Arrêt Nº290991 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 27/06/2023

Judgment Date27 juin 2023
Procedure TypeAnnulation
Judgement Number290991
CourtIXde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 290 991 van 27 juni 2023
in de zaak RvV X / IX
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
Ten kantore van advocaat M. DEMOL
Avenue des Expositions 8/A
7000 MONS
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en
Migratie.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IXE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Burundese nationaliteit te zijn, op 20 maart 2023 heeft
ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de beslissing
van de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 17 februari 2023 tot weigering
van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 26quater).
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2 van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gezien het verzoek en de instemming om gebruik te maken van de louter schriftelijke procedure met
toepassing van artikel 39/73-2 van voormelde wet.
Gelet op de beschikking van 5 mei 2023 waarbij het sluiten van de debatten wordt bepaald op
17 mei 2023.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
Op 10 januari 2023 diende verzoekster een verzoek om internationale bescherming in. Dactyloscopisch
onderzoek leidde tot een treffer waaruit blijkt dat verzoekster op 19 oktober 2022 Kroatië op illegale
wijze is binnengekomen en vervolgens op 25 oktober 2022 een verzoek om internationale bescherming
heeft ingediend in Zwitserland.
Verzoekster werd op 20 januari 2023 gehoord door de Dienst Vreemdelingenzaken. Diezelfde dag werd
een overnameverzoek gericht aan de Kroatische autoriteiten met toepassing van artikel 20 (5) van
Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot
vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de
behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde
RvV X - Pagina 2
land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (herschikking) (hierna: de Dublin III-
verordening). Op 3 februari 2023 stemden de Kroatische instanties in met het verzoek.
Op 17 februari 2023 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie
(gemachtigde) een beslissing tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten
(bijlage 26quater), aan verzoekster ter kennis gebracht op 20 februari 2023. Dit is de bestreden
beslissing, waarvan de motivering luidt als volgt:
In uitvoering van artikel 51/5, § 4, eerste lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang
tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt aan
mevrouw, die verklaart te heten:
naam: N. (…)
voornaam: F. (…)
geboortedatum: (…)
geboorteplaats: (..)
nationaliteit: Burundi
die een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend, het verblijf in het Rijk geweigerd.
REDEN VAN DE BESLISSING :
België is niet verantwoordelijk voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming dat
aan Kroatië toekomt, met toepassing van artikel 51/5 van de wet van 15 december 1980 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van
artikel 20(5) van de Verordening van het Europees Parlement en de Raad (EU) nr. 604/2013 van 26 juni
2013.
Mevrouw N. (…) F. (…) verder de betrokkene, die verklaart staatsburger van Burundi te zijn, bood zich
op 10.01.2023 bij onze diensten aan waarbij zij de wens uitte een verzoek om internationale
bescherming in te dienen. Diezelfde dag diende zij een formeel verzoek om internationale bescherming
in. Zij legde daarbij geen identiteits- of reisdocumenten voor en verklaarde haar paspoort in Servië
verloren te hebben.
Een onderzoek van haar vingerafdrukken leidde tot treffers in het kader van Eurodac vastgesteld ten
gevolge van de vergelijking van de vingerafdrukken van de verzoeker met de krachtens artikel 9 van
Verordening 603/2013 verzamelde vingerafdrukken. Deze treffers tonen aan dat op 19.10.2022 haar
vingerafdrukken vanwege illegale binnenkomst in Kroatië werden geregistreerd en dat de betrokkene op
19.10.2022 internationale bescherming in Kroatië vroeg, alsook dat de betrokkene op 25.10.2022
internationale bescherming in Zwitserland vroeg.
De betrokkene werd in het kader van haar verzoek om internationale bescherming gehoord op
20.01.2023. Zij verklaarde ongehuwd te zijn en geen kinderen te hebben. Daarnaast verklaarde de
betrokkene dat haar moeder haar vergezeld in België en in procedure zit (OV-nr. 9600905). Verder
verklaarde de betrokkene geen familieleden in Europa te hebben. Op basis van het voorgaande is een
behandeling van het verzoek om internationale bescherming van de betrokkene in België op basis van
art. 6, art. 8, art. 9, art. 10, art. 11 of art. 16 van Verordening 604/2013 bijgevolg niet aan de orde.
De betrokkene verklaarde Burundi op 07.10.2022 verlaten te hebben met haar moeder en vloo g via een
onbekend land naar Servië, waar zij op 08.10.2022 aankwam en 1 nacht verbleef (doorreis). Nadien
verklaarde de betrokkene dat ze naar Bosnië-Herzegovina trok, waar ze 5 à 6 dagen in een centrum
verbleef (doorreis). Daarna verklaarde de betrokkene dat ze naar Kroatië trok, waar ze 1 nacht in een
centrum verbleef (doorreis). Volgens de betrokkene werden enkel haar vingerafdrukken genomen en
diende ze geen verzoek om internationale bescherming in. Vervolgens verklaarde de betrokkene dat zij
via Italië (doorreis) naar Zwitserland trok, waar zij van 25.10.2022 tot 09.01.2023 in een centrum
verbleef. Hierbij verklaarde de betrokkene dat ze enkel haar vingerafdrukken gaf en een Dublin-
interview aflegde, maar geen verzoek om internationale bescherming indiende. Verder verklaarde de
betrokkene dat ze via Frankrijk (doorreis) naar België kwam, waar ze naar zeggen op 09.01.2023
aankwam. Op 10.01.2023 diende ze een formeel verzoek om internationale bescherming in België in.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT