn di e maken dat de taliban wraak willen
nemen op deze persoon en zijn familie. U haalt echter geen dergelijke zaken aan. Het loutere feit dat u ee n
familielid bent van een vroeger lid van h et ANSF is onvoldoende om een nood aan bescherming in uw hoofde
aannemelijk te maken. Aan jouw bewering dat de tali ban jou en jouw broer Y. v iseert omwille van de job van
jullie broer A. bij de speciale eenheid Qatey Ghaz (CGVS, p. 11), kan trouwens geen enkel geloof gehecht
worden.
Vooreerst dient vastgesteld te wo rden dat jij doorheen jouw procedure incoherente verklaringen a flegde
betreffende jouw familieleden. Zo verklaarde je bij de registratie van jouw verzoek op 25 mei 202 2 dat je vijf
broers had, met name T. en A. die overleden waren, A. die verdween en I. e n A. R. die in Damgali verbli jven
(Fiche ‘Mineur Etranger Non Accompagné’). Op de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) verklaarde je echter
dat je maar vier broers hebt. Je stelde opnieuw dat je broers T. e n A. overleden zijn en A. verdwenen is. I. en
A. R. werden hier eve nwel niet meer vermeld, maar wel een broer Y. – waarvan je overigen s geen
identiteitsdocumenten voorlegt - die in Turkije v erblijft (Verklaring DVZ, vraag 18). Op het
Commissariaat-generaal herhaalde je jouw verklaringen va n bij de DVZ. Geconfronteerd met jouw
verklaringen di e je aflegde bij jouw registratie in België, repliceerde je dat je op de dag van jouw
asielaanvraag heel moe was en je veel dingen zomaar vertelde, je er geen melding maakte van Y., maar
nadat je in een o pvangcentrum ve rbleef en rustig werd, je de juiste verklaringen aflegde (CGVS, p. 4). Jou
expliciet gevraagd wie I. en A. zijn, stelde je enkel dat je zelf niet meer weet wat je die eerste dag zei (CGVS,
p. 5). Dergelijke uitleg is evenwel onvoldoende als verklaring voor de vaststelling dat jij over een eenvoudige
kernelement van jouw dagelijks le ven geen coherente verklaringen kan afleggen. Dat in de twee voor de DVZ
ingediende oproepin gsbrieven van de taliban jouw beweerde broer Y. wordt vermeld, wijst erop dat jij bij de
DVZ je verklaringen over je familiesamenstelling aanpaste omwille van de documenten die j e toen bij de DVZ
indiende. Aan j ouw vluchtmotieven - de beweerde problemen met de taliban waarbij je steeds samen met Y.
werd geviseerd - kan dan ook geen geloof gehecht worden.
Dat er geen geloof kan gehecht worden aan de problemen die hebben geleid tot jouw vertrek blijkt ook uit
volgende vasts tellingen. Je verklaarde dat zo’n twee maanden voor je Afghan istan verliet de taliban aan de
deur van de moskee een dreigbrief achterliet gericht aan jou en je broers A. en Y. Hierin stond dat A. diende
te stoppen met zijn werk of d at anders jij en Y. gedoo d zouden worden (CGVS, p. 11, 16). Jouw broer A. liet
via jullie schoonbroer de dreigbrief met zijn antwoord, met name dat hij niet zou stoppen en zij konden doen
wat ze wouden, opnieuw aan de deur van de moskee bevestigen (CGVS, p. 17). Vooreerst dient hierbij
gewezen te worden op de eerdere va ststellingen dat je geen geloofwaardig e verklaringen af legde ove r het
bestaan van deze broer Y. Voort s is het weinig geloofwaardig dat jou w broer A. een dergelijk antwoord zou
formuleren gezien het risi co dat zijn familie hierdoor zou lopen, te meer er na deze dreigbrief op geen enkele
manier voorzorgsmaatregelen werden genomen. Je stelde dat jij in je dorp bleef omdat dit wel veilig was
gezien er checkpoints van de overheid in de buurt waren (CGVS, p. 18). Het is allerminst ernstig dat jullie
zulke ernstige bedreigingen zomaar naast jullie zouden neerlegge n, te meer j e zelf aangaf dat de taliban in
die periode meer en meer macht verwierf (CGVS, p. 18). Je verklaarde v ervolgens dat na de
machtsovername door de taliban in Afghanistan je schoonbroer jou verzocht om na het avondgebed bij hem
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI