Arrêt Nº286705 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 28/03/2023

Judgment Date28 mars 2023
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number286705
CourtConseil du Contentieux des Etrangers (France)
RvV X en RvV X - Pagina 1
nr. 286 705 van 28 maart 2023
in de zaken RvV X / XI en RvV X / XI
In zake: X - X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat D. GEENS
Lange Lozanastraat 24
2018 ANTWERPEN
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE XIde KAMER,
Gezien de verzoekschriften die X en X, die verklaren van Iraanse nationaliteit te zijn, op
21 november 2022 hebben ingediend tegen de beslissingen van de commissaris-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen van 8 november 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikkingen van 16 januari 2023 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
15 februari 2023.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken A. DE SMET.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partijen en hun advocaat M. KIWAKANA loco advoc aat D.
GEENS en van attaché H. NUYTS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de rechtspleging
Tegen de beslissingen van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de
commissaris-generaal) van 8 november 2022 inzake verzoekster en verzoeker werd beroep aangetekend
bij verzoekschriften van 21 november 2022, gekend bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (hierna:
de Raad) onder de dossiernummers RvV X en RvV X. Aangezien verzoekster de echtgenote is van
verzoeker en in acht genomen dat verzoekster zich in het kader van haar huidig volgend verzoek om
internationale bescherming en onderhavig beroep in feite en in rechte beroept op dezelfde argumenten
als verzoeker, worden voormelde zaken wegens verknochtheid gevoegd.
2. Over de gegevens van de zaak
RvV X en RvV X - Pagina 2
2.1. Verzoekende partijen, die verklaren van Iraanse nationaliteit te zijn, zijn volgens hun verklaringen
België binnengekomen op 26 november 2019 en hebben een eerste maal een verzoek om internationale
bescherming ingediend op 29 november 2019.
Op 11 februari 2022 nam de commissaris-generaal de beslissingen tot weigering van de
vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. In ’s Raads arrest nr. 273 113
van 23 mei 2022 werd eveneens geoordeeld tot een weigering van de vluchtelingenstatus en weigering
van de subsidiaire beschermingsstatus.
2.2. Zonder terug te keren naar hun land van herkomst, dienden verzoekende partijen op 27 juni 2022
een tweede verzoek om internationale bescherming in.
Op 18 augustus 2022 legden zij hierover op de Dienst Vreemdelingenzaken een ‘verklaring volgend
verzoek’ af. Vervolgens maakte de Dienst Vreemdelingenzaken op 22 augustus 2022 het dossier van
verzoekende partijen over aan het CGVS.
Op 8 november 2022 nam de commissaris-generaal de beslissingen ‘niet-ontvankelijk verzoek (volgend
verzoek)’. Deze beslissingen, die de bestreden beslissingen uitmaken, werden op 14 november 2022
aangetekend verzonden.
2.2.1. De bestreden beslissing ten aanzien van B. A. M. (verzoeker) luidt als volgt:
“A. Feitenrelaas
Volgens uw verklaringen bent u Iraans staatsburger van gemengd Arabisch-Perzische origine en
afkomstig uit I. U trouwde op 17 esfand 1384 (=Iraanse kalender, stemt overeen met 8 maart 2006 volgens
de Gregoriaanse kalender) met M.(…) Mo.(…) (O.V. (...)). Samen kregen jullie twee dochters, Z.(...) (O.V.
(...)) – ook wel H.(...) genoemd – en An.(...). Op 29 november 2019 diende u uw eerste verzoek om
internationale bescherming in. U verklaarde toen dat u als sjiitische moslim werd geboren maar dat u
allesbehalve praktiserend was. U groeide op in Isfahan waar een grote christelijke gemeenschap leeft en
waar u in uw dagdagelijkse leven mee in contact kwam. In het verleden kampte u met een alcohol- en
verslavingsproblematiek waardoor u zo’n vijftien jaar voor uw eerste verzoek terechtkwam bij de A.A.
(Alcoholics Anonymous) en de N.A (Narcotics Anonymous). Tijdens de begeleidingssessies werd God
beschreven als een ‘hogere macht’ maar wie die hogere macht precies was, was vrij invulbaar. Op een
gegeven moment, zo’n drie à vier jaar voor u zich effectief bekeerde tot het christendom, verkondigde uw
broer D.(...) u de blijde boodschap. Hij is een bekeerde christen die in Duitsland woont. Het was dus
enerzijds door het prediken van uw broer en anderzijds door de invloed van uw Armeense vrienden, dat
u zich eind 2016 bekeerde tot het christendom. U kwam tot het besef dat de hogere macht waar tijdens
de sessies van de A.A. en N.A. over gesproken werd, Jezus Christus was. Uw vrouw had zich inmiddels
ook bekeerd tot het christendom. In Iran keek u samen met uw echtgenote naar christelijke programma’s
via satelliettelevisie en u gebruikte de documentatie die u ontving van de A.A.-bijeenkomsten als een soort
van ‘Bijbel’ om uw geloof beter te leren kennen. Samen met M.(…) ging u ook zo’n twee à drie keer naar
een bijeenkomst in een huiskerk. U vermoedde dat jullie dochter H.(...) jullie belangstelling voor het
christendom opgepikt heeft en haar mond voorbij heeft gepraat tegen uw familie. Jullie woonden toen
immers nog in bij uw moeder en er kwamen regelmatig familieleden op bezoek. Zes à zeven maanden
voor uw vertrek uit Iran kregen u en uw echtgenote plots bedreigende berichten en telefoontjes die gingen
van “ik weet jullie te vinden” tot “ik hak je in stukken”. Jullie hadden schrik en probeerden zo weinig
mogelijk thuis te blijven. Uit angst verhuisden jullie zelfs van bij uw moeder naar een eigen woning. Drie
à vier maanden voor jullie vertrek uit Iran dienden jullie een klacht in op het politiekantoor in Shahin Shahr
om te achterhalen wie verantwoordelijk was voor de dreigberichten en -telefoons. De politie maakte jullie
klacht over aan het gerecht dat vervolgens het telecombedrijf Irancell verplichtte om de informatie die zij
hadden betreffende de identiteit van jullie belager met jullie te delen. Zo kwamen jullie te weten dat A.(...)
B.(...) T.(...), iemand van uw familie aan vaderskant die u niet persoonlijk kende, achter de dreigementen
zat. Toen u te weten kwam om wie het ging, durfde u geen verdere stappen meer te ondernemen. Indien
u verder was gegaan met uw klacht, zou u immers niet kunnen rekenen op de bescherming van de
autoriteiten aangezien de oorzaak van de telefonische bedreigingen jullie bekering was. In 2017, vlak voor
Perzisch Nieuwjaar (nl. 20 maart), verliet u samen met uw vrouw en dochters omwille van jullie problemen
Iran. Jullie vreesden immers dat de mondelinge bedreigingen effectief uitgevoerd zouden worden. Jullie
vlogen naar Turkije, reisden nadien via de Verenigde Arabische Emiraten naar Belgrado, Servi ë. In Servië
verbleven jullie ongeveer een jaar en lieten u en uw vrouw zich op 1 april 2018 dopen. Jullie trouwden er
ook op een christelijke manier. In Servië kwam u met andere gelovigen samen in het restaurant van het

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT