Arrêt Nº306231 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 07/05/2024

Judgment Date07 mai 2024
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number306231
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 306 231 van 7 mei 2024
in de zaak RvV X / IV
Inzake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat G. JORDENS
Maurice Van Meenenplein 14/6
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 20 december 2023
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
van 13 november 2023 tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire
beschermingsstatus.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 12 februari 2024 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 28 maart 2024.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken N. DENIES.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat M. KALIN loco advocaat Mr. G.
JORDENS.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoeker verklaart de Afghaanse nationaliteit te hebben en te zijn geboren op (…) 2005.
1.2. Verzoeker dient op 16 augustus 2022 als niet-begeleide minderjarige vreemdeling (NBMV), een
verzoek om internationale bescherming in.
1.3. Verzoeker wordt op 15 september 2023 gehoord op het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS).
1.4. De commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de commissaris-generaal)
neemt op 13 november 2023 een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Deze beslissing, die de bestreden beslissing uitmaakt, luidt als volgt:
RvV X - Pagina 2
A. Feitenrelaas
Volgens uw verklaringen bent u een Afghaans staatsburger, Pashtun en soennitische moslim. U bent
geboren in Darba Khail, in het district Khewa (Kuz Kunar) van de provincie Nangarhar, waar u woonde tot
uw verhuis naar Khan Khail in het district Khogyani van de provincie Nangarhar, ongeveer een week of
anderhalve week na de dood van uw vader. U woonde ongeveer een maand in Khan Khail, tot aan uw
vertrek uit Afghanistan. U werkte op de velden van uw vader en ging naar de madrasa. U zou op basis
van het leeftijdsonderzoek dat u in België onderging, geboren zijn op 1 januari 2003.
U verklaarde dat u problemen had met uw paternale neven omwille van het land van uw vader. De
grootvader van uw vader had voordat u geboren was land verdeeld tussen de vader van uw vader, M.K.,
en zijn broer, N., die de paternale oom van uw vader was. Beiden kregen vijftien jirib. Twee jaar na de
dood van uw grootvader M.K., ongeveer zeven of acht jaar voor uw persoonlijk onderhoud op het CGVS,
ging de oom van uw vader N. in tegen die beslissing, omdat hij veel zonen had en ze meer land wilden
om er geld mee te verdienen. Nadat hij dat bekend maakte, werd er een jirga gehouden waarop er in het
voordeel van uw vader werd besloten omdat dorpelingen hadden getuigd dat die landen van uw vader
waren. N. ging in die vergadering akkoord met de beslissing omdat hij niet vernederd wilde worden en
niet als slechterik wilde worden beschouwd door al die mensen daar. In werkelijkheid was hij het echter
niet eens met de beslissing.
Vier à vijf jaar na de jirga kwam er een brief voor de deur van uw huis met een stempel van de Taliban.
Uw vader vertelde u nooit wat er in die brief stond, maar zei u wel op te letten en niet ergens anders heen
te gaan. Na het ontvangen van die brief ging uw vader met u mee wanneer u naar buiten ging. Uw vader
ging zelf niet meer veel naar buiten, ging 's nachts niet naar buiten en nam jullie 's avonds binnen. U en
uw vader gingen na het ontvangen van die brief alleen nog naar de moskee voor het middag- en
namiddaggebed en deden de andere gebeden thuis.
Een maand nadat die brief aankwam gingen u en uw vader van de moskee naar huis, wanneer drie van
uw paternale neven daar stonden en tegen uw vader zeiden dat hij geen afstand heeft genomen van zijn
land. Eén nam zijn pistool en schoot uw vader neer. Uw paternale neven zeiden ook tegen uw vader dat
die brief eerder van hen was. Uw vader werd rond twee uur in de namiddag naar het medisch centrum
gebracht en u ging naar huis. Uw maternale oom G.B. en een dorpeling waren bij hem. Rond drie uur in
de namiddag zei uw maternale oom dat uw vader gestorven was. Uw vader stierf op 5 Asad 1400 (i.e. 27
juli 2021). Uw moeder zei u toen dat die brief eerder van de Taliban was en dat ze zeiden dat jullie die
landen moesten afstaan of geld moesten geven van die landen.
Drie of vier dagen na de dood van uw vader kwam de moeder van uw paternale neven naar uw huis en
zei tegen uw moeder dat ze afstand moest doen van die velden. Na dat bezoek zei uw maternale oom
aan uw moeder weg te gaan. Hij had een huis gevonden in het district Khogyani.
Vier of vijf dagen na de dood van uw vader was u zaden aan het planten op het land van uw vader. Uw
neven kwamen en sloegen u er in elkaar. Diezelfde nacht kwam uw maternale oom naar uw huis en
gingen jullie met twee naar het huis in Khogyani.
Een week of anderhalve week na de dood van uw vader, verhuisde uw hele familie naar Khogyani.
De Taliban klopten twee nachten op rij op de deur van uw huis in Khogyani en vroegen om eten. U
weigerde hen de tweede nacht eten te geven, waarna uw problemen met de Taliban in Khogyani
begonnen. De Taliban zeiden dat ze u de volgende dag zouden zien. Uw maternale oom zei toen tegen
u dat als u weggaat, er geen man meer in uw huis is en ze uw familie geen problemen meer zullen geven.
De ochtend nadat u eten had geweigerd aan de Taliban ging u per taxi naar Nangarhar. Uw maternale
oom regelde een smokkelaar.
Omwille van bovenstaande redenen verliet u Afghanistan een week na de machtsovername van
Afghanistan door de Taliban op 15 augustus 2021. U kwam aan in België op 15 augustus 2022 en diende
hier op 16 augustus 2022 een verzoek om internationale bescherming in.
In het kader van uw verzoek om internationale bescherming legt u de volgende documenten neer: (1)
kopieën van documenten in verband met de dood van uw vader.
RvV X - Pagina 3
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst worden
vastgesteld dat u geen elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere procedurele noden
kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw hoofde heeft kunnen
vaststellen. Derhalve werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader
van onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd
worden en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Na grondig onderzoek van de door u aangehaalde feiten en alle elementen aanwezig in het
administratieve dossier dient er te worden vastgesteld dat u er niet in geslaagd bent om een vrees voor
vervolging in de zin van de Vluchtelingenconventie aannemelijk te maken en evenmin om zwaarwegende
gronden aannemelijk te maken dat u een reëel risico loopt op ernstige schade in de zin van art. 48/4, §2,
a of b van de Vreemdelingenwet.
Bij een terugkeer naar Afghanistan vreest u gedood te worden door uw paternale neven die banden
hebben met de Taliban, of door de Taliban zelf. Onwaarschijnlijkheden, vaagheden en incoherenties
maken echter dat er geen geloof kan worden gehecht aan het relaas waarop u uw vrees baseert.
Vooreerst moet worden gesteld dat overeenkomstig de beslissing die u door de dienst Voogdij werd
betekend op datum van 5 september 2022 in verband met de medische tests tot vaststelling v an uw leeftijd
overeenkomstig de artikelen 3§2, 2° ; 6§2, 1° ; 7 en 8§1 van Titel XIII, hoofdstuk 6 «Voogdij over niet-
begeleide minderjarige vreemdelingen» van de Wet van 24 december 2002, zoals gewijzigd door de
Programmawet van 22 december 2003 en door de Programmawet van 27 december 2004 en die aantoont
dat u op het ogenblik van het onderzoek reeds meer dan 18 jaar was, u niet kan worden beschouwd als
minderjarige. De conclusie van het medisch onderzoek luidde als volgt: ‘De leeftijd wordt bepaald op 21,5
jaar met een standaarddeviatie van 2 jaar.’ Daarom kunt u niet worden beschouwd als minderjarige. De
vaststelling dat u zich onterecht als minderjarige voordoet, ondermijnt uw algemene geloofwaardigheid in
ernstige mate.
U verklaart dat u in Afghanistan problemen kende met uw acht paternale neven die banden hadden met
de Taliban, ten gevolge van een grondconflict (CGVS, p. 10). Omwille van uw vage en onaannemelijke
verklaringen over die acht paternale neven en hun vader, wordt de geloofwaardigheid van de problemen
die u met hen had reeds grondig aangetast. Gevraagd wat uw paternale neven als werk deden, zegt u
aanvankelijk: “ze hadden geen werk” (CGVS, p. 12). U stelt: “De hele dag gingen ze rond, uithangen met
hun vrienden, niets doen” (CGVS, p. 12). Eén van uw paternale neven, A., had een eigen gezin en
wanneer u wordt gevraagd hoe hij zonder job voor zijn familie kon voorzien, vertelt u in het algemeen dat
die neven evenveel land bezaten als jullie en dat ze ‘rondgingen’ in hun landen (CGVS, p. 12). Nogmaals
expliciet gevraagd hoe A. voor zijn gezin kon voorzien zonder job, zegt u duidelijk dat u niet weet van
waar hij een inkomen had (CGVS, p. 12). Gevraagd wie er voor al die andere paternale neven die geen
job hadden zorgde, stelt u dat ze allemaal samen in een huis woonde en dat alleen hun vader werkte als
leraar (CGVS, p. 12). U concludeert vaagweg: “waarschijnlijk zorgde hij voor hen” (CGVS, p. 12). Die
uitklaring is echter bijzonder onwaarschijnlijk aangezien de vader zo met één loon zijn acht zonen moet
onderhouden (CGVS, p. 12). Daarmee geconfronteerd, zegt u dat u het niet weet (CGVS, p. 12). Later
blijkt echter dat u wel weet hoe uw paternale neven aan inkomsten kwamen. Gevraagd wie er op de
velden van uw paternale oom en neven werkte, stelt u plots immers dat ze er zelf op werkten (CGVS, p.
15): zowel de vader als zijn zonen, afgezien van de drie oudste zonen die het geld van de velden kregen
(CGVS, p. 15). Geconfronteerd met het feit dat u eerder zei dat ze geen werk hadden en niet wist hoe ze
geld kregen, stelt u dat werken op eigen velden niet wordt gezien als ‘werk’ in Afghanistan (CGVS, p. 15).
Die uitklaring schiet echter tekort aangezien u uitdrukkelijk werd geconfronteerd met de
onwaarschijnlijkheid van het feit dat de vader met één loon voor al zijn zonen moest zorgen, waarop u
antwoordde dat u niet weet hoe dat ging (CGVS, p. 12). Het is bijzonder onaannemelijk dat u toen niet
opwierp dat uw neven inkomsten genereren uit hun velden. De vaagheid en onwaarschijnlijkheid van
bovenstaande verklaringen over uw paternale neven en hun vader doen reeds de wenkbrauwen fronsen,
in het bijzonder gelet op het feit dat zij ook in Darba Khail woonden, op twee minuten wandelen van uw
huis (CGVS, p. 9), dat jullie voor de problemen een goede relatie met hen hadden (CGVS, p. 12) en dat
zij een sleutelrol spelen in het grondconflict en uw asielrelaas (CGVS, p. 10). Bijgevolg kan dan ook
verwacht worden dat u meer specifieke en eenduidige informatie over hen kan verschaffen. Ook wat de
banden tussen uw neven en de Taliban betreft, verzandt u in vage en tegenstrijdige verklaringen die de
geloofwaardigheid van uw relaas danig op de proef stellen. U stelt meermaals dat jullie begrepen dat jull ie
neven banden hadden met de Taliban nadat jullie de dreigbrief hadden ontvangen. Gevraagd of de

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT