Arrêt Nº283174 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 13/01/2023

Judgment Date13 janvier 2023
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number283174
CourtIVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 283 174 van 13 januari 2023
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat B. SOENEN
Vaderlandstraat 32
9000 GENT
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 22 augustus 2022
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
van 25 juli 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 21 oktober 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
30 november 2022.
Gehoord het verslag van kamervoorzitter M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat A. HAEGEMAN loco advocaat B.
SOENEN en van attaché M. TYTGAT, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn in 2004.
De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 16 juni 2020. Op 24 juni dient de
verzoekende partij een verzoek om internationale bescherming in.
Op 21 oktober 2021 wordt de verzoekende partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het Commissariaat-generaal).
Op 25 juli 2022 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de
commissaris-generaal) een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Dit is de bestreden beslissing:
RvV X - Pagina 2
A. Feitenrelaas
U verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en van Pashtou origine te zijn. U bent een moslim van
de soenitische strekking. U bent op [x] 2004 geboren in Omarkhel, een dorp gelegen in het Aliabad district
van de Afghaanse provincie Kunduz. U ging er tot de tweede graad naar school wanneer u moest stoppen
om uw vader te helpen op de velden. U ging en niet naar de madrassa. Op een dag verdween uw broer
[K.] plots. U en uw familie hadden geen idee wat er was gebeurd. Anderhalve of twee maand na de
verdwijning van uw broer passeerde er enkele talibs op een motor. Ze zeiden dat u de broer was van [K.]
en vroegen om met hen mee te gaan. U dacht dat zij mogelijks meer info over uw broer hadden en ging
daarom met hen mee. De talibs wisten u te vertellen dat uw broer zich bij hen had aangesloten en
gevangen genomen werd door de Amerikanen bij een raid. Hij werd overgebracht naar de gevangenis
van Pul-eCharkhi. De taliban vertelde u ook dat ze nu wouden dat u hen vervoegde ter vervanging van
uw broer. Ze namen u daarom mee naar Yacoubai waar verschillende jongens zaten. U kreeg daar fysieke
training en u leerde er met wapens om te gaan. Na drie of vier dagen bij de taliban, brak er in de namiddag
plotseling een gevecht uit waar de taliban moest vertrekken. Normaalgezien was er dan een iemand die
jullie moest bewaken, maar die dag was hij niet verschenen voor zijn werk. Van zodra jullie door hadden
dat alle talibs weg waren, besloten twee oudere jongens te vluchten. Ze braken de deur open en alle
andere jongens vluchtten mee. Jullie kwamen uiteindelijk bij een weg uit die niet zo ver was van uw dorp.
U ging dan ook naar uw huis. Eens thuisgekomen vertelde u uw vader wat u was overkomen. Hij begon
regelingen te treffen voor uw reis. U bleef nog een nacht thuis waarna uw vader u naar de bazaar bracht.
Hier waren nog twee dorpsgenoten die aan een reis naar Europa zouden beginnen die jullie vervoegden.
Uw vader bracht u vervolgens naar Kabul waar de smokkelaar u en uw twee dorpsgenoten verder
begeleidden. U reisde gedurende 11 maanden naar België waar u op 24 juni 2020 een verzoek om
internationale bescherming indiende. Ter staving van uw verzoek om internationale bescherming legt u
een originele enveloppe en tazkara neer. U legt tevens de vertaling van uw tazkara neer evenals een
dossier met bijkomende ondersteuning van uw lopend dossier dat documenten bevat over uw leven in
België.
B. Motivering
Vooreerst moet worden opgemerkt dat het Commissariaat-generaal op grond van het geheel van de
gegevens in uw administratief dossier, van oordeel is dat er in uw hoofde, als niet-begeleide minderjarige
tijdens een groot deel van uw asielprocedure, bijzondere procedurele noden kunnen worden
aangenomen. Om hier op passende wijze aan tegemoet te komen, werden er u in het kader van de
behandeling van uw verzoek door het Commissariaat-generaal steunmaatregelen verleend. Meer bepaald
werd er u een voogd toegewezen die u bijstaat in het doorlopen van de asielprocedure; werd het
persoonlijk onderhoud afgenomen door een gespecialiseerde protection officer, die binnen de diensten
van het Commissariaat-generaal een specifieke opleiding volgde om minderjarigen op een professionele
en verantwoorde manier te benaderen; heeft het persoonlijk onderhoud plaatsgevonden in het bijzijn van
uw voogd en advocaat die in de mogelijkheid verkeerden om opmerkingen te formuleren en stukken neer
te leggen; en werd er bij de beoordeling van uw verklaringen rekening gehouden met uw jeugdige leeftijd
en maturiteit, evenals met de algemene situatie in uw land van herkomst. Gelet op wat voorafgaat kan in
de gegeven omstandigheden redelijkerwijze worden aangenomen dat uw rechten in het kader van
onderhavige procedure gerespecteerd worden evenals dat u kunt voldoen aan uw verplichtingen. Er dient
voorts te worden opgemerkt dat u doorheen uw verklaringen niet aannemelijk heeft gemaakt dat u een
persoonlijke vrees voor vervolging zoals bedoeld in de Vluchtelingenconventie heeft of een reëel risico op
het lijden van ernstige schade zoals bepaald in de definitie van subsidiaire bescherming loopt. U hebt het
CGVS er namelijk niet kunnen overtuigen dat uw broer zich aansloot bij de taliban, dat hij gevangen
genomen werd door de Amerikanen en dat u hierdoor problemen kende met de taliban. Uw verklaringen
hieromtrent zijn immers danig tegenstrijdig, vreemd en merkwaardig dat er geen geloof aan gehecht kan
worden. Zo hebt u het CGVS er vooreerst niet van kunnen overtuigen dat uw broer zich aansloot bij de
taliban. U kon hier namelijk geen informatie over geven. U wist hierbij enkel te vertellen dat uw broer veel
op zijn telefoon keek en plotseling vermist was en dat u pas achteraf door had dat hij waarschijnlijk bij de
taliban zat (CGVS p.11-13). U kon hierbij geenszins uitleggen van waar de interesse kwam van uw broer
om de taliban te vervoegen, noch welke aanwijzingen er waren dat uw broer zich aansloot bij de taliban
(CGVS p.11-13). Uw broer ging namelijk niet naar de madrassa, uw vader sprak zich dagelijks uit tegen
de taliban en uw broer kwam hier nooit tegen in (CGVS p.10, 12-13). U, noch uw vader hadden ooit een
aanwijzing gezien dat hij mogelijks banden had met de taliban (CGVS p.13). Als uw broer, waarmee u
samenleefde, zich stiekem had aangesloten bij de taliban kan evenwel verwacht worden dat u hier enige
info over kan geven, in casu quod non. U kon hierbij zelfs niet verduidelijken hoe u wist dat uw broer
banden had met de taliban (CGVS p.13). U maakt gezien u beknopte verklaringen dan ook niet
RvV X - Pagina 3
aannemelijk dat u een broer heeft die zich aansloot bij de taliban. De ongeloofwaardige verklaringen
betreffende het profiel van uw broer worden overigens bevestigd door uw onaannemelijke verklaringen
betreffende de arrestatie van deze broer. U verklaart namelijk dat u, noch uw familie, enige actie heeft
ondernomen nadat uw broer plotseling op mysterieuze wijze verdween (CGVS p.12). Dat een familie
volledig passief blijft terwijl een zoon vermist raakt, tart hierbij alle verbeelding. Zelfs wanneer jullie te
horen kregen dat uw broer vastgehouden werd in de gevangenis van Pul-e-Charkhi verklaart u dat jullie
niets deden (CGVS p.12). U gaf aan dat u geen contactgegevens had van uw broer en hem daardoor ook
niet kon contacteren (CGVS p.12). U wist echter wel waar uw broer werd vastgehouden en kon dus naar
deze gevangenis gaan om hem op te zoeken en te zien of hij hulp nodig had of u kon zich op zijn minst
via via informeren naar zijn welzijn. Wanneer u dit gesuggereerd werd, kwam u niet verder dan de
verklaring dat u niemand anders kende in deze gevangenis en u zo ook geen contact kon opnemen met
uw broer (CGVS p.12). U moet evenwel geen interne contacten hebben in deze gevangenis om zich te
kunnen vergewissen van het welzijn van uw broer. Dat u en uw familie geen enkele minimale poging heeft
ondernomen om zich te informeren naar uw broer is dan ook volstrekt onaannemelijk. U kon het CGVS er
dan ook niet van overtuigen dat uw broer ooit gevangen gehouden werd in Pul-e-Charkhi. Gezien het
ongeloofwaardige profiel van uw broer en diens gevangenschap, maakt u geenszins aannemelijk dat u in
een verhoogd vizier zou gelopen hebben van de taliban. Uw verklaringen betreffende uw rekrutering door
de taliban zijn bovendien ongeloofwaardig. Uw verklaringen omtrent de wijze waarop u gerekruteerd werd,
uw ontsnapping van de taliban en het gedrag dat u stelde na uw ontsnapping bevatten immers vaagheden
en tegenstrijdigheden en stemmen bovendien niet overeen met de beschikbare informatie van het CGVS
betreffende de rekruteringswijze door de taliban voor hun machtsovername in Afghanistan. Uit deze
informatie, waarvan een kopie werd toegevoegd aan het administratieve dossier, blijkt immers dat het
conflict in Afghanistan intensiever is geworden sinds het vertrek van de International Security Assistance
force (ISAF) in 2014 (zie “landeninformatie”, document 3, p.7 en document 4, p.7 -9). Hierdoor nam het
onveiligheidsgevoel onder Afghaanse burgers toe en het vertrouwen in de Afghaanse overheid af
waardoor meer Afghanen zich spontaan aansloten bij de taliban (zie “landeninformatie”, document 3, p.8).
Bovendien verdwenen door het vertrek van de internationale troepen verscheidene jobs in Afghanistan.
Aangezien de taliban hun strijders een loon uitbetaalde, werd het nog aantrekkelijker voor Afghanen om
zich bij de taliban te vervoegen (zie “landeninformatie”, document 3, p.12, 14). Gezien het ruime aanbod
van vrijwillige strijders moest de taliban minder Afghanen dwingen om hen te vervoegen. Er is dus geen
sprake van systematische gedwongen rekrutering (zie “landeninformatie”, document 3, p.19). U bevestigt
hierbij zelf ook aan dat u geen weet had van dwang bij andere personen of een systeem van de taliban
om in uw herkomstregio jongens te rekruteren (CGVS p.14, 16). Uit de informatie waarover het CGVS
beschikt blijkt ook dat gedwongen rekrutering gebeurt slechts per uitzondering en hierbij focust de taliban
zich op specifieke profielen die een meerwaarde voor hun strijd kunnen vormen zoals mensen met een
militaire achtergrond of specifieke vaardigheden (zie “landeninformatie”, document 3, p.8, 9 12, 14). U
beschikt echter niet over het profiel waarnaar de taliban op zoek gaat bij gedwongen rekrutering. U ging
namelijk nooit naar de madrassa en beschikt niet over militaire ervaring of specifieke vaardigheden die
een meerwaarde kunnen vormen voor de taliban (CGVS p.10). Geconfronteerd met deze info werd u
gevraagd waarom de taliban zodanig veel energie zou steken om u te rekruteren terwijl ze reeds over
voldoende rekruten beschikten. U kon hierbij slechts verwijzen naar uw broer die bij de taliban was en dat
u hem moest vervangen aangezien hij in de gevangenis zat (CGVS p.15). Hierbij liet u na om te verklaren
waarom de taliban specifiek in u zoveel interesse had dat ze u onder dwang zouden ontvoeren en hierbij
een zeer afwijkende werkwijze zouden hanteren. Bovendien zou uw andere broer volgens uw redenering
tevens gevaar gelopen moeten hebben. Hij verblijft volgens u evenwel probleemloos in uw dorp in
Afghanistan (CGVS p.15). U heeft dan ook niet aannemelijk kunnen maken dat u over zulk een interessant
profiel beschikt dat de taliban de noodzaak voelde om u te dwingen om hun rangen te vervoegen. Hierbij
dient er overigens op gewezen te worden dat u bij aanvang van het persoonlijk onderhoud gevraagd werd
of u in Afghanistan ooit elders heeft overnacht dan in uw eigen huis. Hierbij gaf u aan dat u enkel nog bij
uw tante langs vaderszijde heeft overnacht (CGVS p.6). U liet hierbij na om enige vermelding te maken
van uw verblijf bij de taliban van drie tot vier dagen, hetgeen uw verklaringen betreffende de rekrutering
nogmaals volledig onderuit haalt. Hiermee geconfronteerd weet u deze aanzienlijke tegenstrijdigheid
simpelweg toe aan een misverstand (CGVS p.16). De vraagstelling en uw antwoord waren evenwel helder
en duidelijk, waardoor uw verklaring deze tegenstrijdigheid niet kan rechtzetten. Uw verklaringen
betreffende uw rekrutering door de taliban worden overigens verder ondermijnd door de weinig
aannemelijke verklaringen betreffende de wijze waarom u kon ontsnappen aan de taliban. Zo is het wel
bijzonder opvallend dat de taliban plotseling al hun rekruten, waar ze reeds tijd en energie in hadden
gestoken om hen mee te nemen en op te leiden, plots alleen achterlieten (CGVS p.12). Er zou toch kunnen
verwacht worden dat ze iemand achter zouden laten om jullie te bewaken in afwachting van de komst van
de bewaker, in casu quod non (CGVS p.12). Voorts is het wel bijzonder toevallig dat u samen met de
andere jongens wegliep en zij meteen in de richting van uw dorp liepen, terwijl ze niet van uw dorp

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT