Arrêt Nº286796 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 29/03/2023

CourtIIde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgment Date29 mars 2023
Procedure TypeAnnulation
Judgement Number286796
RvV X - Pagina 1
nr. 286 796 van 29 maart 2023
in de zaak RvV X / II
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat O. TODTS
Henri Jasparlaan 128
1060 BRUSSEL
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Asiel en
Migratie.
DE VOORZITTER VAN DE IIde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Burundese nationaliteit te zijn, op 21 december 2022
heeft ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de
beslissing van de gemachtigde van de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 12 december 2022 tot
weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten.
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gezien het verzoek en de instemming om gebruik te maken van de louter schriftelijke procedure met
toepassing van artikel 39/73-2 van voormelde wet.
Gelet op de beschikking van 30 januari 2023 waarbij het sluiten van de debatten wordt bepaald op
8 februari 2023.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
De verzoekende partij is afkomstig van Burundi. Op 7 november 2022 diende zij een verzoek om
internationale bescherming in. Dactyloscopisch onderzoek leidde tot een treffer in het kader van
Eurodac vastgesteld ten gevolge van de vergelijking van haar vingerafdrukken met de krachtens artikel
9 van de Dublin III-Verordening verzamelde vingerafdrukken. Deze treffer toonde aan dat de
verzoekende partij op 24 oktober 2022 een verzoek om internationale bescherming indiende in Kroatië.
Op 22 oktober 2022 werd de verzoekende partij gehoord en werd een verzoek tot terugname aan de
Kroatische instanties gericht. Op 7 december 2022 stemde Kroatië in met ons terugnameverzoek met
toepassing van art. 20 (5) van de Dublin III-Verordening. Het bestuur weigerde de verzoekende partij op
12 december 2022, onder een bijlage 26quater, het verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten.
RvV X - Pagina 2
Het betreft de thans bestreden beslissing en deze is als volgt gemotiveerd:
In uitvoering van artikel 51/5, §4, eerste lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang
tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt aan
mevrouw, die verklaart te heten:
naam: I.
voornaam: F.
geboortedatum. X
geboorteplaats: Bujumbura
nationaliteit: Burundi
die een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend, het verblijf in het Rijk geweigerd
REDEN VAN DE BESLISSING :
België is niet verantwoordelijk voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming dat
aan Kroatië (2) toekomt, met toepassing van artikel 51/5 van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van
artikel 20(5) van de Verordening van het Europees Parlement en de Raad (EU) nr. 604/2013 van 26 juni
2013.
Mevrouw I., F., verder de betrokkene, die staatsburger van Burundi verklaart te zijn, diende zich op
07.11.2022 aan bij onze diensten waarbij betrokkene de wens uitdrukte een verzoek om internationale
bescherming in te dienen. Op 07.11.2022 diende de betrokkene dit verzoek effectief in. De betrokkene
legde daarbij geen identiteits- of reisdocumenten voor.
Dactyloscopisch onderzoek in het kader van het verzoek van de betrokkene leidde tot meerdere treffers
in het kader van Eurodac vastgesteld ten gevolge van de vergelijking van de vingerafdrukken van de
verzoeker met de krachtens artikel 9 van Verordening 603/2013 verzamelde vingerafdrukken. Deze
tonen aan dat de vingerafdrukken van de betrokkene werden genomen vanwege illegale binnenkomst in
Kroatië op 24.10.2022 en het indienen van een verzoek om internationale bescherming in Kroatië op
24.10.2022.
Op 22.11.2022 werd de betrokkene bij onze diensten gehoord in het kader van haar verzoek om
internationale bescherming. Tijdens dit persoonlijk onderhoud verklaarde de betrokkene dat zij op
10.10.2022 per vliegtuig van Burundi via Ethiopië en Turkije (transit tussenlandingen) naar Belgrado in
Servië reisde, waar ze aankwam op 11.10.2022. Volgens betrokkene reisde ze dezelfde dag nog te voet
vanuit Servië via Bosnië (binnenkomst op 14.10.2022) naar Kroatië, waar zij op 24.10.2022 aankwam
en verbleef tot 27.10.2022. Vervolgens reisde betrokkene te voet naar Slovenië, waar ze aankwam op
28.10.2022 en van waaruit ze per trein via Italië naar Frankrijk reisde, waar ze aankwam op 04.11.2022
en de bus nam om verder naar België te reizen, waar zij op 05.11.2022 in het Rijk is binnengekomen.
De betrokkene verklaarde ongehuwd te zijn en geen kinderen te hebben. Betrokkene gaf aan dat een
schoonbroer, genaamd R., A. ( 0 X), in België te hebben, die in Hotton verblijft en in een procedure voor
internationale bescherming zit. De betrokkene verklaarde verder geen familie- of gezinsleden te hebben
in een andere EU-lidstaat.
Betrokkene verklaarde dat zij in Kroatië gedwongen werd om haar vingerafdrukken af te staan en ze
ontkende een verzoek om internationale bescherming te hebben ingediend in Kroatië.
Tijdens het persoonlijk onderhoud in België werd eveneens aan de betrokkene gevraagd vanwege
welke specifieke reden(en) betrokkene besloot om in België om internationale bescherming te
verzoeken en of betrokkene met betrekking tot omstandigheden van opvang of van behandeling
redenen heeft die volgens betrokkene verzet tegen een overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat in
het kader van Verordening 604/2013 rechtvaardigen. Hierop antwoordde de betrokkene dat zij naar
België kwam omdat België een band heeft met Burundi en men hier Frans spreekt, omdat België de
mensenrechten respecteert en omdat het onderwijssysteem hier hetzelfde is als dit van Burundi. De
betrokkene uitte verder bezwaar tegen een overdracht aan Kroatië omdat ze daar door de politie
geslagen werd.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT