Arrêt Nº283215 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 16/01/2023

Judgment Date16 janvier 2023
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number283215
CourtIVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 283 215 van 16 januari 2023
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat F. GELEYN
Henri Jasparlaan 109
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 3 oktober 2022 heeft
ingediend tegen de beslissing van de commissaris -generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van
5 september 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 10 november 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
13 december 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken I. FLORIO.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat O. TODTS loco advocaat F.
GELEYN en van attaché B. VANDENHAUTE, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoeker, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn en België te zijn binnengekomen op 17
mei 2021, dient op 18 mei 2021 een verzoek om internationale bescherming in.
1.2. Nadat een vragenlijst wordt ingevuld en ondertekend, wordt het dossier van verzoeker op 16 maart
2022 door de Dienst Vreemdelingenzaken (hierna: de DVZ) overgemaakt aan het Commissariaat-
generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (hierna: het CGVS), waar verzoeker gehoord wordt op
11 augustus 2022.
1.3. Op 5 september 2022 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna:
de commissaris-generaal) de beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en van de subsidiaire
RvV X - Pagina 2
beschermingsstatus. Dit is de bestreden beslissing, die aangetekend wordt verstuurd op 5 september
2022 en luidt als volgt:
A. Feitenrelaas
U verklaarde de Afghaanse nationaliteit te hebben en afkomstig te zijn uit Kesht Kamal gehucht, dorp Nala
in Qarabagh district, Ghazni. U bent geboren in 1998 en ging naar school tot uw 13 à 14 jaar oud. U stopte
1 jaar voor uw vertrek met school omdat uw gezin onder bedreiging stond door de job van uw broer R..
Uw broer R. werkte sinds 4 à 5 jaar voor jullie vertrek op een controlepost, die was opgericht door een
volksopstand. 1 of 2 maanden voor jullie vertrek hoorde uw broer via een spion dat er onder de taliban
foto’s circuleerden van hem in uniform met een geweer. De taliban zou hierdoor uw broer en uw gezin
willen vermoorden. Ze hadden ook een brief verspreid in de moskee van Nalla waarin info werd gevraagd
over uw familie. Hierop is uw broer beginnen onderduiken en 1 à 2 maanden later vertrokken jullie uit
Afghanistan.
U vertrok rond juli/augustus 2019 en reisde via: Iran, Turkije, Griekenland, een deel onbekende landen,
Servië, Bosnië, Kroatië, Slovenië, Italië en Frankrijk. U arriveerde in België op 17/05/2021 en diende de
volgende dag een verzoek tot internationale bescherming in bij de bevoegde asielinstanties.
Ter staving van uw relaas legt u volgende documenten neer: de taskara van uw mama, de taskara van
uw papa, uw eigen taskara, foto’s van uw broer R. in uniform en een foto van uw broer S. en u als kind.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst worden
vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere procedurele noden
kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw hoofde heeft kunnen
vaststellen. Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader
van onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd
worden en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Na grondig onderzoek van alle feiten die u hebt aangehaald en van alle elementen in het dossier, blijkt
dat u geen vrees voor vervolging in de zin van de Vluchtelingenconventie aannemelijk hebt gemaakt. U
hebt evenmin aannemelijk gemaakt dat u een reëel risico op ernstige schade in de zin van art. 48/4, §2
van de Vreemdelingenwet loopt.
Vooreerst dient erop te worden gewezen dat u doorheen uw asielprocedure verklaringen hebt afgelegd
die uw algemene geloofwaardigheid als verzoeker van internationale bescherming ernstig aantasten. Zo
ondernam u meermaals een manifeste poging tot leeftijdsfraude. Tijdens uw aanmelding bij DVZ op
18/05/2021 verklaarde u te zijn geboren op 22/03/2006. Ook in Slovenië verklaarde u bij uw aanmelding
te zijn geboren in 2006. Bij uw aanmelding in Griekenland had u dan weer beweerd te zijn geboren op
25/03/2003. Uit het leeftijdsonderzoek, uitgevoerd door DVZ op 08/06/2021, bleek dat u toen minstens 23
jaar was. Dit is een verschil van minstens 8 jaar tussen uw leeftijd op basis van uw beweerde
geboortedatum en uw werkelijke leeftijd. Wanneer u met dit opmerkelijk leeftijdsverschil wordt
geconfronteerd tijdens uw persoonlijk onderhoud op het CGVS, verklaart u zich neer te leggen bij het
resultaat van het leeftijdsonderzoek, maar dat het feit is dat u minderjarig bent en niet meerderjarig zoals
het leeftijdsonderzoek heeft uitgewezen (CGVS, p.4). Het is duidelijk dat u geprobeerd hebt om de
asielinstanties te misleiden over uw leeftijd en te doen geloven dat u minderjarig bent. Uw leeftijd is een
essentieel element van uw identiteit en uw frauduleuze verklaringen doen daarom ook ernstige afbreuk
aan uw algemene geloofwaardigheid.
Naast het feit dat u liegt over uw leeftijd, vormt dit ook een grote lacune in het overzicht van uw
levenswandel voor uw vertrek naar België. Volgens uw verklaringen bent u rond uw 15 jaar vertrokken uit
Afghanistan (CGVS, p.4). Volgens de leeftijdstest was u ongeveer 21 jaar toen u uit Afghanistan bent
vertrokken. De vraag is dan ook maar wat er zich allemaal heeft afgespeeld tussen uw 15 en 21 jaar.
Wanneer er u expliciet wordt gevraagd wat u nu allemaal hebt gedaan tussen uw 15 en 21 jaar, verklaart
u dat u op uw 6 jaar bent begonnen met school, 5 jaar school hebt gevolgd en 1 jaar voor uw vertrek bent
gestopt met school (CGVS, p.18). Deze uitleg geeft uiteraard geen enkele verklaring voor de vraag naar
deze op te vullen lacune. Integendeel, hieruit volgt zelfs dat u beweert niet op uw 15, maar wel rond uw
12 jaar uit Afghanistan te zijn vertrokken. De vaststelling dat u geen inzicht biedt in uw activiteiten in
RvV X - Pagina 3
Afghanistan tot zo’n 9 jaar voor uw vertrek, doet dan ook ernstig afbreuk aan de geloofwaardigheid van
uw asielrelaas.
U verklaart dat de aanleiding voor uw vertrek ligt bij het feit dat uw broer R. werkte op een controlepost
en hierdoor bedreigd werd door de taliban. De geloofwaardigheid van uw broer zijn profiel wordt echter
ernstig aangetast door het pertinente gebrek aan informatie dat u over R. zijn activiteiten kunt geven. Zo
weet u niet eens voor welke veiligheidsdienst hij werkte. Bij DVZ zegt u dat uw broer voor de Arbaki werkte
(Vragenlijst, randnr.5), maar bij het CGVS weet u dit niet zeker, en zegt u dat hij geen deel uitmaakte van
een overheidsveiligheidsdienst, maar wel van een volksopstand (CGVS, p.9). Het enige dat u zeker weet,
is dat hij een wapen droeg en in een veiligheidspost zat in Ali Abad (CGVS, p.8). Verder kan u maar weinig
zeggen over de activiteiten van R. voor hij startte met zijn job op de controlepost (CGVS, p.13). Zo weet
u niet eens duidelijk of uw broer ooit naar school ging (CGVS, p.13). Zelf wijt u uw gebrek aan kennis aan
het feit dat u bewust niet werd betrokken bij al die zaken en dat uw leeftijd destijds niet geschikt was om
die zaken te moeten weten (CGVS, p.9). Ook over specifieke incidenten waarbij uw broer ooit betrokken
is geweest weet u weinig tot niets te vertellen. Uw ouders vroegen u om de kamer te verlaten als uw broer
zaken vertelde over incidenten op het werk. Wanneer er u wordt gevraagd waarom u de kamer moest
verlaten, haalt u opnieuw uw jeugdige leeftijd aan: “Omdat ik veel te jong was om dit te horen.” Zoals
eerder vermeld was u echter op het moment van uw vertrek minstens 21 jaar oud. Dit betekent dat u toch
al enkele jaren voor uw vertrek rijp genoeg was om informatie mee te worden gedeeld en ook zelf op te
vangen. Het argument dat u veel te jong was om informatie te hebben over de werkzaamheden van uw
broer kan dan ook geenszins overtuigen. Bijgevolg zet het ernstige gebrek aan kennis dat u heeft over uw
broer R. zijn profiel, de geloofwaardigheid van dit hele profiel op losse schroeven. Hierbij komt nog eens
dat de door u neergelegde documenten evenmin bevorderlijk zijn voor de aanname van uw broer zijn
profiel. Zo legt u identiteitsdocumenten neer van uzelf en uw ouders, maar geen enkele van uw broer R..
U legt ook een foto neer van uzelf, uw vader en uw broer S., maar geen enkele foto met R. erbij. Wanneer
er u wordt gevraagd waarom u geen foto’s mee hebt van u en R., verklaart u dat uw vader wel in het bezit
moet zijn van jeugdfoto’s van u en uw broer, maa r dat u zich niet kan herinneren wanneer die foto’s zijn
gemaakt destijds (CGVS, p.13). Er kan toch wel worden verwacht dat als u de moeite doet om
identiteitsdocumenten van uw ouders en uzelf mee te nemen en een jeugdfoto met uw broer S., u ook
over de mogelijkheid beschikt om bewijsstukken te verzamelen over uw band met uw broer R.. Omwille
van uw uiterst vage verklaringen en het gebrek aan bewijs dient te worden besloten dat het CGVS geen
geloof kan hechten aan het voorgehouden profiel van uw broer R. als strijder tegen de taliban.
Gezien er geen geloof kan worden gehecht aan uw broer zijn profiel, worden logischerwijs ook de
bedreigingen en problemen met de taliban, die u omwille van dit profiel gekend zou hebben,
ongeloofwaardig. De ongeloofwaardigheid van de bedreigingen door de taliban wordt bevestigd door
ernstige tegenstrijdigheden in uw relaas. Zo verklaart u een jaar voor uw vertrek te zijn gestopt met school
omdat er bedreigingen waren naar uw familie toe omdat uw broer bij de lokale politie zat (CGVS, p.7).
Wanneer er u echter wordt gevraagd wanneer jullie voor de eerste keer een bedreiging ontvingen,
verklaart u dat dit 1 of 2 maanden voor uw vertrek was (CGVS, p.14). Dit vormt uit eraard een ernstige
tegenstrijdigheid in de chronologie van uw verhaal. Daarbij verklaarde u tevens dat u op school had
gehoord dat er foto’s van uw broer waren verspreid en dat jullie daardoor onder de bedreiging van de
taliban stonden. Wanneer u wordt geconfronteerd met het feit dat u al 1 jaar voor vertrek stopte met school
en dat de foto’s van uw broer pas circuleerden 1 à 2 maanden voor vertrek (de bedreigingen waren immers
pas gestart nadat de foto van uw broer verspreid was (CGVS, p.14)), verklaart u dat u het niet met
zekerheid kan zeggen, dat de foto’s misschien al langere tijd voor uw vertrek waren verspreid en dat jullie
het pas 1 à 2 maanden voor vertrek te weten kwamen (CGVS, p.16). Dit vormt uiteraard geen antwoord
op de vraag waarom u over de verspreide foto’s al een jaar geleden op school zou hebben gehoord, als
jullie er pas 1 à 2 maanden voor vertrek achter zijn gekomen. Wanneer u hier nog eens mee wordt
geconfronteerd, verklaart u plots dat het op de religieuze school was dat u het hoorde, en dat u tot aan
uw vertrek wél nog naar de religieuze school ging (CGVS, p.16). Wanneer er u wordt gevraagd waarom
u niet van in het begin vertelde dat u naar een religieuze school bent gegaan, verklaarde u dat u dat wel
hebt gezegd toen u aanvankelijk in België was en dat u het ook tijdens uw interview op het CGVS had
verteld toen ernaar werd gevraagd (CGVS, p.16). U hebt echter nergens bij uw aanmelding melding
gemaakt van het feit dat u nog religieuze lessen volgde en ook in het begin van het interview op het CGVS
hebt u hier nergens melding van gemaakt. Bovendien had u de vraag ervoor nog aangehaald dat u niet
zeker was over de periode van 1 à 2 maanden, zonder melding te maken van het feit dat u nog religieuze
lessen volgde. Bijgevolg komt de verklaring dat u nog tot aan uw vertrek naar de religieuze school ging
en dat u deze bedoelde toen u vertelde dat u op school over de foto’s hoorde, over als een gekunstelde
post-factum vergoelijking, die allerminst kan overtuigen. Deze ernstige tegenstrijdigheden doen dan ook
verder afbreuk aan de geloofwaardigheid van uw asielrelaas.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT