Arrêt Nº286704 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 28/03/2023

Judgment Date28 mars 2023
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number286704
CourtConseil du Contentieux des Etrangers (France)
RvV X - Pagina 1
nr. 286 704 van 28 maart 2023
in de zaak RvV X / XI
In zake: X
Vertegenwoordigd door zijn voogd X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat M. LYS
Berckmansstraat 89
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE XIE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X (hierna: verzoeker), die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn,
vertegenwoordigd door zijn voogd X, op 21 november 2022 heeft ingediend tegen de beslissing van de
commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van 17 oktober 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 2 februari 2023 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 1 maart 2023.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken A. DE SMET.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat M. KIWAKANA loco advocaat M.
LYS en van attaché M. SOMMEN, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
Verzoeker, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, is volgens zijn verklaringen België
binnengekomen op 3 november 2020 en heeft een verzoek om internationale bescherming ingediend op
4 november 2020.
1.2. Nadat een vragenlijst werd ingevuld en ondertekend, werd het dossier van verzoeker door de Dienst
Vreemdelingenzaken op 31 maart 2021 overgemaakt aan het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS). Op het CGVS werd verzoeker gehoord op 20 juni 2022
en op 1 augustus 2022.
RvV X - Pagina 2
1.3. Op 17 oktober 2022 nam de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna:
de commissaris-generaal) de beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Deze beslissing werd op 18 oktober 2022 aangetekend verzonden.
De bestreden beslissing luidt als volgt:
“A. Feitenrelaas
U verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en afkomstig te zijn uit het dorp Daoudkhel, gelegen in
het district van Dara-e-Noor in de provincie Nangarhar. U bent Pashayi van etnische origine. In
Afghanistan ging u naar de reguliere school tot de zevende graad en ging u tevens naar de moskee.
Daarnaast volgde u Engelse lessen.
Uw vader was in Afghanistan dorpshoofd en leraar op uw school. Uw broer Z.(…) ging met een
overheidsbeurs naar Rusland omwille van zijn ingenieursstudies en verblijft er sindsdien. De taliban
zeiden anderhalve tot drie weken voor uw vertrek tegen uw vader aan dat het uw vader zijn taak was om
zijn leerlingen aan te spreken over de strijd tegen de ongelovigen die moest gevoerd worden. Hij moest
eveneens de dorpelingen aanspreken om zich bij de taliban te vervoegen. De taliban vroegen daarnaast
ook dat uw oudste broer Z.(...) zou terugkeren uit Rusland. De taliban dreigden tegen u w vader dat indien
hij niet zou gehoorzamen zowel u, uw broer Z.(...) en uw vader zich moesten aansluiten bij de taliban en
jihad doen. De dag van uw vertrek was u onderweg naar uw Engelse les toen u drie gewapende mannen
zag. Ze vertelden u dat ze u geld gingen geven. U liep weg en ging liep het huis van een onbekende
binnen om u daar te verschuilen. Eens u terug thuis was vertelde u aan uw vader wat er gebeurd was.
Uw vader had schrik waarna jullie over de muur van de buren sprongen om jullie daar te verstoppen. Op
dat moment kwamen de taliban naar jullie huis en uw moeder informeerde hen dat jullie niet huis waren.
Eens de taliban terug vertrokken kwam uw moeder jullie halen. Uw vader riep uw maternale oom naar
jullie huis. Ze bespraken dat uw leven in gevaar was en u beter het land kon verlaten. U verliet Afghanistan
18 dagen na het offerfeest, dat in 2020 op 31 juli gevierd werd. Die nacht kwam een smokkelaar en die
nam u mee naar Jalalabad. U werd overhandigd aan een andere persoon en reisde met die persoon naar
Kabul. Vanuit Kabul reisde u verder naar Europa. U was zo’n drie à drieënhalve maand onderweg. Na uw
vertrek werd uw vader in elkaar geslagen door de taliban waardoor hij verlamd raakte. U diende een
verzoek om internationale bescherming in op 04.11.2020.
Bij terugkeer naar Afghanistan vreest u vermoord te worden door de taliban omdat u niet luisterde en het
land ontvluchtte.
Ter staving van uw verzoek legt u volgende documenten neer: uw taskara, de taskara van uw oudste
broer Z.(...), de taskara van uw moeder, de taskara van uw vader, de taskara van uw broer M.(…), de
taskara van uw broer L.(…), een puntenlijst van op school, een bewijs dat u naar het middelbare diploma
ging, het bewijs dat u Pashayi lessen volgde, het diploma van uw vader, een document dat uw vader
malek is, en een document waarin staat dat uw vader leerkracht is.
B. Motivering
Vooreerst moet worden opgemerkt dat het Commissariaat-generaal op grond van het geheel van de
gegevens in uw administratief dossier, van oordeel is dat er in uw hoofde, als niet-begeleide minderjarige,
bijzondere procedurele noden kunnen worden aangenomen.
Om hier op passende wijze aan tegemoet te komen, werden er u in het kader van de behande ling van uw
verzoek door het Commissariaat-generaal steunmaatregelen verleend. Meer bepaald werd er u een
voogd toegewezen die u bijstaat in het doorlopen van de asielprocedure; werd het persoonlijk onderhoud
afgenomen door een gespecialiseerde protection officer, die binnen de diensten van het Commissariaat-
generaal een specifieke opleiding volgde om minderjarigen op een professionele en verantwoorde manier
te benaderen; heeft het persoonlijk onderhoud plaatsgevonden in het bijzijn van uw voogd en advocaat
die in de mogelijkheid verkeerden om opmerkingen te formuleren en stukken neer te leggen; en werd er
bij de beoordeling van uw verklaringen rekening gehouden met uw jeugdige leeftijd en maturiteit, evenals
met de algemene situatie in uw land van herkomst.
Hoewel je moedertaal Pashai is gaf u bij de Dienst Vreemdelingenz aken aan dat je het Pashtou voldoende
beheerst om in deze taal een persoonlijk onderhoud af te leggen (Verklaring Betreffende Procedure). Op
het CGVS gaf u eveneens aan dat u Pashtou goed beheerst (CGVS I, p.6). Ook uit het verloop van beide
persoonlijke onderhouden, die in het Pashtou plaats vonden, blijkt dat u zich vlot in het Pashtou kon
uitdrukken en dat je de vragen goed begreep. Hoewel u zelf benadrukte dat Pashtou uw moedertaal niet
is gaf u tijdens beide onderhouden aan dat u de tolk goed begreep (CGVS I, p.22; CGVS II, p.23). Dat er
eventueel begripsverwarring kan zijn opgetreden, zoals uw advocaat beweert, kan dan ook niet
RvV X - Pagina 3
bijgetreden worden. Te meer u notities van de persoonlijke onderhouden opvroeg en bijgevolg in de
mogelijkheid was om eventuele fouten of onduidelijkheden aan te geven, hetgeen u evenwel niet deed.
Gelet op wat voorafgaat kan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze worden aangenomen dat uw
rechten in het kader van onderhavige procedure gerespecteerd worden evenals dat u kunt voldoen aan
uw verplichtingen.
Bij terugkeer naar Afghanistan vreest u vermoord te worden door de taliban omdat u hen niet vervoegde
(CGVS I, p. 21). Tevens vreest u door de taliban geviseerd te worden omdat ze uit uw verblijf in Europa
zouden afleiden dat u niet volgens de islamitische regels leefde (CGVS I, p.21).
Na onderzoek van de door u ingeroepen asielmotieven en de stukken in het administratief dossier, stelt
het CGVS vast dat u niet de status van vluchteling, noch het subsidiaire beschermingsstatuut kan worden
toegekend. U bent er immers niet in geslaagd een gegronde vrees voor vervolging zoals bedoeld in de
Vluchtelingenconventie of een reëel risico op het lijden van ernstige schade zoals bepaald in de definitie
van subsidiaire bescherming aannemelijk te maken.
Vooreerst dient er vastgesteld te worden dat de door u opgegeven redenen van de focus van de taliban
op uw gezin, met name de studies van uw broer in Rusland en de veronderstelde onwil van uw vader om
als malik en leraar de zaak van de taliban te bepleiten niet kunnen overtuigen. Zo kan er geen geloof
gehecht worden aan de studies van uw oudste broer Z.(...) in Rusland. Zo heeft u geen enkel idee van
waar uw broer zich bevindt in Rusland (CGVS I, p. 15). Hoewel u een lange tijd contact heeft gehad met
uw broer, kunt u niets zeggen over zijn ingenieursstudies, hoe deze nu gefinancierd worden of hoe lang
uw broer daar zou blijven (CGVS I, p. 10, 15, 21; CGVS II, p. 4). U verwijst naar militaire studies maar
kunt hier niets over zeggen (CGVS II, p. 4). U legt daarnaast ook geen enkel bewijs voor van het verblijf
van uw broer in Rusland. Zo werd u gevraagd naar een inschrijvingsbewijs, diploma’s of rapporten en een
huurcontract (CGVS I, p. 16; CGVS II, p. 4), maar tot op heden maakte u niets over. Sterker nog, u liet
zelfs na enige informatie te bekomen via uw ouders (CGVS II, p. 5). Nochtans werden u veel vragen
gesteld over uw broer tijdens het eerste persoonlijk onderhoud. Dat u nu nogmaals naliet uzelf beter te
informeren is frappant en wijst op een desinteresse die niet te verenigen is met de belangrijke rol die de
studies van uw broer in uw relaas innemen (CGVS II, p. 5). Het was immers een onderdeel van de eis
van de taliban om uw broer terug naar Afghanistan te laten overkomen wat anders de dood van u, uw
broer en vader zou betekenen (CGVS II, p. 13). Aan de hand van bovenstaande vaststellingen kan er
geen geloof worden gehecht aan uw broer zijn verblijf of studies in Rusland, waardoor dit ook geen
onderdeel van de eis van de taliban kan zijn geweest. Dit ondermijnt sterk het geloof in uw vrees voor de
taliban.
Verder is het opmerkelijk dat de taliban plots uw vader aanspraken met de vraag of hij zijn leerlingen zou
aanspreken in de klas en hen motiveren om deel te nemen aan de jihad (CGVS II, p. 14). Aan uw verhaal
zijn verschillende merkwaardigheden gekoppeld. Zo verklaart u dat uw vader tijdens de schoolvakanties
aangesproken werd op weg naar school en dat u ook enkele weken later tijdens diezelfde schoolvakanties
Afghanistan verliet (CGVS II, p. 14, 17; CGVS I, p. 9). Deze voorstelling strookt niet met uw eerdere
uitspraak dat u afstudeerde van de zevende graad en u de achtste graad aanvatte maar niet afwerkte
(CGVS I, p.6,8). Het is ook vreemd dat de taliban uw vader aanspreken tijdens de vakanties, en dan een
week of anderhalve week later u zouden willen ontvoeren omdat hij nog niets gedaan had (CGVS, p.15).
Uw toevoeging dat uw vader ook de mensen in het dorp warm moest maken voor het lidmaatschap van
de taliban kan niet overtuigen (CGVS II, p.17). Het blijft immers vreemd dat de taliban ruim een week later
u al zouden willen ontvoeren om uw vader onder druk te zetten (CGVS II, p. 16). Nochtans verklaarde u
eerder dat uw vader instemde met hun vraag om uw broer te laten terugkeren en dat hij zijn leerlingen
zou informeren over de jihad (CGVS II, p. 14). Uw vergoelijking dat uw vader tot op dat moment nog niets
gedaan heeft, kan niet gelden (CGVS II, p. 16). Zo kunt u evenmi n verklaren hoe zij op de hoogte zouden
gebracht zijn dat uw vader nog niets gedaan had (CGVS II, p. 16). Te meer u zelf aangeeft dat de vraag
diende om uw vader zich te laten voorbereiden zonder dat er een specifiek moment afgesproken was
(CGVS II, p.17). Bovendien kan er redelijkerwijze aangenomen worden dat wanneer uw vader instemt
met de vraag van de taliban ze hem ook enige tijd geven om de instructies uit te voeren en ze niet direct
tot zeer repressieve maatregelen overgaan. Net zo min heeft u weet of ook andere leerkrachten werden
benaderd met die vraag (CGVS II, p. 15). Dit geldt tevens over uw kennis of andere dorps hoofden werden
benaderd (CGVS II, p. 15). Dit bent u ook niet nagegaan bij uw vader (CGVS II, p. 15). Dat u niet in staat
bent hier duidelijk op te antwoorden en bijgevolg hier blijkbaar nooit naar gevraagd zou hebben, doet de
wenkbrauwen fronsen. Ten slotte mag het ook verbazen dat de taliban slechts vlak voor uw vertrek uw
vader voor het eerst aansprak met de vraag om hun z aakte bepleiten (CGVS II, p.14). U stelt immers dat
de taliban reeds zeer lang een open aanwezigheid in uw dorp en regio had en dat ze als eerste stap in
hun rekruteringsproces trachten om via beïnvloeding door de dorpshoofden jongeren te overtuigen. In
tweede instantie gaan ze over tot gedwongen rekrutering, hetgeen in uw dorp gebeurde, zo zegt u (CGVS
I, p.11, 14; CGVS II, p.11). Het mag dan ook zeer verbazen dat uw vader in het kader van de door u

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT