Arrêt Nº283141 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 13/01/2023

Judgment Date13 janvier 2023
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number283141
CourtIVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 283 141 van 13 januari 2023
in de zaak RvV X / IV
Inzake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat G. JORDENS
Maurice Van Meenenplein 14/2
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 28 september 2022
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
van 25 augustus 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 7 november 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
16 december 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken C. DIGNEF.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat A. HAEGEMAN loco advocaat
G. JORDENS en van attaché H. NUYTS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De bestreden beslissing luidt als volgt:
A. Feitenrelaas
U, (…), verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten, 26 jaar oud te zijn, etnisch Pashtoun te zijn en het
soennitisch geloof te belijden. U bent geboren in Haji Sahaban, een subdorp van Kamalpoor, in het district
Qarghayi van de Afghaanse provincie Laghman, en hebt daar altijd gewoond tot aan uw vertrek uit
Afghanistan. In Afghanistan had u uw eigen bakkerij op de bazaar van Kamalpoor. U bent ongehuwd. Uw
beide ouders leven nog en wonen momenteel nog in het dorp. U heeft drie o udere broers en één jongere
RvV X - Pagina 2
zus. Uw oudste broer, F.(…) A.(…), werkte bij de lokale politie en verliet Afghanistan toen de taliban de
macht overnamen.
U kreeg anderhalve maand voor uw vertrek uit Afghanistan problemen met de taliban. De taliban hadden
ontdekt dat u brood leverde aan de lokale politie. Uw broer F.(…) A.(…) was één van de soldaten bij de
lokale politie. Toen de taliban dat wisten hebben ze uw broer E.(...), een landbouwer in uw dorp, benaderd.
De taliban zeiden tegen uw broer E.(...) dat ze er op de hoogte van waren dat u brood leverde aan de
lokale politie en dat uw broer F.(…) A.(…) bij de lokale politie zat. De taliban zeiden dat jullie, u en F.(...),
beiden moesten stoppen met het werk dat jullie deden. Toen uw broer E.(...) u op de hoogte bracht van
dit nieuws lichtte u uw vader in. Uw vader nam de bedreiging van de taliban niet ernstig en hij zei dat u
verder moest gaan met uw werk. Een tijd later werd uw broer E.(...) opnieuw benaderd door de taliban.
De taliban zeiden nogmaals dat u en uw broer F.(...) moesten stoppen met jullie werk. Ze zeiden ook
tegen A.(...) dat u en F.(...) zich moeten overgeven aan de taliban. Als jullie het niet deden dan gingen de
taliban jullie straffen. U lichtte, na het vernemen van dit nieuws, opnieuw uw vader in maar deze zei
opnieuw dat u verder moest gaan met uw werk. Twee dagen later, toen u bij uw neef thuis was, kwamen
de taliban langs bij u thuis. Uw vader was op dat moment in Kaboel. De taliban vroegen bij u thuis naar u
en F.(...) maar uw familie zei dat jullie niet thuis waren. Daarna zeiden de taliban dat ze jul lie zeker zouden
doden omdat één werkte als soldaat voor de lokale politie en de andere brood leverde aan de lokale
politie. Nadat de taliban weg waren probeerde uw familie u te bereiken. Uw gsm stond echter op stil
waardoor u het niet hoorde. Toen u op het punt stond om terug te keren naar uw huis werd uw neef
opgebeld door uw familie. Uw familie zei dat u niet mocht terugkeren naar huis omdat de taliban
langsgekomen waren en op zoek waren naar u. Vervolgens belde uw neef naar uw vader en u sprak met
hem. Uw vader zei dat u ter plekke moest blijven, bij uw neef, en dat hij iets ging regelen. Uw vader sprak
met een smokkelaar en een paar uur later kwam deze u ophalen waarna u vertrok uit Afghanistan.
Toen u contact had met uw familie vernam u dat Ataullah, één van uw collega’s, de bakkerij overgenomen
had na uw vertrek en twee maanden en een half gedood werd toen hij onderweg was naar huis.
Op heden komen de taliban nog steeds uw huis doorzoeken en ze vragen naar u en F.(...).
U verliet Afghanistan aan het begin van de winter in het jaar 1398 (= december 2019). U reisde via
Pakistan, Iran, Turkije, Griekenland, Macedonië, Servië, Roemenië, Italië en Frankrijk naar België waar u
op 21 april 2021 een verzoek om internationale bescherming (VIB) indiende.
Bij terugkeer naar Afghanistan vreest u omwille van bovenstaande problemen gedood te worden door de
taliban. U vreest bij terugkeer ook vervolgd te worden door de taliban omwille van het feit dat u in een land
van nietmoslims verbleven hebt en u zich aangepast hebt aan het gedrag en cultuur van hier. U denkt
tevens dat de taliban u misschien zullen aanzien als een spion voor dat land.
Ter ondersteuning van uw verzoek legde u volgende documenten neer: Uw originel e taskara (=Afghaans
identiteitsbewijs), de originele taskara van uw vader, een kopie van de vergunning van uw bakkerij, een
origineel certificaat van uw broer bij de lokale politie alsook foto’s van hem en ook foto’ s van Ataullah, uw
gedode ex-collega.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst worden
vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere procedurele noden
kunnen blijken, en dat het CGVS evenmin dergelijke noden in uw hoofde heeft kunnen vaststellen.
Bijgevolg werden aan u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien in het kader van
onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd worden
en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Vooreerst dient te worden opgemerkt dat u er klaarblijkelijk niet voor terugdeinst om bedrieglijke
verklaringen af te leggen. Zo verklaarde u op het CGVS niet gekend te zijn onder andere namen dan
N.(…) M.(…) (CGVS, p. 5). Nochtans blijkt uit het administratief dossier dat u in Roemenië, waar u
aanvankelijk een VIB ingediend hebt, een andere naam en geboortedatum liet optekenen. Zo verklaarde
u daar N.(…) M.(…) te heten en geboren te zijn in het jaar 2001 (Administratief dossier – Dublin). In België
verklaarde u initieel bij DVZ in 1999 geboren te zijn en u liet dit later aanpassen naar 1996. U geeft op het
CGVS ook toe dat u dat u in Roemenië een valse naam opgaf. Dat u dit deed omdat u Roemenië niet als
uw eindbestemming beschouwde kan niet gelden als verschoningsgrond (CGVS, p.6). Daarenboven

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT