Arrêt Nº286706 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 28/03/2023

Judgment Date28 mars 2023
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number286706
RvV X - Pagina 1
nr. 286 706 van 28 maart 2023
in de zaak RvV X / XI
In zake: X
wettelijk vertegenwoordigd door haar ouders X -
X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat D. GEENS
Lange Lozanastraat 24
2018 ANTWERPEN
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE XIde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X en X, handelend in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers
van hun dochter X (hierna: verzoekster), die verklaart van Iraanse nationaliteit te zijn, op
21 november 2022 hebben ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen van 8 november 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 16 januari 2023 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 15 februari 2023.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken A. DE SMET.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat M. KIWAKANA loco advocaat D.
GEENS en van attaché H. NUYTS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoekster, die verklaart van Iraanse nationaliteit te zijn, is volgens haar verklaringen België
binnengekomen op 26 november 2019 vergezeld door haar ouders en zus.
Op 29 november 2019 dienden verzoeksters ouders een eerste verzoek om internationale bescherming
in. Voor dit verzoek nam de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de
commissaris-generaal) de beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire bescherming. Op 23 mei 2022 werd door de Raad in zijn arrest nr. 273 113 eveneens
geoordeeld tot een weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire
beschermingsstatus
RvV X - Pagina 2
Op basis van artikel 57/1, § 1 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: Vreemdelingenwet)
gold dit verzoek ook voor verzoekster als vergezellende minderjarige.
1.2. Op 27 juni 2022 dient verzoekster een eerste verzoek om internationale bescherming in eigen naam
in. Dit op dezelfde dag als haar ouders een tweede verzoek om internationale bescherming indienen.
1.3. Nadat een vragenlijst werd ingevuld en ondertekend, werd het dossier van verzoekster door de Dienst
Vreemdelingenzaken op 22 augustus 2022 overgemaakt aan het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS). Op het CGVS werd verzoekster gehoord op 12 oktober
2022.
1.4. Op 8 november 2022 nam de commissaris-generaal de beslissing ‘niet-ontvankelijk verzoek
(minderjarige)’. Deze beslissing, die de bestreden beslissing uitmaakt, werd op 14 november 2022
aangetekend verzonden.
De bestreden beslissing luidt als volgt:
“A. Feitenrelaas
Volgens jouw verklaringen bezit je de Iraanse nationaliteit en ben je afkomstig uit Isfahan. Je be nt veertien
jaar oud. In Iran werd je geboren als moslim maar zowel jij als je ouders waren niet bepaald praktiserend.
Op school moest je de koran lezen maar je protesteerde toen je gevraagd werd om voor te lezen. Je zocht
een smoesje om niet te moeten lezen, aangezien je nogal verlegen bent en het voor jou dus onmogelijk
was om voor een grote groep iets voor te lezen. Je zei dus tegen je leerkracht dat jij en je ouders c hristenen
waren zodat je met rust gelaten werd. Op zich had je toen echter niets tegen de koran. Je leerkracht kon
er niet mee lachen en sloeg je met een lat. Je vertelde je moeder wat er gebeurd was en zij maakte nadien
ruzie met de leerkracht. Na het incident ging je één jaar niet meer naar school en je moeder gaf je thuis
les. Op een gegeven moment vertelden je ouders je dat jullie Iran zouden verlaten om familie en vrienden
te gaan bezoeken in Europa. Jullie vlogen met het vliegtuig naar Turkije maar toen jullie in Turkije
aankwamen werden jullie gebeld met slecht nieuws: je opa was ondertussen overleden. Jullie keerden
terug naar Iran om de begrafenis bij te wonen maar aangezien je gevaar liep om uitgehuwelijkt te worden
– je vernam dat de familie van de vrouw van je opa je wilde uithuwelijken aan een familielid –, vertrokken
jullie opnieuw uit Iran. Je ouders konden het huwelijk weigeren, maar de situatie zorgde voor behoorlijk
wat wrevel binnen de familie. Julie reisden van Iran opnieuw naar Turkije en vervolgens naar Servië. Hier
kwam je te weten dat je ouders christenen waren geworden en dat vond je eigenlijk wel leuk. Na een lang
verblijf in Servië reisden jullie uiteindelijk door naar België.
Op 29 november 2019 dienden je moeder, M.(…) Mo.(…) (O.V. (...)), en je vader, B.(…) A.(…) M.(…)
(O.V. (...)), hier een verzoek om internationale bescherming in. Volgens hun verklaringen bekeerden zij
zich in Iran tot het christendom en gingen zij er naar een huiskerk. Je ouders vermoedden dat jij hun
belangstelling voor het christendom had opgemerkt omdat je in het bijzijn van je familie een psalm aan
het neuriën was waarna je hen vertelde dat jullie dit thuis beluisterden en meezongen. Een paar maanden
nadien ontvingen je ouders dreigberichten en telefoontjes waarvoor zij ook een klacht indienden. Jullie
ouders kwamen te weten dat A.(...) B.(...) T.(...), iemand van de familie van je vader en lid van een
Arabische clan, achter de dreigementen zat. Jullie ouders gingen niet verder met de klacht omdat ze
wisten dat ze niet de nodige bescherming zouden ontvangen van de autoriteiten gezien de oorzaak van
de bedreiging immers hun bekering was. Je ouders besloten Iran te verlaten en kwamen via Turkije en de
Verenigde Arabische Emiraten naar Servië. Hier bleven jullie een jaar. Je ouders lieten zich dopen en
trouwden er op een christelijke manier. Vervolgens reisden jullie via Bosnië en Kroatië naar België. In
België gingen je ouders naar de Iraanse kerk van Brussel. Jijzelf had ten tijde van hun asielverzoek
volgens hen nog geen bepaalde religie gekozen. Je ouders vreesden de Iraanse autoriteiten en de
Arabische clan van uw vader. Voor jou en je zus vreesden ze bij terugkeer problemen doordat zi j vervolgd
zouden worden door de autoriteiten. Op 11 februari 2022 nam het Commissariaat-generaal een
weigeringsbeslissing inzake het verzoek van je ouders omdat er geen geloof werd gehecht aan hun
bekering in Iran noch aan hun problemen hierdoor met A.(...) B.(...) T.(...). Ze waren er evenmin in
geslaagd om aan te tonen dat hun geloofsactiviteiten in België waren ingegeven door een oprechte
religieuze overtuiging waardoor uit niets bleek dat ze zich bij een eventuele terugkeer naar Iran zouden
manifesteren als christenen of dat ze als dusdanig zouden worden gezien door jullie omgeving.
Betreffende de door hen ondernomen opportunistische geloofsactiviteiten in België bleek nog uit
informatie waarover het Commissariaat-generaal beschikt dat de Iraanse autoriteiten weinig aandacht

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT