Arrêt Nº286672 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 27/03/2023

Judgment Date27 mars 2023
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number286672
RvV X - Pagina 1 van 22
nr. 286 672 van 27 maart 2023
in de zaak RvV X / XI
Inzake:
X
wettelijk vertegenwoordigd door zijn voogd, de heer X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat A. SAKHI MIR-BAZ
Broustinlaan 88/1
1083 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE XIde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, wettelijk
vertegenwoordigd door zijn voogd X, op 14 april 2022 heeft ingediend tegen de beslissing van de
commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van 15 maart 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 31 januari 2023 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 13 maart 2023.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken H. CALIKOGLU.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar A. SAKHI MIR-BAZ en van attaché
H. NUYTS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoeker dient op 19 augustus 2019 een verzoek om internationale bescherming in. Hij werd op het
Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS) gehoord op 1 juli
2021.
1.2. Op 15 maart 2022 nam de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de
commissaris-generaal) een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en tot weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus.
Dit is de bestreden beslissing die luidt als volgt:
RvV X - Pagina 2 van 22
A. Feitenrelaas
U verklaarde de Afghaanse nationaliteit te hebben en Pashtoun te zijn van etnische origine. U bent
afkomstig uit het dorp Zorabi in het district Doshi van de provincie Baghlan waar u geboren bent op (…)
2005. U woonde daar met uw vijf broers en uw ouders. Uw gezin leefde van de landbouwgronden die
nagelaten werden door uw grootvader. Uw drie ooms aan vaderskant, die lid zijn van de taliban, erfden
het grootste deel van de gronden. Sinds ongeveer drie jaar voor uw vertrek werden u en uw broer I. H.
(OV. (…)) ’s nachts steeds wakker gemaakt door uw ooms en verplicht om plaatsen in het dorp te
bewaken. U moest ook helpen om mensen met een boot over te zetten over de rivier. Als u te laat kwam
werd u geslagen. Op een nacht werden u en uw broer ernstig geslagen en toen u thuiskwam vertelde u
dit aan uw moeder. Ze regelde dat u en uw broer naar uw oom aan moederszijde konden gaan. Toen de
taliban de volgende nacht kwamen zei uw moeder dat u en uw broer niet thuis waren. De taliban
bedreigden haar en zeiden dat ze haar zonen zouden doden. Uw oom regelde uw reis om het land te
verlaten.
U vertrok eind 2018 uit Afghanistan en reisde samen met uw broer I. via Iran en Turkije naar Europa. U
kwam aan in België op 18 augustus 2019 en diende de volgende dag een verzoek om internationale
bescherming in.
U legde geen documenten neer ter ondersteuning van uw verzoek om internationale bescherming.
B. Motivering
Vooreerst moet worden opgemerkt dat het Commissariaat-generaal op grond van het geheel van de
gegevens in uw administratief dossier, van oordeel is dat er in uw hoofde, als niet-begeleide minderjarige,
bijzondere procedurele noden kunnen worden aangenomen.
Om hier op passende wijze aan tegemoet te komen, werden er u in het kader van de behandeling van uw
verzoek door het Commissariaat-generaal steunmaatregelen verleend. Meer bepaald kreeg u een voogd
toegewezen die u bijstaat in het doorlopen van de asielprocedure; werd het persoonlijk onderhoud
afgenomen door een gespecialiseerde protection officer, die binnen de diensten van het Commissariaat-
generaal een specifieke opleiding volgde om minderjarigen op een professionele en verantwoorde manier
te benaderen; heeft het persoonlijk onderhoud plaatsgevonden in het bijzijn van uw voogd en advocaat
die in de mogelijkheid verkeerden om opmerkingen te formuleren en stukken neer te leggen; en werd er
bij de beoordeling van uw verklaringen rekening gehouden met uw jeugdige leeftijd en maturiteit, evenals
met de algemene situatie in uw land van herkomst.
Gelet op wat voorafgaat kan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze worden aangenomen dat uw
rechten in het kader van onderhavige procedure gerespecteerd worden evenals dat u kan voldoen aan
uw verplichtingen.
Uit uw verklaringen blijkt dat u zich volledig beroept op dezelfde asielmotieven als uw broer, I. H. Bij de
beoordeling van zijn verzoek om internationale bescherming werd geoordeeld dat hij er niet in geslaagd
is om een vrees voor vervolging in de zin van de Vluchtelingenconventie aannemelijk te maken en
evenmin om zwaarwegende gronden aannemelijk te maken dat hij een reëel risico loopt op ernstige
schade in de zin van art. 48/4, §2 van de Vreemdelingenwet. Gezien u zich volledig op dezelfde elementen
beroept, kan voor u dezelfde beslissing genomen worden:
”Na grondig onderzoek van de door u aangehaalde feiten en alle elementen aanwezig in het
administratieve dossier moet worden vastgesteld dat u er niet in geslaagd bent om een vrees voor
vervolging in de zin van de Vluchtelingenconventie aannemelijk te maken en evenmin om zwaarwegende
gronden aannemelijk te maken dat u een reëel risico loopt op ernstige schade in de zin van art. 48/4, §2,
a of b van de Vreemdelingenwet. Vooreerst moet worden opgemerkt dat u bij aankomst in België
verklaarde zestien jaar te zijn (Registratieformulier X, p. 1). Na een leeftijdstest bleek u echter 21 jaar oud
te zijn en mogelijks zelfs 23 jaar (document leeftijdsanalyse). U verklaarde dat u niet akkoord gaat met dit
resultaat (CGVS X, p. 4). U klaarde deze tegenstrijdigheid niet uit.
Toen u in Oostenrijk uw vingerafdrukken gaf, verklaarde u K. A. te heten en geboren te zijn op 1 januari
2003 (X, document Oostenrijkse asielinstantie). Gevraagd waarom u een valse naam opgaf, verklaarde u
dat u niet in Oostenrijk wilde blijven en dat de smokkelaar u adviseerde om valse gegevens te gebruiken.
Dergelijk advies ontslaat u geenszins van de verplichting de waarheid te vertellen aan de instanties die
uw nood aan internationale bescherming onderzoeken.
Daarnaast verklaarde u dat u een oom heeft in België (verklaring DVZ X, vraag 20). Toen u op deze
verklaring gewezen werd, antwoordde u dat het geen oom is maar een dorpeling van u (CGVS X, p. 14).
Ook deze tegenstrijdigheid doet afbreuk aan uw algemene geloofwaardigheid.
Dat u trachtte de Europese asielinstanties te misleiden over kernelementen van uw identiteit, namelijk uw
naam, uw familieleden en uw leeftijd, ondermijnt uw algemene geloofwaardigheid. Uw aangetaste
algemene geloofwaardigheid heeft tot gevolg dat ook aan uw overige verklaringen niet zomaar geloof kan
gehecht worden. Los daarvan zijn er elementen in uw verklaringen over uw asielmotieven die de
geloofwaardigheid ervan aantasten.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT