Arrêt Nº287055 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/03/2023

CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Writing for the CourtRYCKASEYS M.
Judgment Date31 mars 2023
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number287055
RvV X - Pagina 1
nr. 287 055 van 31 maart 2023
in de zaak RvV X / IV
In zake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat S. SAROLEA
Rue de la Draisine 2/004
1348 LOUVAIN-LA-NEUVE
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 23 november 2022
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
van 26 oktober 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 6 januari 2023 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 23 februari 2023.
Gehoord het verslag van kamervoorzitter M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat E. VERDUSSEN loco advocaat S.
SAROLEA en van attaché A. SMIS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn in 2000.
De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 26 april 2021. Op dezelfde dag dient
de verzoekende partij een verzoek om internationale bescherming in.
Op 6 juli 2022 wordt de verzoekende partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen
en de staatlozen (hierna: het CGVS).
Op 26 oktober 2022 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de
commissaris-generaal) een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Dit is de bestreden beslissing, die luidt als volgt:
RvV X - Pagina 2
A. Feitenrelaas
U verklaarde over de Afghaanse nationaliteit te beschikken, een Pashtoun en moslim te zijn. U bent
geboren op (…) 2000 in Zakhel Qadima, wat behoort tot de stad Kunduz in de provincie Kunduz. U ging
tot de zevende graad naar school, waarna u werkte in een winkel voor elektronische toestellen.
Uw vader was werkzaam bij UNICEF, vanaf 2004 of 2005 tot 2006 of 2007. Vervolgens werd hij leerkracht
op de lokale school van Zakhel, waar hij aan de eerste, tweede en derde graad lesgaf. Het ‘Afghan
National Army’ (ANA) kwam één of twee keer per maand langs op de school om te informeren bij
leerkrachten over de situatie van de scholen en de regio in het algemeen. Uw vaders collega’s waren
M.S., A.R., H.T., M.B. en Mu.S.. M.S. was eerst leerkracht en werd vervolgens directeur. Toen Kunduz in
de handen van de Taliban viel, geraakte M.S. op het verkeerde pad en sloot hij zich aan bij de Taliban.
Omwille van de gesprekken tussen het nationale leger en uw vader, beschuldigden de Taliban uw vader
van spionage. M.S. wist bovendien dat uw vader in het verleden nog voor UNICEF gewerkt had. Op een
dag was uw vader onderweg van Kabul terug naar huis na een zakenreis, wanneer hij u opbelde. Hij zei
u boodschappen te halen en met hem mee huiswaarts te keren. H.A., de eigenaar van de winkel, stelde
voor om te bidden, ieders op zijn beurt boodschappen te doen en vervolgens samen naar het dorp terug
te keren. U ging akkoord. Toen u terug aan de winkel kwam na uw boodschappen, arriveerde uw
schoonbroer Z.. Hij vroeg of hij u mocht meenemen en zette uw telefoon uit. Hij nam u mee naar zijn
woning in Maidan Pakta. Uw zus arriveerde. Ze vertelde u dat uw vader gedood was door de Taliban. Uw
moeder was hier getuige van. De Taliban vroegen vervolgens aan uw moeder waar u zich bevond. U
verbleef drie dagen in het huis van uw schoonbroer Z., waarna hij u meenam naar een vriend in Kabul. U
dook drie weken onder in Kabul. U verliet vervolgens het land in 1399 (maart 2020 - maart 2021). U reisde
via Pakistan, Iran, Turkije, Griekenland, Macedonië, Servië, Bosnië, Roemenië (waar uw vingerafdrukken
werden genomen), Tsjechië, Slovakije en Duitsland (waar uw vingerafdrukken werden genomen). U was
ongeveer negen maanden onderweg. U arriveerde op 26 april 2021 in België en u diende diezelfde dag
een verzoek om internationale bescherming in. Bij terugkeer naar Afghanistan vreest u de Taliban.
Ter staving van uw verzoek legde u kopieën volgende documenten neer: uw ‘taskara’ (Afghaans
identiteitsdocument), de taskara van uw moeder, de taskara van uw vader, een attest betreffende de
opleiding van uw vader, een evaluatieformulier van uw vader, een werkgeschiedenis van uw vader, een
brief van het Ministerie van Onderwijs, een brief van het Ministerie van Werk en Arbeidsgeschiktheid, een
formulier van het Ministerie van Werk en Arbeidsgeschiktheid, acht foto’s van uw vader, een attest van
UNICEF van uw vader, een badge van Child Fund Afghanistan (CFA) van uw vader, een attest van CFA
van uw vader en medische documenten van uw moeder.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst worden
vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere procedurele noden
kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw hoofde heeft kunnen
vaststellen.
Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader van
onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd worden
en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Er dient in hoofdorde te worden opgemerkt dat u doorheen uw verklaringen niet aannemelijk heeft
gemaakt dat u een persoonlijke vrees voor vervolging zoals bedoeld in de Vluchtelingenconventie heeft
of een reëel risico op het lijden van ernstige schade zoals bepaald in de definitie van subsidiaire
bescherming loopt.
Allereerst dient te worden vastgesteld dat de geloofwaardigheid van uw asielrelaas op fundamentele wijze
wordt ondermijnd door de uiteenlopende verklaringen die u aflegt bij de asielinstanties, meer bepaald
omtrent de tijdlijn van de door u verklaarde problemen met de Taliban. U verklaarde bij de Dienst
Vreemdelingenzaken dat uw schoonbroer Z. u drie tot vier maanden voor uw vertrek kwam opzoeken in
de winkel, waarna hij u meenam naar zijn woning. U vertelde vervolgens dat u vijftien dagen bent
ondergedoken in het huis van uw schoonbroer en zus, waarna hij u naar Kabul bracht en u drie maanden
bij verre familie van Z. onderdook (vragenlijst CGVS, opgesteld door een medewerker v an de DVZ, vraag
3.5). Echter verklaart u tijdens uw persoonlijk onderhoud op het CGVS, geheel anders, dat u slechts drie
dagen bij uw schoonbroer verbleef (NPO, p.16 & p.17 & p.23). Vervolgens stelt u dat u drie weken in
Kabul onderdook (NPO, p.11 & p.16). Nogmaals gevraagd hoe lang u (bij H.) in Kabul verbleef, bevestigt
u voor een derde maal dat u er drie weken was (NPO, p.17 & p.23). Met deze tegenstrijdige verklaringen
geconfronteerd, herhaalt u uw verklaringen en stelt u dat de tolk bij de DVZ misschien een fout heeft
gemaakt, of dat dit misschien fout werd genoteerd bij de DVZ. U wordt gewezen op de correcties van uw
verklaringen bij de DVZ die voorafgaandelijk aan uw persoonlijk onderhoud reeds werden doorgestuurd
door uw advocaat. Gevraagd om welke reden deze verschillen in de tijdlijn dan niet mee werden
gecorrigeerd indien ze fout werden genoteerd bij de DVZ, antwoordt u dat u deze documenten niet heeft

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT