Arrêt Nº283144 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 13/01/2023

Judgment Date13 janvier 2023
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number283144
CourtIVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X Pagina 1
nr. 283 144 van 13 januari 2023
in de zaak RvV X / IV
Inzake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat E. RAHOU
Vlasmarkt 25
2000 ANTWERPEN
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 7 oktober 2022 heeft
ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van
2 september 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 7 november 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
16 december 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken C. DIGNEF.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat E. RAHOU en van attaché
H. NUYTS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De bestreden beslissing luidt als volgt:
A. Feitenrelaas
U, Mirwais Pacha, verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en 17 jaar oud te zijn. U bent Pashtoun,
soenniet en afkomstig van Manjina dorp, Dara-i Noor district, Nangarhar provincie. Hier woonde u samen
met uw ouders en uw twee jongere broers. Uw moeder en broers wonen daar nog s teeds, maar uw vader
verdween voor uw vertrek uit Afghanistan. U bent één jaar naar de madrassa gegaan en kan een beetje
lezen, maar niet schrijven. U hield zich voor de rest bezig met boodschappen doen en thuis blijven.
RvV X Pagina 2
Uw vader was commandant bij het Afghaanse leger. Hij waakte over overheidspanden en gronden en
keek erop toe dat er geen winkels werden gezet op plaatsen waar die niet zouden mogen staan. Uw vader
heeft in Nangarhar, Laghman en Kunar gediend en had daar respectievelijk 222, 32 en 106 solda ten onder
zich. Uw vader had ook een chauffeur in dienst, Ajub, die hem tijdens de diensturen vervoerde. Vier à vijf
jaar geleden werd er een bom geplaatst onder de wagen van uw vader en bij dit incident verloor Ajub zijn
beide benen. Uw vader was slechts licht gewond en werd na 4 of 5 dagen uit het ziekenhuis ontslagen.
Daarna is hij rechtstreeks terug naar zijn werk gegaan. Vier jaar later, nadat hij thuis op verlof was
geweest, werd uw vader bij de terugkeer naar zijn werk door de taliban tegengehouden in de buurt van
Amla. Ze namen hem mee en sindsdien heeft u geen nieuws meer over hem.
Zes maanden later kreeg u zelf een dreigbrief van de taliban waarin stond dat u zich moest aansluiten
voor de jihad. Indien u dit niet zou doen, zou u gezien worden als spion en zouden ze u vermoorden. Vijf
dagen na deze dreigbrief is de taliban ook persoonlijk langs gekomen. Ze hebben toen uw huis doorz ocht
en uw moeder en twee broers geslagen. Vijf dagen na dit incident verliet u het land.
U verliet Afghanistan in 1399 - wanneer het matig weer was - en u was ongeveer 8 maand onderweg. U
reisde via Pakistan, Iran, Turkije, Griekenland, Macedonië, Servië, Roemenië, Duitsland naar België waar
u op 12/04/2021 toekwam. Daags nadien, op 13/04/2021, diende u een verzoek om internationale
bescherming in.
Op 4/05/2021 werd er een leeftijdstest uitgevoerd waaruit bleek dat u een leeftijd had van 20,6 jaar, waarbij
een standaarddeviatie van 2 jaar een goede schatting is.
Ter ondersteuning van uw verzoek legt u volgende originele documenten neer: uw taskara, drie
legerbadges van uw vader (3), een verlofkaart van uw vader van het leger, een dreigbrief van de taliban,
een klachtenbrief van uw moeder, een promotiedocument van uw vader, bevestigingsbrieven van het
leger in verband met het bomincident van uw vader (6), een bevestigingsbrief van het ‘directorate of
detection and intelligence’ over het mijnincident van uw vader en een bevestigingsbrief van het leger in
verband met de verdwijning van uw vader.
U legt ook kopieën neer van volgende documenten: taskara van uw moeder, taskara van uw vader, foto’s
van uw vader in uniform (3), foto’s van uw vader en soldaten (2), foto’s van uw gewonde vader (2) en
foto’s van de gewonde chauffeur van uw vader (4).
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst worden
vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere procedurele noden
kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw hoofde heeft kunnen
vaststellen.
Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader van
onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd worden
en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Er dient te worden vastgesteld dat op basis van uw verklaringen niet kan worden besloten tot het bes taan
van een gegronde vrees voor vervolging zoals bedoeld in de Vluchtelingenconventie van Genève en/of
een reëel risico op het lijden van ernstige schade zoals bepaald in de definitie van subsidiaire
bescherming.
Bij terugkeer naar Afghanistan vreest u gedood te worden door de taliban. Er kan echter geen geloof
gehecht worden aan uw beweerde problemen met de taliban omwille van onderstaande redenen.
Ten eerste slaagt u er niet in om het CGVS, via foto’s of documenten, te overtuigen van de
familieband tussen u en de persoon van wie u beweert uw vader te zijn. Vooreerst dient opgemerkt
te worden dat u geen enkele foto neerlegt waar jullie samen op te zien zijn. U legt weliswaar enkele
foto’s neer van uw beweerde vader, zowel in werkverband als toen hij gewond geraakte, maar u en uw
vader staan op geen enkel moment samen op de foto. Toen u hiernaar gevraagd werd, verklaarde u dat
u nooit een foto samen met hem genomen heeft (CGVS, p. 17). Het is op deze manier echter onmogelijk
om af te leiden of u de persoon van wie u foto’s indient überhaupt kende en wat jullie band dan precies
was. Ook de drie documenten die u indient waarop uw naam en die van uw beweerde vader vermeld
staan (i.e., uw taskara, de dreigbrief van de taliban en een klachtenbrief van uw moeder) worden als
RvV X Pagina 3
ongeloofwaardig geëvalueerd. In elk van deze drie documenten zijn er namelijk vreemde elementen te
bemerken (cf. infra).
Vooreerst legt u vage verklaringen af over het verkrijgen van uw taskara in Afghanistan. U geeft aan dat
u niet weet wanneer u om uw taskara bent gegaan en op de vraag voor wat u de taskara gebruikte in
Afghanistan geeft u aan: ‘ik had het gewoon liggen’. Het is vreemd dat u zomaar een taskara zou laten
aanmaken als u niet naar school ging en die taskara verder ook voor niets gebruikte. Bovendien
verklaarde u tijdens uw interview op DVZ dat uw originele taskara in Roemenië was afge nomen door de
politie (DVZ, punt 25). Tijdens uw persoonlijk onderhoud op het CGVS dient u echter wel uw taskara in.
Geconfronteerd met deze tegenstrijdigheid geeft u aan dat uw oom u achteraf vertelde dat de taskara die
u initieel meenam naar Europa een kopie was en dat uw originele taskara zich nog in Afghanistan bevond
(CGVS, p. 4). Aan deze verklaring kan geen geloof gehecht worden, aangezien het compleet
ongeloofwaardig is dat u niet zou weten of het identiteitsdocument dat u meeneemt bij uw vlucht uit
Afghanistan een kopie is. Bovenstaande zaken doen ernstige twijfels rijzen over de echtheid van dit
document. Het dient hierbij ook opgemerkt te worden dat het vreemd is dat u ook de taskara van uw
beweerde vader indient. Er wordt normaal gezien van mensen in het leger verwacht dat zij hun
identiteitsdocumenten afgeven bij indiensttreding. Volgens uw verklaringen had uw moeder de
doorgestuurde documenten echter gewoon ‘bij zich liggen’ (CGVS, p. 3). Na vertaling van het document
bleek het hier bovendien om een duplicaat te gaan met afgiftedatum 12/8/1396 (i.e., 3/12/2017). Op dat
moment zat uw vader volgens uw verklaringen echter nog steeds in het leger. Het is dus vreemd dat hij
dan een duplicaat zou aanvragen van zijn taskara.
Daarnaast worden er in de klachtenbrief van uw moeder tegenstrijdige data vermeld omtrent de
incidenten die u aanhaalt met betrekking tot uw beweerde vader. Waar in alle andere documenten telkens
2/10/1394 (i.e., 23/12/2015) vermeld staat als datum van de mijnexplosie, staat in de klachtenbrief van
uw moeder als datum 2/10/1398 (i.e., 23/12/2019) vermeld. Het is uitermate merkwaardig dat er een
andere datum vermeld wordt voor een dergelijk belangrijk element in uw relaas. Zek er rekening houdende
met het feit dat vier verschillende personen deze klachtenbrief gelezen én bevestigd hebben. Als er al
een fout te vinden is in dit document omtrent een dergelijk belangrijk element in uw relaas, kan er ook aan
de rest van de inhoud weinig waarde worden gehecht.
Ten slotte wordt zowel uw naam als die van uw vader vermeld in de dreigbrief van de taliban, maar er
wordt hier met geen woord gerept over het legerprofiel van uw vader of het feit dat uw vader door de
taliban ontvoerd werd. Dit is uitermate merkwaardig, aangezien u aangeeft dat de taliban uw vader
viseerde omwille van zijn profiel. Het lijkt dus maar logisch dat ze dit ook zouden aanhalen als reden om
u te viseren (CGVS, p. 12). Het feit dat dit niet aangehaald wordt in de dreigbrief van de taliban, doet
serieuze vragen rijzen over de geloofwaardigheid van uw verklaringen omtrent het profiel van uw vader
en bijkomend dus ook uw persoonlijke problemen met de taliban.
Het CGVS wenst hierbij te wijzen op toegevoegde informatie waaruit blijkt dat allerhande documenten
wegens de hoge corruptiegraad in Afghanistan eenvoudig kunnen worden verkregen of worden
nagemaakt (zie map ‘Landeninformatie’: document 3). Dit gegeven, in combinatie met bovenstaande
tegenstrijdigheden binnen uw verklaringen en documenten, zorgt ervoor dat de bewijskracht van
bovenstaande documenten dan ook als bijzonder laag beoordeeld wordt.
Ten tweede is ook uw kennis over de job van uw vader niet van die aard dat u het CGVS heeft
kunnen overtuigen van het feit dat de man van wie u allerhande documenten indient, effectief uw
vader is. Vooreerst blijft u in uw verklaringen omtrent de job van uw vader namelijk heel vaag en geeft
u weinig informatie. Zo geeft u aan dat uw vader – voor zover u het zich herinnert – heel uw leven
gewerkt heeft als een militaire commandant (CGVS, p. 9). U slaagt er niet in te specifiëren hoelang hij in
totaal gediend heeft (CGVS, p. 14) en op de vraag om alles dat u weet over de job van uw vader te
vertellen, antwoordt u enkel ’hij waakte over de overheidspanden, gronden’. Op de vraag wat hij dan
precies deed, antwoordt u: ’hij keek erop toe dat er geen winkels ofzo gezet werden op verkeerde plaatsen
of op plaatsen waar ze niet zouden mogen staan’, maar u kan niet aangeven hoe hij dat dan deed (CGVS,
p. 13-14). Ondanks herhaaldelijke bijkomende vragen slaagt u er niet in om de preciez e job van uw vader
uiteen te zetten (CGVS, p. 13-14). U weet ook niet hoe uw vader deze job heeft gekregen, of hij een
opleiding heeft gevolgd en bij welke eenheid, korps of bataljon hij zat (CGVS, p. 14). U geeft enkel aan
dat hij commandant van een ¬tolai was (i.e., company), dat hij in Nangarhar werkte en dat zijn emblemen
een ster en een schaar waren (CGVS, p. 14). Hierbij dient opgemerkt te worden dat deze emblemen op
een van de foto’s die u indient duidelijk zichtbaar zijn (zie map ‘Documenten’). Het is hi erbij vooral vreemd
dat u niet aanhaalt dat deze emblemen bij de rang van majoor horen, u spreekt namelijk telkens over de

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT